Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Periodiek plan Gemeente Druten 2017
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0225.BPperiodiekstb01-1702

Toelichting

1 Inleiding
 
1.1 Aanleiding
De afgelopen jaren heeft de gemeente Druten de bestemmingsplannen voor haar kernen geactualiseerd en gedigitaliseerd. Dit actualisatie- en digitaliseringstraject is momenteel nagenoeg afgerond en de gemeente maakt nu de slag naar het beheer van haar bestemmingsplannen. Dit doet zij door te gaan werken met het systeem van periodieke plannen. In dit systeem wordt er elke negen maanden gestart met een nieuw bestemmingsplan, waarmee initiatieven/ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, nieuwe beleidsinzichten worden doorgevoerd en geconstateerde omissies in bestemmingsplannen worden hersteld.
 
Voorliggend bestemmingsplan betreft het eerste zogenaamde periodieke plan. In dit eerste periodiekplan worden enkele omissies op de verbeelding hersteld. Daarnaast worden in dit plan uniforme regels gegeven voor de komplannen van de gemeente Druten. Met deze verdere uniformering wordt alvast ingespeeld op de nieuwe Omgevingswet.
1.2 Plangebied
Het plangebied betreft de komplannen van de gemeente Druten, met uitzondering van de bedrijventerreinen Westerhout en Van Heemstraweg-Zuid.
1.3 Geldende bestemmingsplannen
Voor de verschillende kommen van de gemeente Druten gelden diverse bestemmingsplannen. In de volgende tabel zijn deze geldende bestemmingsplannen weergegeven.
 
KernGeldend bestemmingsplanVaststellingsdatum
DrutenDruten-Zuid27 september 2012
 Kom Druten16 mei 2013
AfferdenKom Afferden16 februari 2012
DeestKom Deest4 juli 2013
HorssenKom Horssen5 juli 2012
PuiflijkKom Puiflijk27 september 2012
1.4 Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een planbeschrijving. In hoofdstuk 3 wordt het bestemmingsplan op haalbaarheid getoetst. Hoofdstuk 4 bevat vervolgens een juridische planbeschrijving. Tot slot bevat hoofdstuk 5 de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
 
2 Planbeschrijving
Voorliggend bestemmingsplan bestaat uit twee onderdelen: een aantal aanpassingen van de verbeelding en het uniformeren van de planregels. In dit hoofdstuk worden deze twee onderdelen nader beschreven.
2.1 Aanpassingen
2.1.1 Heuvel 35, Druten
Ter plaatse van het perceel Heuvel 35 in Druten is een kleine omissie in het bestemmingsplan aanwezig. De meest westelijke strook van het perceel heeft de bestemming 'Tuin', terwijl dit 'Wonen' moet zijn.
 
Vertaling in bestemmingsplan
De bestemming van de westelijke strook tuin op het perceel is gewijzigd in 'Wonen'.
2.1.2 Waalbandijk 123, Druten
Aan de Waalbandijk 123 in Druten ligt het bedrijfsperceel van Wijgula. Het bedrijfsperceel ligt voor een deel binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan 'Kom Druten'. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming 'Bedrijf'. Het andere deel van het bedrijfsperceel ligt binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan 'Buitengebied Druten'. Het perceel heeft binnen dit bestemmingsplan de bestemming 'Verkeer'. Een fragment van de verbeelding van de verschillende bestemmingsplannen is op de volgende afbeelding weergegeven.
 
Verbeelding geldende bestemmingsplannen
 
Het verzoek is om het gedeelte van het perceel met de bestemming 'Verkeer' ook de bestemming 'Bedrijf' te geven, overeenkomstig de rest van het perceel. Daarnaast ontbreekt de aanduiding kantoor op het perceel, terwijl het gebruik als kantoor wel specifiek was opgenomen in het voorgaande bestemmingsplan. Het gebruik als kantoor is hierdoor onder het overgangsrecht geplaatst. Dit is een onwenselijke situatie.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Conform het verzoek is voor het gehele perceel een bedrijfsbestemming opgenomen. Daarnaast is overeenkomstig de huidige bedrijfsvoering binnen het bouwvlak de aanduiding 'kantoor' opgenomen.
2.1.3 Pas 2, Afferden
Op het perceel hoek Koningstraat/Pas in Afferden is een bedrijfswoning aanwezig. Deze is ook als zodanig, met de aanduiding 'bedrijfswoning', opgenomen in het bestemmingsplan. Het achterste gedeelte van de bedrijfswoning is onlangs verbouwd tot zelfstandige woonruimte. Op het perceel zijn dus twee woningen aanwezig. Omdat binnen de aanduiding 'bedrijfswoning' slechts één bedrijfswoning aanwezig mag zijn, is een aanpassing van het bestemmingsplan gewenst.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor de nieuwe woning, met het huisnummer Pas 2, is binnen de geldende bestemming 'Agrarisch' de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' opgenomen.
2.1.4 Kraaienpoel 50, Horssen
Ter plaatse van het perceel Kraaienpoel 50 in Horssen geldt het bestemmingsplan 'Kom Horssen'. Binnen dit bestemmingsplan heeft het perceel een woonbestemming. In tegenstelling tot het voorheen geldende bestemmingsplan zijn echter geen nadere aanduidingen opgenomen. In het voorheen geldende bestemmingsplan had het perceel namelijk een bouwvlak en de bouwaanduiding 'vrijstaand'. Het verzoek is om deze aanduidingen weer op te nemen.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan is voor het perceel een bouwvlak met de bouwaanduiding 'vrijstaand' opgenomen.
2.1.5 Koningsweg, Puiflijk
Op basis van een verleende omgevingsvergunning (‘projectbesluit’) zijn de agrarische gebruiksmogelijkheden op een perceel aan de Koningsweg in Puiflijk verruimd. Deze vergunning moet nog in het bestemmingsplan worden verwerkt.
 
