Bestemmingsomschrijving
Algemeen
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
d. de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
-
e. nevenactiviteiten;
-
f. waterhuishoudkundige doeleinden;
-
g. extensief recreatief medegebruik;
-
h. doeleinden van openbaar nut;
-
i. erfbeplanting, wegbeplanting, landschapselementen, bosschages;
-
j. de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonnenergie alsmede warmte-koude opslag;
-
k. geluidwerende voorzieningen;
-
l. behoud, beheer en herstel en/of ontwikkeling van de verschillende karakteristieke landschapstypen en het waarborgen van de dynamiek daarbinnen;
-
m. het behoud, bheer en herstel van aardkundige waarden;
-
n. ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden": het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving;
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 3.1.2. opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
Nadere detaillering van de bestemming
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Agrarisch bouwvlak
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “bouwvlak” zijn agrarische bedrijven toegestaan.
Type agrarisch bedrijf en omschakeling
Ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" mag een grondgebonden agrarisch bedrijf of een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf - al dan niet in combinatie - worden uitgeoefend, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen "glastuinbouw", een glastuinbouwbedrijf is toegestaan.
Nevenactiviteiten
Voor nevenactiviteiten gelden de volgende bepalingen:
-
1. maximaal 25% van de bebouwde oppervlakte van het agrarische bedrijf tot een maximum van 350 m² van de bedrijfsgebouwen, mag worden gebruikt voor een niet-agrarische nevenactiviteit;
-
2. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel in streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten in ondergeschikte vorm. Hiervoor geldt de volgende voorwaarde:
-
a. maximaal mag 100 m2 verkoopvloeroppervlak voor deze detailhandelsactiviteit worden aangewend.
-
3. buitenopslag is niet toegestaan;
-
4. in afwijking van het bepaalde onder 1 zijn ter plaatse van de in onderstaande tabel opgenomen adressen de daarbij behorende nevenactiviteit. Het maximale bebouwde oppervlak dat ten behoeve van de nevenactiviteit mag worden gebruikt, mag niet meer bedragen dan in onderstaande tabel staat aangegeven.
Aanduiding
|
Adres
|
Nevenactiviteit
|
Max. bebouwd oppervlak
|
specifieke vorm van agrarisch-gvs
|
J. Steegweg 3
|
groothandel in veiligheidsschoenen
|
800 m²
|
hovenier
|
Houtsestraat 30
|
hoveniersbedrijf
|
-
|
hovenier
|
Graafseweg 302
|
hoveniersbedrijf
|
-
|
recreatie
|
Liendensedijk 5
|
kampeerboerderij / kleinschalig kamperen
|
580 m²
|
Landschappelijke waarden
De landschappelijke waarden worden gevormd door het open en grootschalige karakter van het gebied, de regelmatige verkavelingspatronen en met name het contrast met de hoger gelegen, besloten rivierduinen.
Extensief recreatief medebruik
De gronden gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik zijn beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Duurzame energie
Het opwekken van duurzame energie is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie.
Bouwregels
Algemeen
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Bebouwing binnen bouwvlak
Ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" mogen uitsluitend worden opgericht:
-
a. agrarische bedrijfsgebouwen;
-
b. teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van bouwwerken, zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
-
c. één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen per agrarisch bedrijf;
-
d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch-twee bedrijfswoningen" zijn maximaal 2 bedrijfswoningen toegestaan;
-
e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch-bedrijfswoning uitgesloten" is een bedrijfswoning niet toegestaan;
-
f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het agrarisch bedrijf.
Bouwen t.b.v. glastuinbouw
Voor het bouwen t.b.v. glastuinbouw geldt het volgende:
-
a. ten behoeve van glastuinbouw als nevenactiviteit, of ter plaatse van de aanduiding "glastuinbouw", mag de bebouwde oppervlakte aan glasopstanden eenmalig worden vergroot met 20% van de bestaande bebouwde oppervlakte, mits de uitbreiding in zijn geheel ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" kan worden gerealiseerd;
-
b. de bebouwde oppervlakte van nieuw op te richten glasopstanden, als nevenactivitet, mag niet meer bedragen dan 200 m².
