Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Ringdijk 2A, Boskantse Broekstraat en Houtsestraat 14D
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0296.BGBBTBenBGY-OW01
1 Inleidende regels
 
Artikel 1 Begrippen
 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1 PLAN:
het bestemmingsplan ‘Ringdijk 2A, Boskantse Broekstraat en Houtsestraat 14D’ met identificatienummer NL.IMRO.0296.BGBBTBenBGY-OW01 van de gemeente Wijchen;
 
1.2 BESTEMMINGSPLAN:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
 
1.3 AANDUIDING:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
 
1.4 BOUWVLAK:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
 
1.5 AANDUIDINGSGRENS:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
 
1.6 BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED:
het bestemmingsplan 'Buitengebied Wijchen' van de gemeente Wijchen, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0296.BGBBuitengebied-DF02, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 31 januari 2013 alsmede het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied herziening 2014' van de gemeente Wijchen, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0296.BGBHerziening2014-DF01, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 16 oktober 2014.
 
1.7 LEVENSLOOPBESTENDIGE WONING:
een woning welke geschikt is voor bewoning in alle levensfasen, dus welke ook rolstoeltoegankelijk is voor mensen met een lichamelijke beperking, waarbij alle primaire leefruimten (woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer met toilet) zich op de begane grond bevinden en waarbij deze leefruimten zowel inpandig als vanuit het aansluitende terrein drempelvrij toegankelijk zijn.
 
1.8 WONEN:
het gehuisvest zijn in een woning/wooneenheid;
 
1.9 WONING/WOONEENHEID:
een complex van fysiek aan elkaar verbonden ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
 
1.10 HOOFDGEBOUW:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken, inclusief daarbij behorende aan- en uitbouwen;
 
1.11 AANBOUW:
een aan een hoofdgebouw gebouwde zelfstandige ruimte, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap en die vanuit het hoofdgebouw rechtstreeks toegankelijk is.
 
1.12 BIJGEBOUW:
een vrijstaand of aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat hetzij functioneel hetzij door zijn situering of afmeting ondergeschikt is aan het op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte;
 
1.13 BOUWWIJZE:
de wijze van bouwen van een woning, waarbij:
  • onder aaneengebouwd wordt verstaan een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen en/of andere functies, waarvan het hoofdgebouw aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd;
  • onder gestapeld wordt een gebouw verstaan, dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;
  • onder twee-aaneen wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw deel uitmaakt van een blok van maximaal twee direct aaneengebouwde hoofdgebouwen (twee-onder-één-kap);
  • onder vrijstaand wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen gebouw is aangebouwd.
 
Artikel 2 Wijze van meten
 
De wijze van meten van bestemmingsplan Buitengebied zijn van toepassing op dit bestemmingsplan.
 
2 Bestemmingsregels
 
Artikel 3 Agrarisch met waarden - 2
 
De regels van artikel 4 'Agrarisch met waarden - 2' van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
 
Artikel 4 Agrarisch met waarden - 3
 
De regels van artikel 4 'Agrarisch met waarden - 3' van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
 
Artikel 5 Wonen - 1
 
5.1 BESTEMMINGSOMSCHRIJVING
 
5.1.1 ALGEMEEN
 
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – levensloopbestendige woning’ zijn uitsluitend levensloopbestendige woningen toegestaan
  3. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen', woningen uitsluitend twee-aaneen/halfvrijstaand gebouwd mogen worden.
  4. beroep of bedrijf aan huis;
  5. de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonne-energie alsmede warmte-koude opslag en warmtepompen;
  6. waterhuishoudkundige doeleinden;
  7. landschappelijke inpassing van bouwwerken in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie, een en ander overeenkomstig het in bijlage 1 bij de regels bijgevoegde landschappelijke inpassing Boskantse Broekstraat;
  8. landschappelijke inpassing van bouwwerken in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie, een en ander overeenkomstig het in bijlage 2 bij de regels bijgevoegde landschappelijke inpassing Houtsestraat. 
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals perceelsontsluitingen, tuinen en erven en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
 
