direct naar inhoud van Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Afferdense en Deestse Uiterwaarden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0225.BPadw-1303

Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding

10.1 Bestemmingsomschrijving

Op de voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een bovengrondse 380 KV hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. Op de voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd;
  • b. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor deze bestemming(en) geldende bouwregels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en bouwhoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2, voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen.

Indien door de bouw, de situering dan wel de hoogte van een bouwwerk, schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken leiding, wijkt het bevoegd gezag niet af.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Verbod

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de voor aangewezen gronden de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van beplanting of bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden of het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen waartoe worden gerekend afgraven, ontginnen en ophogen;
  • e. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • f. het permanent opslaan van goederen.
10.4.2 Uitzondering op het verbod

Het in 10.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. niet van invloed zijn op de veiligheid van de betreffende leiding;
  • b. verband houden met de aanleg van de bovengrondse hoogspanningsverbinding;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
  • d. het normale onderhoud van de verbinding en belemmeringenstrook betreffen of die de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen.
10.4.3 Verlening

De in 10.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt verleend, indien:

  • a. de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de verbinding;
  • b. de omgevingsvergunning kan niet eerder worden verleend dan nadat de leidingbeheerder schriftelijk advies heeft uitgebracht.