4.4 Geluid
De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. De Wet geluidhinder is sinds het einde van de jaren zeventig een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen, worden beschermt tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie.
De wet geluidhinder (Wgh en Bgh) kent de volgende geluidgevoelige bestemmingen:
- Woningen;
- Onderwijsgebouwen (een gymnastieklokaal maakt geen onderdeel uit van een onderwijsgebouw bij toepassing van de Wet geluidhinder);
- Ziekenhuizen en verpleeghuizen;
- Verzorgingstehuizen;
- Psychiatrische inrichtingen;
- Medische Centra;
- Poliklinieken;
- Medische kleuterdagverblijven.
Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurd aan de hand van vastgestelde zoneringen. Door deze zoneringen is er sprake van een sterke link met de Wro. De naam 'Wet geluidhinder' doet vermoeden dat hier sprake is van een alles omvattende regelgeving, echter niet alle geluidsaspecten worden in de Wet geluidhinder geregeld. De belangrijkste onderdelen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn:
- toestellen en geluidwerende voorzieningen;
- industrielawaai;
- wegverkeerslawaai;
- spoorweglawaai;
- geluidbelastingkaarten en actieplannen.
De meest voorkomende vorm van geluidhinder is degene die wordt veroorzaakt door het wegverkeer. Volgens de Wgh mag de geluidsbelasting op woningen in principe de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschrijden. De voorkeursgrenswaarden is de waarde die zonder meer kan worden toegestaan. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). Indien na akoestisch onderzoek blijkt dat de grenswaarden van de gevelbelasting worden overschreden dient er een ontheffing te worden verkregen via een hogere voorkeursgrenswaarde procedure.
Door Witteveen + Bos is een geluidsonderzoek
[1] uitgevoerd. Dit geluidsonderzoek is op 28 september 2006 opgemaakt voor de Brokking-locatie. Het rapport laat zien dat de woningen op de Brokking locatie, met betrekking tot het aspect geluid, geen belemmeringen zullen ondervinden. Na het uitvoeren van dit onderzoek is het ontwerp voor het plangebied gewijzigd. Daarom is door adviesbureau Weel een nieuw akoestisch onderzoek
[2] uitgevoerd. Dit onderzoek, opgesteld 26 juni 2010, toont aan dat de woningbouw mogelijk is. Er is een zeer beperkte overschrijding van de voorkeursgrenswaarden met 3 dB op een aantal meetpunten. Er zal derhalve wel een ontheffingsprocedure hogere waarden gevoerd moeten worden gelijk met het bestemmingsplan.
Conclusie
Middels een akoestisch onderzoek is beoordeeld of de beoogde geluidgevoelige woonfunctie inpasbaar is in het gebied. Het onderzoek toont aan dat de functie inpasbaar is. Er is een beperkte overschrijding van de voorkeursgrenswaarden waarvoor een ontheffing verleent moet worden.
[1] Witteveen + Bos, geluid zonering wegverkeerslawaai en industrielawaai, LPK8-1/sarg/010, 28-9-2006
[2] Adviesbureau Weel, Akoestisch onderzoek Brokkinglocatie, SRO.10.04, 26/6/2010