Plan: | Oosterweg 265 en 273 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0296.BGBOosterweg265-ON01 |
ONDERDEEL A: TOEPASSINGSVERKLARING
Op het plan zijn, voorzover onderdeel uitmakend van het plangebied, van toepassing de regels en verbeelding welke deel uitmaken van het bestemmingsplan buitengebied, bestaande uit:
met dien verstande dat die regels en verbeelding op onderstaande onderdelen worden
aangepast en/of aangevuld.
ONDERDEEL B: BESTEMMINGSPLAN
het bestemmingsplan 'Oosterweg 265 en 273' met identificatienummer NL.IMRO.0296.BGBOosterweg265-ON01 van de gemeente Wijchen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
het bestemmingsplan 'Buitengebied Wijchen' van de gemeente Wijchen, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0296.BGBBuitengebied-DF02, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 31 januari 2013 alsmede het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied herziening 2014' van de gemeente Wijchen, als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0296.BGBHerziening2014-DF01, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 16 oktober 2014.
een klein vrijstaand gebouw bestemd voor niet-langdurige verhuur voor recreatieve doeleinden in de vorm van verblijfsrecreatie aan steeds wisselende wandelaars, fietsers, ruiters, kanoërs of autogebruikers.
De regels van artikel 2 'Wijze van meten' van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
De regels van artikel 16 'Recreatie' van het bestemmingsplan Buitengebied worden voor dit plan integraal vervangen door onderstaande regeling:
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Voor recreatieve voorzieningen geldt het volgende:
Aanduidi ng | Activiteit | Adres | Bebouwd e oppervl akte (m²) | Aantal bedrijfsw oningen | Gemeens chappelij ke voorzieni ngen in m² | Aantal recreatiewoningen (rw), stacaravans (sc), trekkershutten (th), bungalows (b), appartementen (ap) en groepsaccomodatie s (ga) | |
kt | camping | Oosterweg 263 / 265 | 1005 | - | 1005 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatieverzamelgebouw (sr-vzg)' alsmede een terras voor ondersteunende horeca uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras (tr)'. | 25 in de vorm van tenten. Een tent heeft hierbij een maximale vloeroppervlakte van 20 m2 en een maximale hoogte van 3,5 m | |
sr- wei | dieren en/of speelweide alsmede kamperen tijdens 'De Nijmeegse vierdaagse'. | Oosterweg 263 / 265 | - | - | - | tenten voor de maximale tijdsduur van 2 weken per jaar voorzover verband houdend met het jaarlijks evenement 'De Nijmeegse vierdaagse' |
Binnen de bestemming is detailhandel toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane recreatieve voorzieningen.
Binnen de bestemming is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Buitenopslag is niet toegestaan, tenzij dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.
Parkeren is uitsluitend toegestaan op eigen terrein
Het opwekken van duurzame energie is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie.
Uitsluitend is ondersteunende horeca toegestaan.
Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte beroepsactiviteit aan huis toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten zijn niet toegestaan, behoudens met toepassing van een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.5.1.
De gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - weide' zijn bestemd voor dagrecreatieve activiteiten. Verblijfsrecreatie is uitsluitend toegestaan in de vorm en voor de tijdsduur zoals aangegeven in de tabel recreatieve voorzieningen als bedoeld in lid a van deze regels.
De gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatieverzamelgebouw' zijn naast gemeenschappelijke voorzieningen voor de ter plaatse van de aanduiding 'kt' toegestane camping mede bestemd voor kinderdagverblijf in een landelijke omgeving met een maximale omvang van 200 m2.
De gronden welke samenvallen met het bestemmingsvlak mogen uitsluitend voor de bouw van gebouwen worden aangewend, mits:
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor recreatieve voorzieningen geldt het volgende:
Indien en voorzover binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangeduid, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
Voor bedrijfswoningen geldt een maximale inhoudsmaat van 800 m3.
Aanvullend gelden voor herbouw van een woning de volgende voorwaarden:
Voor de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
BEDRIJFSGEBOUWEN | MAX. | ||
GOOTHOOGTE | 6 m | ||
BOUWHOOGTE | 10 m |
BEDRIJFSWONING | |||
GOOTHOOGTE | 6 m | ||
BOUWHOOGTE | 10 m |
BIJGEBOUWEN BIJ WONING | MAX. | ||
GEZAMENLIJKE OPPERVLAKTE PER WONING | 120 m2; | ||
GOOTHOOGTE | 3 m | ||
BOUWHOOGTE | 6 m |
TREKKERSHUTTEN | MAX | |
GOOTHOOGTE | 3 m | |
BOUWHOOGTE | 7 m | |
OPPERVLAKTE | 50 m2 |
BIJGEBOUW BIJ TREKKERSHUTTEN | MAX | |
GOOTHOOGTE | 2,2 m | |
BOUWHOOGTE | 3 m | |
OPPERVLAKTE | 12 m2 |
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE | MAX. |
HOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN | 2,5 m |
HOOGTE BALLENVANGHEKKEN | 7,5 m |
HOOGTE LICHTMASTEN | 9 m |
HOOGTE OVERIGE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE | 6 m |
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 met in achtneming van het bepaalde in 3.2.6 teneinde de toegestane inhoud van de woningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 teneinde ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak", per recreatiebedrijf de oprichting van 1 kleine windturbine ten behoeve van (aanvullende) stroomverziening op het betreffende perceel mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.5 teneinde verplaatsing of herbouw van een woning buiten de bestaande bebouwingscontour of fundamenten toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de maatvoering zoals die in 3.2 is aangegeven, met dien verstande dat de afwijking niet meer mag bedragen dan 10% van de voorgeschreven hoogte en oppervlakte.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.6 teneinde de (her)bouw van een bijgebouw toe te staan, terwijl de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen behorende bij de woning, groter is dan 120 m2, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
In aanvulling op het bepaalde van artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder e voor de uitoefening van een aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder g en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing " zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 3.6.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
In onderstaand schema zijn de omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden opgenomen en is per werk/werkzaamheid aangegeven wat de criteria voor verlening van de omgevingsvergunning is. Voor alle onderstaande werken en werkzaamheden geldt dat het werk of de werkzaamheid in overeenstemming dient te zijn met het gebruik conform de bestemming.
