direct naar inhoud van Regels
Plan: Sportpark De Gelenberg 2022
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0225.BPbuiGelenb22-2202

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het wijzigingsplan 'Sportpark De Gelenberg 2022' met identificatienummer NL.IMRO.0225.BPbuiGelenb22-2202 van de gemeente Druten.

1.2 wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0225.BPbuitengebied-1603 met de bijbehorende regels en bijlagen, vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 24 maart 2016.

1.4 3e periodieke herzieining Druten

de partiële herziening daarvan in de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0225.BPperiodiekstgbg03-1803 met de bijbehorende regels en bijlagen, vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 1 maart 2018.

1.5 5e periodieke herziening Druten

de partiële herziening daarvan in de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0225.BPperiodiekstgbg05-2103 met de bijbehorende regels en bijlagen, vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 3 juni 2021.

Op het wijzigingsplan zijn verder de begrippen behorende bij het bestemmingsplan, zoals genoemd in lid 1.3, van toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het bestemmingsplan zoals genoemd in lid 1.3.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Sport

De regels in artikel 15 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in artikel 1, lid 1.3, zijn van toepassing, met dien verstande dat:

  • a. artikel 15.2.2 lid a wordt aangepast zodanig dat deze komt te luiden:
    de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen mag niet meer bedragen dan 10.000 m²;
  • b. artikel 15.2.2 lid b wordt aangepast zodanig dat deze komt te luiden:
    de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 5 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' de aangeduide bouwhoogte geldt;

Artikel 4 Waarde - Archeologie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
  • b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.4.1 Verbod

Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals afgraven, diepploegen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos, boomgaard of diepwortelende beplanting, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleggen van drainage, verwijderen van funderingen;
  • b. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • c. het aanleggen van leidingen.
4.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 4.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  • c. op / in gronden plaatsvinden waarvan kan worden aangetoond dat reeds verstoring heeft plaatsgevonden die dieper reikt dan de waardevolle archeologische vondstlaag; bij de beoordeling hiervan kan het bevoegd gezag advies inwinnen bij een archeologisch deskundige.
4.4.3 Toetsingscriteria
  • a. De in lid 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
  • b. Alvorens over de aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
  • c. Een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 3

De regels in artikel 25 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in artikel 1, lid 1.3, zijn van toepassing.

Artikel 6 Waarde - Archeologie 4

De regels in artikel 26 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in artikel 1, lid 1.3, zijn van toepassing.

Artikel 7 Waarde - Archeologie 5

De regels in artikel 5 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in artikel 1, lid 1.3, zijn van toepassing.

Artikel 8 Waarde - Cultuurhistorische waarde

De regels in artikel 8 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in artikel 1, lid 1.4 zijn van toepassing.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

De regels in artikel 35 van het bestemmingsplan, zoals genoemd in artikel 1, lid 1.3, zijn van toepassing.

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Op het wijzigingsplan zijn de algemene regels uit hoofdstuk 3 behorende bij het bestemmingsplan, zoals genoemd in lid 1.3, van toepassing.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:Regels van het wijzigingsplan 'Sportpark De Gelenberg 2022'.