Plan: | 2e herziening PIP Waterdunen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9929.IPPWatdunen2eHer-VG01 |
het inpassingsplan 2e herziening PIP Waterdunen met identificatienummer NL.IMRO.9929.IPPWatdunen2eHer-VG01 van de provincie Zeeland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde ervan.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen krachtens een vóór dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een vrijstaand gebouw of hooguit door middel van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoofdgebouw verbonden gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw zoals bijvoorbeeld garages, hobbyruimten, bergingen en huisdierenverblijven, maar geen woon- en werkruimten.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels van de inpassingsplannen PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.vIPPWatdunen-ONH1), 1e herziening PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.IPPWatdunen1eHerz-VA01) en 2e herziening PIP Waterdunen, in samenhang bezien, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.'
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
het tussen zonsopgang en zonsondergang benutten van voor de recreatie bestemde, c.q. ingerichte gronden en voorzieningen.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
natuur die wordt gekenmerkt door een natuurlijke overgang van rivier- naar zeewater dat onder invloed van het getij voortdurend verandert.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
de plaats waar een persoon gedurende een jaar de meeste nachten doorbrengt in combinatie met de plaats waar het sociale leven van de persoon zich afspeelt.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een door burgemeester en wethouders dan wel gedeputeerde staten aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake het landschapwaarden, cultuurhistorische waarden en / of natuurwaarden.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.
een nevenactiviteit die bij een agrarisch bedrijf, of als zelfstandige activiteit bij een voormalig agrarisch bedrijf, mag worden ondernomen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
beneden peil.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet of geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is door een persoon, huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. Hieronder vallen tevens bijzondere woonvormen in de vorm van begeleid wonen door (licht) verstandelijk gehandicapten en ex-psychiatrische patiënten.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
de teelt van grondgebonden dan wel watergebonden gewassen met een zilt karakter en/ of de teelt van aquatische organismen (aquacultuur), mede ten behoeve van de recreatieve natuurbeleving.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c,q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels ( en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, balkons, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 meter wordt overschreden.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Het verbod in 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.3 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en/of landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het college schriftelijk advies in bij een landschaps- en/of natuurbeschermingsdeskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de natuur- en/of landschapswaarden niet onevenredig wordt geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor Natuur - Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.2 onder c tot een bouwhoogte van ten hoogste 5 meter.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur - Recreatie zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Het verbod in 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 4.4 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en/of landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het college schriftelijk advies in bij een landschaps- en/of natuurbeschermingsdeskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de natuur- en/of landschapswaarden niet onevenredig wordt geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Gebouwen en overkappingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van ten hoogste 1 strandpost met een maximale oppervlakte van 40 m2 en een maximale goothoogte en bouwhoogte van respectievelijk 4 meter en 8 meter, gemeten vanaf de bovenkant van de vloer van het gebouw;
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | Inhoud |
bijgebouwen en overkappingen bij de woning | 3,5 m | 6 m | ten hoogste 40% van het zijerf en achtererf met een maximum van 60 m² |
|
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
Burgemeester en wethouders kunnen in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 onder f voor het vergroten van de maximaal toelaatbare oppervlakte bijgebouwen ten behoeve van het stallen van (klein)vee of de opslag van materieel ten behoeve van het onderhoud van het perceel tot een gezamenlijk oppervlakte van de bijgebouwen van ten hoogste 120 m², met dien verstande dat een afwijking alleen kan worden toegestaan op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 3.500 m².
Burgemeester en wethouders kunnen in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 onder c voor de bouw van een aan- of uitbouw of bijgebouw op een kleinere afstand tot of in de zijdelingse perceelsgrens, mits dit niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | Inhoud |
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) | 7 m | 11 m | ten hoogste 40% van het bouwperceel | maximaal 1000 m3 |
bijgebouwen en overkappingen bij de woning | 3,5 m | 6 m | ten hoogste 40% van het zijerf en achtererf met een maximum van 60 m² |
|
recreatiewoning Slikkenburgseweg 7a (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen. | 3,5 m | 66 m2 | ||
recreatiewoning Slikkenburgseweg 7b (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen. | 3,5 m | 45 m2 | ||
recreatiewoning Slikkenburgseweg 7c (inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen. | 3,5 m | 45 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 onder f voor het vergroten van de maximaal toelaatbare oppervlakte bijgebouwen ten behoeve van het stallen van (klein)vee of de opslag van materieel ten behoeve van het onderhoud van het perceel tot een gezamenlijk oppervlakte van de bijgebouwen van ten hoogste 120 m², met dien verstande dat een afwijking alleen kan worden toegestaan op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 3.500 m².
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in 7.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van het vestigen van een NED, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 onder c voor de bouw van een aan- of uitbouw of bijgebouw op een kleinere afstand tot of in de zijdelingse perceelsgrens, mits dit niet leidt tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
Burgemeester en wethouders kunnen in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 onder e voor het bouwen van een gebouw of overkapping binnen een afstand van 20 meter tot de bestemming Verkeer, mits:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in 13.1 een omgevingsvergunning verlenen voor een nieuwe economische drager (NED), met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten ten behoeve van bouw van een extra woning in samenhang met de sloop van overtollige bebouwing, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' tot een hoogte van maximaal 6 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2 voor bebouwing welke op grond van de overige bestemmingen ter plaatse is toegelaten, indien het belang van de waterkering daardoor niet onevenredig wordt of kan worden geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 8.3.1 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Op plaatsen waar bovengronds gebouwd mag worden op basis van de regels van de bestemmingen in dit plan mag eveneens ondergronds worden gebouwd.
Met betrekking tot de bestaande afstanden en andere maten gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'Gebiedsaanduiding overige zone - aanpassing planregels Wonen en Wonen - 1' blijven de regels van de inpassingsplannen PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.vIPPWatdunen-ONH1) en 1e herziening PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.IPPWatdunen1eHerz-VA01) onverkort van toepassing, met dien verstande dat de regels als volgt worden gewijzigd:
de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | Inhoud |
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) | 4 m | 9 m | ten hoogste 40% van het bouwperceel | maximaal 1000 m3 |
bijgebouwen en overkappingen bij de woning | 3,5 m | 6 m | ten hoogste 40% van het zijerf en achtererf met een maximum van 60 m² |
|
met dien verstande dat bij de bepaling van het bouwperceel uitgegaan dient te worden van een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels van de inpassingsplannen PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.vIPPWatdunen-ONH1), 1e herziening PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.IPPWatdunen1eHerz-VA01) en 2e herziening PIP Waterdunen, in samenhang bezien, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte | Inhoud |
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) | 7 m | 11 m | ten hoogste 40% van het bouwperceel | maximaal 1000 m3 |
bijgebouwen en overkappingen bij de woning | 3,5 m | 6 m | ten hoogste 40% van het zijerf en achtererf met een maximum van 60 m² |
|
met dien verstande dat bij de bepaling van het bouwperceel uitgegaan dient te worden van een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels van de inpassingsplannen PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.vIPPWatdunen-ONH1), 1e herziening PIP Waterdunen (NL.IMRO.9929.IPPWatdunen1eHerz-VA01) en 2e herziening PIP Waterdunen, in samenhang bezien, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
De algemene afwijkingsregels luiden als volgt:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen en aanduidingsgrenzen, voorzover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 15 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van de inwerkingtreding van het plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het inpassingsplan '2e herziening PIP Waterdunen'.