Maatvoering en situering bebouwing binnen bouwvlak
De maatvoering van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak is als volgt:
BEDRIJFSGEBOUWEN PER BOUWBLOK
|
MAX.
|
GOOTHOOGTE
|
6 m
|
(NOK)HOOGTE
|
10 m
|
KASSEN
|
MAX
|
GOOTHOOGTE
|
7 m
|
(NOK)HOOGTE
|
10 m
|
HOOFDGEBOUW BEDRIJFSWONING
|
MAX.
|
GOOTHOOGTE
|
6 m
|
(NOK)HOOGTE
|
10 m
|
VRIJSTAANDE BIJGEBOUWEN BIJ BEDRIJFSWONING
|
MAX.
|
GEZAMENLIJKE OPPERVLAKTE PER WONING
|
120 m2
|
GOOTHOOGTE
|
3 m
|
(NOK)HOOGTE
|
6 m
|
HOOGTE ONDERBOUW VAN EEN HOOISCHELF
|
2,5 m
|
GOOTHOOGTE VAN EEN HOOISCHELF
|
6 m
|
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
|
MAX.
|
HOOGTE MESTBASSINS
|
8,5 m
|
HOOGTE SILO'S OF WATERBASSINS
|
15 m
|
HOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN
|
2 m
|
HOOGTE OVERIGE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE
|
6 m
|
Inhoud bedrijfswoning
Voor de inhoud van bedrijfswoningen geldt het volgende:
-
a. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 350 m3 maar kleiner dan 450 m3 dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 600 m3;
-
b. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 450 m3 maar kleiner dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 800 m3.;
-
c. indien de bestaande inhoud van de bedrijfswoning groter is dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan deze bestaande inhoud.
Herbouw
Aanvullend gelden voor herbouw van een woning de volgende voorwaarden:
-
a. de herbouw vindt grotendeels plaats op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten van de woning;
-
b. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
-
c. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning.
(Maatvoering) bebouwing buiten bouwvlak
Voor het oprichten van bouwwerken buiten het bouwvlak geldt het volgende:
-
a. uitsluitend mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het agrarisch grondgebruik worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 2 m, met dien verstande dat het oprichten van sleufsilo's niet is toegestaan;
-
b. ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik is voorts uitsluitend het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan zoals banken, picknicktafels e.d. met een maximale hoogte van 2 m;
-
c. paardenbakken buiten het bouwvlak, zijn niet toegestaan.
Ondergrondse gebouwen
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan daar waar bovengrondse bebouwing is gesitueerd;
-
b. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag ondergronds.
Ontheffing van de bouwregels
Ontheffing inhoud woning
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.5 teneinde de toegestane inhoud van de woningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
-
a. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 1000 m3;
-
b. de initiatiefnemer stelt een door de welstandscommissie goed te keuren nota van uitgangspunten op;
-
c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
-
d. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
e. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving.
Ontheffing kassen
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2 onder b teneinde het oprichten van teeltondersteunende kassen bij agrarische bedrijven niet zijnde glastuinbouwbedrijven, toe te kunnen staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. het toestaan van teeltondersteunende kassen mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de karakteristiek van onderhavige gronden, zoals omschreven in 3.1;
-
b. de kassen kunnen uitsluitend worden toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
-
c. de kassen dienen teeltondersteunend te zijn; dat betekent dat de kassen worden opgericht ten dienste van een vollegrond tuinbouwbedrijf;
-
d. de kassen mogen niet hoger zijn dan 8 m en de bebouwde oppervlakte van teeltondersteunende kassen mag per agrarisch bedrijf niet meer bedragen dan 1500 m².
Ontheffing teeltondersteunende voorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2 onder b teneinde het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak toe te kunnen staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de ontheffing richt zich uitsluitend op tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen; permanente voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
-
b. het toestaan van teeltondersteunende voorzieningen mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de karakteristiek van onderhavige gronden, zoals omschreven in 3.1.