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen | de aanleg van wegen en overige verhardingen mogen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing tot gevolg hebben; er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding. |
het egaliseren, vergraven of ophogen van de bodem | het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast; de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing. |
het rooien van houtopstanden |
de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing; |
De regels van artikel 20 'Water' van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
De regels van artikel 21 'Wonen - 1' van het bestemmingsplan Buitengebied worden voor dit plan integraal vervangen door onderstaande regeling:
De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals perceelsontsluitingen, tuinen en erven en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:
Per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan.
Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte beroepsactiviteit aan huis toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten zijn niet toegestaan, behoudens na verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.5.3,.
De opwekking van duurzame energie is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie.
Ter plaatse van de aanduiding "opslag" is inpandige statische opslag toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De gronden welke samenvallen met een bestemmingsvlak Wonen - 1'' mogen uitsluitend voor de bouw van gebouwen worden aangewend, mits:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Indien in een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangeduid zijn gebouwen uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak", met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' een nutsvoorziening in bestaande goothoogte, (nok)hoogte en inhoudsmaat is toegestaan'.
Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
HOOFDGEBOUW VAN DE WONING | MAX. | ||
goothoogte | 6 m; | ||
(nok)hoogte | 10 m; | ||
Inhoud | Zie 5.2.5 |
BIJGEBOUWEN BIJ WONING | MAX. | ||
gezamenlijke oppervlakte per woning | 120 m2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwd oppervlak" de aangegeven oppervlakte als maximum voor vrijstaande bijgebouwen geldt; | ||
goothoogte | 3 m | ||
(nok)hoogte | 6 m, tenzij een afwijkende maximum bouwhoogte is toestaan, ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE | MAX. |
hoogte erfafscheidingen | 2 m |
hoogte carports c.q. overkappingen | 3 m tenzij een afwijkende maximum bouwhoogte is toestaan, ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
hoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 6 m |
oppervlakte paardenbakken | 1200 m2 tezamen met het deel dat eventueel binnen de agrarische bestemming is gesitueerd |
Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' een nutsvoorziening in bestaande goothoogte, (nok)hoogte en inhoudsmaat is toegestaan'.
In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in 5.2.3, geldt ter plaatse van de onderstaande aanduidingen het volgende:
Voor woningen geldt een maximale inhoudsmaat van 800 m3.
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden:
In afwijking van het bepaalde in 5.2.3 geldt voor zwembaden, niet zijnde een gebouw, dat:
Ondergrondse ruimten (kelders) bij woningen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag en mogen uitsluitend worden gesitueerd onder de woning (met inbegrip van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) dan wel tot maximaal 25 m2 buiten de woning, alsmede onder de vrijstaande bijgebouwen.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde de voorgeschreven goot- en bouwhoogte met 10% van de voorgeschreven hoogte te verhogen.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.5 teneinde de toegestane inhoud van de woningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde binnen het bestemmingsvlak de oprichting van 1 kleine windturbine ten behoeve van (aanvullende) stroomverziening op het betreffende perceel mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen te vergroten, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2.6 onder b teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 voorzover het de maximale goothoogte van bijgebouwen bij de woning betreft, teneinde een maximale goothoogte van 4,5 m aan één zijde te kunnen toestaan ten behoeve van een zgn kapschuur (schuur met ongelijke goothoogte) met dien verstande dan het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
In aanvulling op het bepaalde van artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen, het gebruiken en/of het laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen als bedoeld in 5.1.1 onder c. teneinde een bed & breakfastvoorziening voor maximaal 8 personen in maximaal 4 kamers toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4 onder a en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4 onder b voor de uitoefening van een aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De regels van artikel 28 'Waarde - Archeologie 2' van het bestemmingsplan Buitengebied zijn van overeenkomstige toepassing op dit bestemmingsplan.
Ten opzichte van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied wordt voor dit plan voorzien in onderstaande aanvullende regeling:
De voor Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, beheer en versterking van de cultuurhistorische waarden.
De cultuurhistorisch waardevolle gebieden als bedoeld in 7.1.1 betreffen de gebieden die zijn opgenomen in de cultuurhistorische waarderingskaart, zoals deze is opgenomen in Bijlage 1 bij dit plan, en zijn aangeduid als cultuurlandschappelijke waardering hoog. De waardering van deze gebieden is gebaseerd op de beleidsnota 'Samen in verscheidenheid' en in Bijlage 2 nader beschreven.
Onder de gebieden zoals genoemd in 7.1.2 bevinden zich ook de oude bebouwingslinten en de belangrijkste (historische) doorgaande wegen en waterlopen. De cultuurhistorische waarden van deze gebieden bestaan uit:
Burgemeester en wethouders kunnen gelet op het bepaalde in 7.1 nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.
bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn opgericht in overeenstemming met de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, maar in afwijking van dit bestemmingsplan, zijn toegestaan in de bestaande maatvoering.
Ter plaatse van de aanduiding "Vrijwaringszone - molenbiotoop" geldt ten behoeve van het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van de molen, het volgende:
Onverminderd het bepaalde in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in a teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemmingen toe te staan, mits de hierdoor hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig in gevaar kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
Het onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De onder a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig in gevaar kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 11.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 11.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 11.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 11.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 11.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 11.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Oosterweg 265 en 273.