Plan: | Parapluherziening parkeernormen Urk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0184.BP2014Parkeren-0301 |
Het is al enige tijd bekend dat de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening zullen komen te vervallen. Het is alleen nog steeds niet bekend wanneer. Een van de consequenties van het vervallen van de stedenbouwkundige voorschriften is dat er vanaf dat moment bij het verlenen van een omgevingsvergunning niet meer op basis van de bouwverordening kan worden getoetst aan gemeentelijke parkeernormen.
In artikel 8 Invoeringswet Wro is reeds voorzien in het schrappen van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening maar vanwege wettechnische redenen is deze bepaling nog niet in werking getreden. Zodra de inwerkingtreding een feit is vervalt de werking van artikel 8 lid 5 Woningwet en dientengevolge artikel 2.5.30 VNG Modelbouwverordening.
Daarnaast ligt de reden om te kiezen voor voorliggend parapluplan in de hierin opgenomen uniforme toerekening van parkeerplaatsen. Tot op heden werd in het kader van toepassing van artikel 2.5.30 VNG modelbouwverordening uitgegaan van op de CROW gebaseerde parkeernormen. De CROW geeft evenwel bandbreedtes aan, waar tot op heden op verschillende wijze toepassing aan werd gegeven. In het thans voorliggende paraplubestemmingsplan wordt, in combinatie met de in de Notitie Parkeernormen 2014 opgenomen normen gekozen voor een eenduidige regeling, die strekt tot een grotere rechtsgelijkheid en rechtszekerheid.
Voldoende parkeervoorzieningen is een belangrijke voorwaarde voor bijna elke ruimtelijke ontwikkeling. De gemeente Urk wenst over de mogelijkheid tot het stellen van eisen aan het parkeren te beschikken. Dit betekent dat de parkeernormen in de planregels van bestemmingsplannen opgenomen moeten worden. Omdat de meeste bestemmingsplannen op Urk nog niet op de nominatie van herziening staan is besloten om de parkeernormen door middel van het voorliggende paraplu-bestemmingsplan vast te leggen. In de loop van de tijd zullen de parkeernormen bij de komende actualisaties , door middel van een verwijzing naar de Notitie Parkeernormen Urk 2014 (1e herziening) van de onderliggende bestemmingsplannen worden meegenomen, waardoor de werking van dit plan uiteindelijk vervalt .
Een parapluherziening ofwel facetherziening biedt de mogelijkheid alle of een aantal bestemmingsplannen in de gemeente in één keer te herzien voor een bepaald aspect. In het voorliggende geval beoogt de voorliggende parapluherziening de gemeentelijke Visie Parkeren Urk 2014, zoals deze is vastgesteld op 25 september 2014, en Notitie Parkeernormen Urk 2014 (1e herziening) vastgesteld op 4 november 2014, in de geldende bestemmingsplannen van Urk in te passen.
Het plangebied van deze parapluherziening omvat het grootste deel van het gemeentelijk grondgebied van Urk.
![]() |
Afbeelding 1 - ligging en begrenzing plangebied |
Het Oude Dorp maakt geen deel uit van deze parapluherziening. Het Oude Dorp is veel ouder dan de rest van Urk. Vanwege de historische structuur kan doorgaans geen rekening worden gehouden met parkeermogelijkheden van de auto. Waar mogelijk zijn wel voorzieningen getroffen, maar dit is niet optimaal en voldoende. De visie om bij (ruimtelijke) activiteiten uit te gaan van parkeren op eigen terrein is meestal niet te realiseren. Dit geldt ook voor de mogelijkheden om parkeercompensatie toe te passen. Voor het Oude Dorp betekent dit dat er maatwerk nodig is. Daarom is er ten aanzien van het Oude Dorp, gelet op het specifieke karakter van dit gebied, een eigen parkeerregime. In het bestemmingsplangebied Kom Urk zal te zijner tijd het parkeren voor dat plangebied specifiek worden berekend.