Ontheffing paardenbak t.b.v. hobbymatig gebruik
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.7 onder c teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming of de bestemming Wonen - 1 paardenbakken toe te staan buiten het bouwvlak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de paardenbak kan redelijkerwijs niet worden gesitueerd binnen het bouwvlak of binnen het bestemmingsvlak Wonen - 1;
-
b. de paardenbak wordt aansluitend aan het bouwvlak of het bestemmingsvlak Wonen - 1gesitueerd;
-
c. de paardenbak wordt zodanig gesitueerd en/of ingepast dat deze geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden vormt;
-
d. schuurtjes, lichtmasten en andere aan de paardenbak verwante bouwwerken zijn niet toegestaan;
-
e. in afwijking van het bepaalde onder d is een stapmolen wel toegestaan;
-
f. de oppervlakte van de paardenbak bedraagt maximaal 800 m2;
-
g. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
Ontheffing schuilstal
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.7 teneinde buiten het bouwvlak de oprichting van een schuilstal mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de oppervlakte van de schuilstal mag niet meer bedragen dan 30 m²;
-
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
-
c. bij een schuilstal in de vorm van een hooischelf mag de hoogte van de onderbouw niet meer bedragen dan 2,5 m en de nokhoogte niet meer dan 6 m;
-
d. de schuilhut wordt landschappelijk ingepast.
Ontheffing kleine windturbines
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2 teneinde ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" de oprichting van 1 kleine windturbine ten behoeve van (aanvullende) stroomverziening op het betreffende perceel mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de ashoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 15 m;
-
b. de tiphoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 20 m;
-
c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
d. de ontheffing leidt niet tot een onevenredige aantasting van de in 3.1.2 genoemde waarden.
Ontheffing herbouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.2.6, teneinde verplaatsing of herbouw van een woning buiten de bestaande bebouwingscontour of fundamenten toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
-
a. er dient op enig punt aansluiting plaats te vinden op de bestaande funderingen; dit betekent dat de nieuwe situering van de te herbouwen woning in ieder geval dient aan te sluiten op de voormalige situering.
-
b. in afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan de woning volledig buiten de bestaande fundamenten of bebouwingscontour te situeren, indien:
-
1. dit vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk is; of
-
2. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is;
-
c. de nieuwe situering van de woning is stedebouwkundig en milieukundig aanvaardbaar;
-
d. door de herbouw wordt het landelijk karakter niet onevenredig aangetast;
-
e. de belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad.
Ontheffing van de gebruiksregels
Ontheffing opslag gevaarlijke stoffen
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.4.1 onder j ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding "bouwvlak" overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
-
b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
Ontheffing minicampings
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het toestaan van minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. kampeermiddelen zijn uitsluitend toegestaan op gronden gelegen op of tot maximaal 100 m uit het bouwvlak gerekend vanaf de achtergrens van het bouwvlak, of op een afstand van minimaal 100 m van het bestemmingsvlak Wonen - 1 gesitueerd;
-
b. slechts kampeermiddelen zijn toegestaan met een niet-permanent karakter (tenten, tentwagens, kampeerauto's, campers en toercaravans);
-
c. er zijn maximaal 25 kampeerplaatsen per minicamping toegestaan;
-
d. gebouwde voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen zoals sanitaire voorzieningen, zijn uitsluitend toegestaan op het agrarisch bouwblok, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 50 m2, en een maximale hoogte van 6 m;
-
e. de sanitaire voorzieningen worden, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing, of anders aansluitend aan de bestaande bebouwing;
-
f. ondergeschikte en ondersteunende horeca is toegestaan, met een inpandige oppervlakte van maximaal 30 m2 en een buitenpandige oppervlakte van maximaal 70 m2;
-
g. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. De initiatiefnemer dient hiertoe een door burgemeester en wethouders goed te keuren landschapsplan en realisatie overeenkomst te overleggen;
-
h. de voorziening is uitsluitend toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
-
i. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
j. de verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
-
k. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
-
l. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
-
m. de ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 3.1 omschreven waarden.