5.1.2 NADERE DETAILLERING VAN DE BESTEMMINGSOMSCHRIJVING 
  1. Aantal woningen
    In totaal zijn er 5 bouwvlakken voor 6 woningen, drie van deze woningen zijn bestaande bestaand en drie nieuw;
    • 1 Bouwvlak aan de Ringdijk 2A te Batenburg voor de bedrijfswoning welke een reguliere woning wordt.
    • 1 Bouwvlak aan de Boskantse Broekstraat te Wijchen. Aan de Boskantse Broekstraat wordt een twee-onder-een-kapwoning gebouwd waardoor dit bouwvlak de aanduiding ‘twee-aaneen’ heeft. Hier komen twee woningen welke aan elkaar gebouwd worden.
    • 3 Bouwvlakken aan de Houtsestraat te Balgoij. Twee bouwvlakken hiervan zijn voor de huidige woningen Houtsestraat 14A en 14C en de derde is voor de om te zetten mantelzorgwoning Houtsestraat 14D. De woningen Houtsestraat 14A en C worden meegenomen omdat deze bestemmingsvlakken doorlopen in het te wijzigen bestemming van de Houtsestraat 14D.
  2. Aan huis verbonden beroep
    Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte beroepsactiviteit aan huis toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. het (mede) ten behoeve van een aan huis verbonden beroep in gebruik te nemen vloeroppervlak mag maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning en/of de bijgebouwen bedragen met een maximum van 80 m²;
    2. degene die de activiteiten in de woning en/of de bijgebouwen uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    3. de activiteit mag niet leiden tot gebruik van extra parkeerruimte binnen het openbaar gebied;
    4. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden; hieronder worden niet begrepen handelsactiviteiten via het internet;
    5. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
    6. De verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie.
  3. Duurzame energie
    De opwekking van duurzame energie is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie. De toe te passen warmtepompen hebben een maximale geluidsbelasting van 40dB(A) op de perceelgrens met het aangrenzend perceel waar een woonbestemming van toepassing is.  
5.2 BOUWREGELS
 
5.2.1 TOEGESTANE BEBOUWING
 
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
5.2.2 SITUERING
 
Indien in een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangeduid zijn gebouwen uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
 
5.2.3 MAATVOERING
 
Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
 
 
5.2.4 INHOUD
 
Met betrekking tot de inhoud van woningen geldt het volgende:
  • indien de bestaande inhoud van een woning kleiner is dan 350 m3 dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 450 m3;
  • indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 350 m3 maar kleiner dan 450 m3 dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 600 m3;
  • indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 450 m3 maar kleiner dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 800 m3;
  • indien de bestaande inhoud van de woning 800 m³ of meer dan 800 m³ bedraagt, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
  • voorzover het een gesplitste woning betreft, geldt de inhoud van voor de splitsing voor de gesplitste woningen gezamenlijk als totale maximale inhoud;
  • ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)' mag de inhoud van het woongebouw niet meer bedragen dan met deze aanduiding is aangegeven.
  • de inhoud van een nieuwe woning mag niet meer bedragen dan 800 m3.
 
5.2.5 ZWEMBADEN
 
In afwijking van het bepaalde in 5.2.3 geldt voor zwembaden, niet zijnde een gebouw, dat:
  1. deze uitsluitend op het zij- en/of achtererf worden gebouwd;
  2. de hoogte maximaal 1 m bedraagt;
  3. de afstand tot de grens van het bouwperceel minimaal 2 m bedraagt;
  4. de oppervlakte maximaal 50 m² bedraagt;
  5. de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken op het zij- en achtererf maximaal 50% van de oppervlakte van dat zij- en achtererf bedraagt. 
5.2.6 ONDERGRONDS BOUWEN
 
Ondergrondse ruimten (kelders) bij woningen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag en mogen uitsluitend worden gesitueerd onder de woning (met inbegrip van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) dan wel tot maximaal 25 m² buiten de woning, alsmede onder de vrijstaande bijgebouwen.
 
5.2.7 ONTWATERINGSDIEPTE
 
Het vloerpeil van de begane grond van de nieuwe woningen wordt minimaal 1,30 meter boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) aangelegd. Hiermee ontstaat voldoende ontwateringsdiepte voor de woningen.
 
5.2.8 HYDROLOGISCH NEUTRAAL ONTWIKKELEN
 
Het plan betreft de bouw van twee nieuwe woningen aan de Boskantse Broekstraat. Deze woningen worden geohydrologisch neutraal ontwikkeld waarbij het regenwater op het perceel blijft. Er is een toename in verhard oppervlakte waarbij het regenwater afkomstig van deze oppervlakten op het perceel wordt opgevangen. De in de toelichting omschreven aan te leggen voorzieningen voor de opvang en verwerking van regenwater zijn van toepassing op voorliggend bestemmingsplan.
 
5.3 AFWIJKEN VAN DE BOUWREGELS
 
5.3.1 OMGEVINGSVERGUNNING MAATVOERING
 
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde de voorgeschreven goot- en bouwhoogte met 10% van de voorgeschreven hoogte te verhogen.
 