Voor de nieuwe woonwijk Oranjewijk (bestemmingsplan Waterwijk) zijn in de notitie parkeernormen specifieke, uit het bestemmingsplan Waterwijk overgenomen parkeernormen opgenomen waaraan bij de omgevingsvergunning getoetst moet worden. Dit in verband met rechtszekerheid en het niet frustreren van bestaande planvorming. Hiervoor geldt dat voor nader aangegeven woningcategorieën parkeren op eigen terrein is vereist.
Met de begrenzing van het plangebied is, waar mogelijk, aangesloten op de geldende bestemmingsplannen waarin de parkeernormen worden vastgelegd.
In het navolgende overzicht zijn de verschillende geldende bestemmingsplannen opgenomen die onder de voorliggende parapluherziening vallen. In deze bestemmingsplannen wordt, door middel van dit bestemmingsplan, een parkeerregeling opgenomen.
De onderliggende bestemmingsplannen zijn:
Bestemmingsplan | Vastgesteld | ||
bestemmingsplan 'Buitengebied' (Bg) | 27 januari 2005 | ||
bestemmingsplan 'Bedrijventerrein' (Bt) | 31 mei 2007 | ||
bestemmingsplan 'Waterschapwijk' (Wa) | 22 februari 2007 | ||
bestemmingsplan 'De Noord' (No) | 26 juni 2008 | ||
bestemmingsplan 'Hooilanden' (Ho) | 27 oktober 2011 | ||
bestemmingsplan 'Urkerhard' (Uh) | 27 oktober 2011 | ||
bestemmingsplan 'Havens' (Ha) | 27 juni 2013 | ||
bestemmingsplan 'Zwembad 't Bun, Urk' | 30 januari 2014 | ||
bestemmingsplan 'MFC Urkerhard' | 30 mei 2013 | ||
bestemmingsplan '1e Partiële herziening Bestemmingsplan Bedrijventerrein' | 24 september 2009 | ||
bestemmingsplan 'Waterwijk' | 25 oktober 2012 | ||
bestemmingsplan 'Verenigingsgebouwen Buitengebied' | 29 oktober 2009 |
In deze toelichting komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan de orde:
Het parkeerbeleid is bij uitstek een onderdeel waarin de verantwoordelijkheid primair bij de gemeentes ligt. Het rijk en provincie hebben een zeer globaal kader geformuleerd waarbinnen een gemeente hieraan haar eigen invulling kan geven.
Parkeerbeleid is een belangrijk ondersteunend instrument voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid.
Rijk
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is de overkoepelende visie voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2028, met een doorkijk naar 2040. De structuurvisie vervangt een groot aantal beleidsstukken, waaronder de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit.
Het rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland, door middel van een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Om dit doel te bereiken, werkt het rijk samen met andere overheden.
Bij deze aanpak hanteert het rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en keuzes van burgers en bedrijven.
De structuurvisie doet geen specifieke uitspraken over gemeentelijk parkeerbeleid.
Provincie Flevoland
Ook de provincie doet indirect uitspraken in het Omgevingsplan Flevoland 2006 - 2015, in de Nota Mobiliteit Flevoland en structuurvisie werklocaties Flevoland 2011.
Vooral in de mobiliteitsnota wordt echter helder gesteld dat het parkeerbeleid een gemeentelijke taak is. De provincie vraagt gemeenten wel om dit in onderlinge afstemming te doen.
Gemeente
Het gemeentelijk beleidskader is vastgelegd in de Visie Parkeren Urk 2014 en de Notitie Parkeernormen Urk 2014. In de visie en notitie wordt per type deelgebied (Centra, Woonwijken en Bedrijventerreinen) aangegeven hoe met het parkeervraagstuk wordt omgegaan. Elk gebied heeft immers een eigen karakteristiek en vraagt daardoor ook om passende parkeeroplossingen.
Vervolgens wordt ingegaan op het parkeren ten behoeve van de toeristen en bezoekers van Urk. Tot slot wordt aandacht geschonken aan de te hanteren parkeernormen en aan de parkeerbalans. Voor het bepalen van de te hanteren parkeernormen wordt uitgegaan van de parkeerkencijfers uit de CROW-publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (publicatie 317, d.d. oktober 2012). De normen zijn dus afgeleid van de CROW publicatie.