Ontheffing bed & breakfast
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.1.2 onder cteneinde een bed & breakfast toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. deze nevenactiviteit is enkel in de (bedrijfs)woning en de daarbij behorende bijgebouwen toegestaan;
-
b. de nevenactiviteit is ondergeschikt van aard;
-
a. de voor bed & breakfast gebruikte oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m²;
-
b. permanente bewoning of huisvesting van tijdelijke werknemers is niet toegestaan;
-
c. er wordt een nachtregister bijgehouden;
-
d. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
-
e. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
-
f. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
-
g. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast;
-
h. de ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 3.1 omschreven waarden.
Ontheffing mantelzorg
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.4.1 onder e en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg. Alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hieromtrent advies aan een onafhankelijk terzake deskundige instantie;
-
b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
-
c. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen; met dien verstande dat de maximale oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 120 m² mag bedragen;
-
d. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw/bedrijfsgebouw meer geschikt is;
-
e. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft/ hebben;
-
f. de voorziening dient te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit;
-
g. zakenrechtelijke splitsing is niet toegestaan;
-
h. de afhankelijke woonruimte mag geen eigen ontsluiting hebben;
-
i. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.
Burgemeester en wethouders trekken de verleende ontheffing zonder nadere afweging in indien de noodzaak van mantelzorg (als gevolg van verhuizen of overlijden) is komen te vervallen.
Ontheffing inpandige statische opslag als nevenactiviteit
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.1.2 onder cteneinde een grotere vloeroppervlakte ten behoeve van inpandige statische opslag toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de nevenactiviteit dient plaats te vinden binnen de aanwezige gebouwen; er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de nevenactiviteit plaats;
-
b. de opslag mag niet plaatsvinden in kassen;
-
c. de vloeroppervlakte van de bebouwing, die wordt aangewend voor de nevenactiviteit, mag niet meer bedragen dan 750 m2;
-
d. detailhandel ten behoeve van deze nevenactiviteit is niet toegestaan;
-
e. de milieubelasting mag niet toenemen;
-
f. de verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
-
g. het gebruik mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
-
h. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
-
i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
-
j. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
k. de ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 3.1 omschreven waarden.
Ontheffing tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.4.1 onder j ten behoeve van tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de huisvesting vindt plaats in een bestaand bedrijfsgebouw of een gedeelte daarvan;
-
b. indien de huisvestiging niet gerealiseerd kan worden zoals bedoeld onder a., kan huisvesting plaatsvinden in niet-zelfstandige woonunits, welke uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" gesitueerd mogen zijn en uitsluitend gedurende de periode bedoeld onder e,;
-
c. de tijdelijke huisvesting is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering vanuit het oogpunt van de opvang van de tijdelijke grote arbeidsbehoefte van dat bedrijf;
-
d. de huisvesting betreft uitsluitend medewerkers, die alleen binnen het bedrijf, waar ze gehuisvest zijn, werkzaamheden verrichten;
-
e. de huisvesting bedraagt niet meer dan 6 maanden binnen de periode van 1 maart tot en met 30 november;
-
f. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
-
g. het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
-
h. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
-
i. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
j. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
Ontheffing teeltondersteunende voorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.4.1 onder k ten behoeve van het plaatsen van teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
a. de teeltondersteunende voorzieningen zijn noodzakelijk ten behoeve van een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;
-
b. het plaatsen van teeltondersteunende voorzieningen leidt niet tot een onevenredige aantasting van de karakteristiek van onderhavige gronden, zoals omschreven in 3.1.
Aanlegvergunning
Aanlegvergunningplicht
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 3.6.4. opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Uitzonderingen vergunningenplicht
Het onder 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
-
a. welke plaatshebben ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
-
b. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
-
c. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
-
d. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
Toetsing aan aanwezige waarden
De in 3.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.6.4de toetsingscriteria weergegeven.
Schema aanlegvergunningen
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden
|
criteria voor verlening van de aanlegvergunning
|
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2, anders dan ten behoeve van recreatieve paden
|
het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden;
|
het beplanten van gronden met houtgewas in open gebieden
|
de landschappelijke waarden mogen niet onevenredig worden aangetast
|
bodemverstorende werkzaamheden in aardkundig waardevolle gebieden
|
de aardkundige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast
|