5.3.2 OMGEVINGSVERGUNNING INHOUD WONING
 
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.4 teneinde de toegestane inhoud van de woningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 1000 m³;
  2. de welstandscommissie wordt expliciet betrokken bij het besluit om al dan niet medewerking te verlenen aan de genoemde omgevingsvergunning;
  3. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, dat wordt onderbouwd en gevisualiseerd in een terrein-/ beplantingsplan;
  4. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  5. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving. 
5.4 SPECIFIEKE GEBRUIKSREGELS
 
5.4.1 VOORWAARDELIJKE VERPLICHTING
  1. het gebruik van de gronden en gebouwen als bedoeld in artikel 5.1 voor de twee-onder-een-kapwoning aan de Boskantse Broekstraat mag alleen plaatsvinden indien het Landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regels is uitgevoerd;
  2. nadat de gronden en gebouwen als bedoeld in artikel 5.1 voor de vrijstaande woning met de aanduiding levensloopbestendige woning’ aan de Houtsestraat 14D in gebruik is genomen, dienen binnen 0,5 jaar de landschappelijke inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 2 te worden uitgevoerd.
  3. het gebruik van de gronden, woning en gebouwen als bedoeld in artikel 5.1 voor zowel de twee-onder-een-kapwoning aan de Boskantse Broekstraat als de vrijstaande woning met de aanduiding levensloopbestendige woning aan de Houtsestraat 14D is uitsluitend toegestaan als de voormalig agrarische opstallen aan de Ringdijk 2A te Batenburg, conform de tekening in bijlage 3 van de regels, gesloopt is. De sloopt dient binnen de kaders van het flora en fauna onderzoek en de te verkrijgen watervergunning, uiterlijk 31-12-2023 uitgevoerd te zijn. 
5.5 AFWIJKEN VAN DE GEBRUIKSREGELS
 
5.5.1 OMGEVINGSVERGUNNING MANTELZORG
 
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder a en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hieromtrent advies aan een onafhankelijk terzake deskundige instantie;
  2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  3. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen; met dien verstande dat de maximale oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 120 m² mag bedragen;
  4. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw/bedrijfsgebouw meer geschikt is;
  5. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft/ hebben;
  6. de voorziening dient te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit;
  7. zakenrechtelijke splitsing is niet toegestaan;
  8. de afhankelijke woonruimte mag geen eigen perceelsontsluiting hebben;
  9. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.
 
5.5.2 OMGEVINGSVERGUNNING AAN HUIS VERBONDEN BEDRIJFSACTIVITEIT
 
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b voor de uitoefening van een aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
  1. het ten behoeve van de aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit in gebruik te nemen vloeroppervlak bedraagt maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning en/of de bijgebouwen met een maximum van 80 m²;
  2. degene die de activiteiten in de woning en/of de bijgebouwen uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  3. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd, tenzij wordt aangetoond dat geen onevenredige parkeerdruk ontstaat in het openbaar gebied;
  4. het bedrijf dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  5. de activiteit mag niet milieuvergunningplichtig zijn;
  6. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan huis verbonden activiteit alsmede handelsactiviteiten via het internet;
  7. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
  8. De verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie.
  
Artikel 6 Leiding - Riool
 
De regels van artikel 26 'Leiding - Riool' van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
 
Artikel 7 Waarde - Archeologie 2
 
De regels van artikel 28 'Waarde – Archeologie 2’ van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
 
Artikel 8 Waarde - Archeologie 3
 
De regels van artikel 29 'Waarde – Archeologie 3’ van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
 
Artikel 9 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed
 
De regels van artikel 33 ‘Waterstaat – Stroomvoerend rivierbed’ van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
 
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
 
De regels van artikel 34 ‘Waterstaat – Waterkering’ van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
 
3 Algemene regels
Artikel 11 Algemene bouwregels
 
11.1 ONDERGESCHIKTE BOUWONDERDELEN
 
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.
 
11.2 AFWIJKENDE MAATVOERING
 
Bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn opgericht in overeenstemming met de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, maar in afwijking van dit bestemmingsplan, zijn toegestaan in de bestaande maatvoering.
 
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
 
12.1 OVERGANGSRECHT BOUWWERKEN
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 
12.2 OVERGANGSRECHT GEBRUIK
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
 
Artikel 13 Slotregel
 
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels bestemmingsplan Ringdijk 2A, Boskantse Broekstraat en Houtsestraat 14D