Vertaling in bestemmingsplan
De bestemming van het perceel 'Agrarisch met waarden' is gewijzigd in 'Agrarisch'.
2.2 Uniformeren planregels
Zoals aangegeven in de toelichting paragraaf 1.3 gelden voor de kommen van de gemeente Druten verschillende bestemmingsplannen. De regels van deze plannen verschillen echter per plan. De wens is om uniforme regels voor de komplannen van Druten op te stellen. Om tot deze uniforme regels te komen heeft de gemeente Druten in 2015 het 'Handboek digitale planregels gemeente Druten' geactualiseerd. Bij het opstellen van de nieuwe, uniforme regels is dit handboek als basis gebruikt. Het uniformeren van de regels heeft slechts beperkt geleid tot aanpassing van de verbeelding. Deze aanpassingen zijn echter ondergeschikt en hebben geen gevolgen voor de mogelijk- dan wel onmogelijkheden van een locatie. Zo zijn bijvoorbeeld de verschillende bestemmingen 'Gemengd' hernummerd. 
 
3 Uitvoerbaarheid
De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet aangetoond worden. Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.), als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.
 
Ruimtelijk relevante aspecten
Het bestemmingsplan omvat een aantal aanpassingen van de verbeelding en het uniformeren van de regels. Wat betreft de aanpassingen gaat het om beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden gegeven. Het betreft het vastleggen van de bestaande situatie / bestaande rechten die in de geldende bestemmingsplannen niet juist zijn opgenomen. Aanvullende onderzoeken zijn hiervoor niet noodzakelijk. Waar nodig zijn deze onderzoeken in het kader van een eerdere procedure (omgevingsvergunning, bestemmingsplan) reeds uitgevoerd.
 
Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk plan tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro, kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Dit bestemmingsplan bestaat uit een correctie van geldende plannen en het uniformeren van de regels. De kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan komen dan ook voor rekening van de gemeente. De aanpassingen die zijn opgenomen in dit bestemmingsplan betreffen kleine aanpassingen, waarvoor geen exploitatieplan vastgesteld hoeft te worden.   
 
4 Juridische planopzet
4.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).     
 
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
 
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft de beweegredenen weer die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
4.2 Verbeelding
Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij andere bepalingen als gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken etc. Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart).
4.3 Planregels
De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk I bevat de inleidende regels voor het hele plangebied. Hoofdstuk II geeft de bestemmingsregels. Hoofdstuk III geeft vervolgens de algemene regels, waaronder (mogelijke) flexibiliteitsbepalingen in de vorm van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden. In dit derde hoofdstuk kunnen belangrijke algemene bepalingen zijn opgenomen die van invloed zijn op het bepaalde in hoofdstuk II. Ten slotte regelt hoofdstuk IV de overgangs- en slotbepalingen.
 
De regels van de vigerende plannen zijn met elkaar vergeleken. Waar er binnen de regeling verschillen waren zijn de regels op elkaar afgestemd om te komen tot één uniforme set met regels. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat bestaande rechten worden gehandhaafd.
 
5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.1 van het Bro overleg plaats te vinden met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.
 
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage te worden gelegd. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens op de dag na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 
5.1 Verslag artikel 3.1.1 Bro overleg en inspraak
Met voorliggend bestemmingsplan zijn geen belangen van overlegpartners in het geding. Expliciet vooroverleg is derhalve niet noodzakelijk.
Op grond van de ‘Inspraakverordening gemeente Druten 2015’ wordt voor periodieke bestemmingsplannen geen inspraak verleend.
5.2 Verslag zienswijzen
In deze paragraaf zal, na de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, een verslag opgenomen worden van de binnengekomen zienswijzen.