7.1.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels ten behoeve van:
-
a. het afwijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende redenen zijn die zich tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt;
-
b. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt;
-
c. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten en percentages waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten en percentages;
-
d. hogere overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals straatmeubilair, (civiele) kunstwerken, bruggen e.a. tot maximaal 5 m.