direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein
Plan: Breekwagen, uitbreiding kantine Moors, Bergharen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.BHRbrwkantinemoors-OW01

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • bedrijven;
  • detailhandel;
  • in- en uitritten;
  • groenvoorzieningen;
  • nutsvoorzieningen;

een en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen en bedrijfskantines en (on)bebouwde gronden, alsmede overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1

a Bedrijfsactiviteiten

Uitsluitend zijn, behoudens ontheffing, toegestaan bedrijven indien deze behoren tot de categorieën 1 t/m 3 uit de staat van bedrijfsactiviteiten lijst 1 en 2 (bijlage), met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-staalconstructiebedrijf' (categorie 4) tevens een staalconstructiebedrijf is toegestaan.

Bedrijven welke vallen onder artikel 2.4. van Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer alsmede risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan.

b Parkeren

Elk bedrijf dient op eigen erf te voorzien in zijn parkeerbehoefte.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de gronden als bedoeld in 4.1 zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale bouwhoogte (m)' mag de maximale en minimale bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • c. ondergronds bouwen is toegestaan waar bovengrondse bebouwing aanwezig is, met dien verstande dat:
    • 1. de verticale diepte maximaal 5 m mag bedragen;
    • 2. in afwijking van het hierboven bepaalde onder a. mag, waar geen bovengrondse bebouwing aanwezig is, maximaal 25m² ondergronds worden gebouwd in aansluiting op de onder c. bedoelde ondergrondse bebouwing.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 m;
  • b. voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor zover gelegen binnen het bouwvlak bedraagt de hoogte maximaal 12 m met dien verstande dat vrijstaande reclame-uitingen uitsluitend via ontheffing zijn toegestaan.
3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.3.1 Ontheffing hogere terreinafscheiding

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.2.3, voor het toestaan van hogere terreinafscheidingen tot een maximum van 3 m, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de noodzaak hiertoe bestaat uit het oogpunt van een doelmatige bedrijfsvoering van het op het betreffende perceel gevestigde bedrijf;
  • b. de terreinafscheiding vanaf 1 m hoogte voor 90% uit een open constructie bestaat;
  • c. de terreinafscheiding niet leidt tot een onevenredige aantasting van het gebruik op aangrenzende gronden;
  • d. terreinafscheidingen die op de gezamenlijke perceelsgrens met een openbaar gebied zijn gebouwd vanaf 1 m hoogte voor 90% uit een open constructie dienen te bestaan.
3.3.2 Ontheffing reclamezuil

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.3 voor het oprichten van een reclamezuil met een maximale hoogte van 10 m en een maximale aanduidingsoppervlakte van 6 m², met dien verstande dat:

  • a. binnen het gehele bedrijventerrein Breekwagen maximaal 3 van deze reclame-uitingen zijn toegestaan;
  • b. hierdoor geen onevenredige beschaduwing, lichthinder of uitzichtbeperking ontstaat van of op aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels

In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 in de Wro en Artikel 6 van deze regels, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruik van de gronden en gebouwen voor;

  • a. bedrijfswoningen
  • b. zelfstandige kantoren;
  • c. detailhandel, waaronder detailhandel in volumineuze goederen, met uitzondering van een beperkte verkoop van ter plaatse vervaardigde, geproduceerde of bewerkte goederen;
  • d. buitenopslag buiten het bouwvlak; buitenopslag binnen het bouwvlak is uitsluitend toegestaan ten dienste van de bedrijfsvoering tot een maximale hoogte van 6m.
  • e. windturbines.
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1 Ontheffing andere bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.1.2onder a voor de vestiging van een bedrijf dat niet is vermeld in de 'staat van bedrijfsactiviteiten', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het bedrijf dient voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld te kunnen worden aan een bedrijf behorende tot milieucategorie 1 t/m 3 van de 'staat van bedrijfsactiviteiten' lijst 1 en 2;
  • b. de aard en de activiteiten van het bedrijf leiden ook overigens niet tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving.
3.5.2 Ontheffing risicovolle inrichtingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in in 3.1.2 onder a voor de vestiging van risicovolle inrichtingen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. voldaan wordt aan de wettelijke normen met betrekking tot de externe veiligheid;
  • b. hierover advies wordt ingewonnen bij een terzake deskundige.
3.5.3 Ontheffing detailhandel

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.4onder c. ten behoeve van het

van de in 3.1 bedoelde gronden voor detailhandelsbedrijven, waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze gezien de omvang en de aard van de goederen, zoals auto's en boten, niet elders passen in de kern van Bergharen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein worden gerealiseerd;
  • b. de vestiging van een dergelijke perifere detailhandel niet mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het voorzieningenniveau binnen het verzorgingsgebied in Wijchen.