Plan: | VAB St. Jorispad Alverna |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0296.BGBvabstjorispad-OW01 |
De voor 'Agrarisch met waarden - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 3.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Gestreefd wordt naar behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Dit houdt in dat het beleid is gericht op behoud en ontwikkeling van de historische verkavelingstructuur en kleinschaligheid van het landschap. daarnaast dienen de binnen het gebied voorkomende reliefrijke bodem, kronkelende wegen, het door bos en heide ontstane besloten karakter en voorkomende landschapselementen te worden gehandhaafd.
Verder is het beleid gericht op behoud en bescherming van de historische bebouwing bestaande uit kastelen, landgoederen en boerderijen, de compacte en historische dorpen en de verspreid liggende bebouwing aan de dijk alsmede de openheid en doorzichten die hierdoor ontstaan.
Gestreefd wordt naar behoud en bescherming van aardkundige waarden. Dit houdt in dat de aan het gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het aanwezig zijn van bijzondere aardkundige verschijnselen zoals dalglooiingen, steilranden en bodemovergangen, dienen te worden beschermd.
Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Voor het oprichten van bouwwerken geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.1 teneinde het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen toe te kunnen staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2 onder c teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming of de bestemming Wonen paardenbakken toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2teneinde ten behoeve van dierenwelzijn op solitair gelegen weilanden de oprichting van een schuilstal mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik of het laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen in combinatie met hetgeen bepaald is in artikel 4.5.1 ontheffing verlenen ten behoeve van het toestaan van minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 3.6.4. opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.
Het onder 3.6.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.6.1. bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1.1, nader gedetailleerd in 3.1.2. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.6.4. de toetsingscriteria weergegeven.
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke en ecologische waarden; |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; |
het aanplanten van houtopstanden danwel het vellen of rooien van houtgewas | er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; |
het diepploegen en diepwoelen van de bodem; het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem; |
er mag geen aantasting plaatsvinden van het reliëfrijke karakter van de bodem; de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onomkeerbare aantasting van de aardkundige waarden; de openheid van de open akkers mag niet onevenredig worden aangetast; de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf en/of in het kader van natuur- en landschapsontwikkeling; |
het aanbrengen van hoge (voorzover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen |
de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden als omschreven in 3.1; |
het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; het graven en dempen van waterpartijen en watergangen. |
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden de werkzaamheden dragen bij aan het herstel van verstoorde waarden; de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; |