direct naar inhoud van Artikel 7 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Wegrestaurant Maas en Waalweg Afferden
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0225.BPaffwegrestaurant-1002

Artikel 7 Leiding - Hoogspanningsverbinding

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het transport van elektriciteit door een bovengrondse hoogspanningsverbinding;
  • b. de aanleg, de instandhouding en bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Op of in de in het eerste lid bedoelde gronden mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, geen gebouwen worden gebouwd.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in de in het eerste lid bedoelde gronden mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden, met uitzondering van:

  • a. hoogspanningsmasten ten behoeve van de aangeduide hoogspanningsleiding, waarbij de hoogte niet meer mag bedragen dan 60 meter;
  • b. bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, waarbij de hoogte niet meer mag bedragen dan 6 meter;
  • c. terreinafscheidingen, waarbij de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter.
7.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de beheersinstantie van de betrokken leiding, ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede lid en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, overeenkomstig de basisbestemming worden gebouwd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleiding.

7.4 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden op of in de in het eerste lid bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
    • 2. het ophogen, egaliseren, mengen, verlagen of afgraven van de bodem;
  • b. Het verbod, zoals bedoeld onder a, geldt niet voor:
    • 1. werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
    • 2. werken en werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ontheffing is verleend, zoals in het derde lid bedoeld;
    • 3. werken en werkzaamheden ter voortzetting van de bestaande bodemexploitatie en bodemgebruik;
    • 4. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 5. werken en werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
  • c. Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld onder a, winnen zij schriftelijk advies in bij de beheersinstantie van de betrokken leiding omtrent de vraag of het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleiding niet onevenredig wordt of kan worden aangetast en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.