Voor de gemeente Urk is het parkeerbeleid vastgelegd in een tweetal beleidsdocumenten. In de Visie Parkeren Urk 2014 worden de kaders en uitgangspunten vastgelegd over hoe bij ruimtelijke activiteiten met parkeren moet worden omgegaan.
In de Notitie Parkeernormen Urk 2014 worden deze kaders en uitgangspunten verder uitgewerkt. In deze notitie is aangegeven welke stappen worden gezet om te bepalen hoe groot de parkeerbehoefte is bij ruimtelijke activiteiten en zijn ook de parkeernormen te vinden, welke worden gehanteerd bij het bepalen van voldoende parkeergelegenheid.
Binnen Urk worden in de parkeernota drie gebieden met een centrale functie onderscheiden: het Oude Dorp, Winkelcentrum Urkerhard en het Havengebied.
Oude Dorp
Visie parkeren:
Maatregelen parkeren:
Winkelcentrum Urkerhard
Visie parkeren:
Maatregelen parkeren:
Havengebied
Visie parkeren:
Maatregelen parkeren:
Visie parkeren nieuwe woonwijken:
Visie parkeren bestaande woonwijken:
Visie parkeren:
Visie parkeren:
Bij alle ruimtelijke activiteiten, zoals bijvoorbeeld verbouw, nieuwbouw, uitbreiding of wijzigen van de bestemming/functie, waar een omgevingsvergunning voor vereist is en waarbij de parkeerbehoefte toeneemt moet het parkeren op eigen terrein worden opgelost. De aanvrager/initiatiefnemer moet bij de aanvraag aantonen dat hij kan voorzien in zijn parkeerbehoefte op eigen terrein ter plaatse van de ontwikkeling. In de Notitie Parkeernormen 2014 wordt beschreven op welke wijze de parkeerbehoefte wordt bepaald. Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden om te voorzien in de eigen parkeerbehoefte op eigen terrein wordt een omgevingsvergunning in beginsel geweigerd. Het college kan na een afweging van belangen onder voorwaarden ontheffing verlenen.
Deze voorwaarden betreffen de navolgende:
Voor het bepalen van de parkeerbehoefte wordt in de Notitie Parkeernormen 2014 (1e herziening) uitgegaan van de richtlijnen uit de CROW-publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (publicatie 317, d.d. oktober 2012). In deze publicatie worden diverse functies op basis van een verstedelijkingsgraad per deelgebied gekoppeld aan een bandbreedte (minimaal, maximaal) van parkeren.
![]() |
Afbeelding 2 - geografische verdeling stedelijke zones op Urk (bron: Notitie Parkeernormen Urk 2014 (1e herziening)) |
In de Notitie Parkeernormen Urk wordt voor Urk aangegeven wat de onderverdeling is tussen de deelgebieden: centrum, schil centrum, rest bebouwde kom en buitengebied. De tabellen met de parkeernormen zijn als bijlagen in de parkeernotitie opgenomen.
Nieuwe ontwikkelingen mogen in principe geen parkeerproblemen veroorzaken voor de omgeving. Dit betekent dat de parkeerplaatsen daar waar mogelijk op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd. In uitzonderingssituaties kan het college ontheffing verlenen en toestaan dat op een acceptabele loopafstand een passende oplossing in de openbare ruimte worden gevonden. In de Nota Parkeernormen Urk (2014-2018) zijn daarvoor acceptabele loopafstanden vastgelegd.
Met behulp van een op te stellen parkeerbalans kan worden berekend of er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn binnen een bepaald gebied. Door de gemeente wordt daarmee aangesloten op de methode zoals beschreven in de CROW-publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (publicatie 317, d.d. oktober 2012). In de Nota Parkeernormen Urk (2014-2018) wordt deze methode vervat in 7 opeenvolgende stappen:
Ontheffing onder voorwaarden
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij het niet haalbaar is om op eigen terrein voldoende (extra) parkeerplaatsen aan te leggen terwijl de gemeente en aanvrager de ontwikkeling wel wenselijk vinden. In de Urker cultuur past de behoefte om zaken te ontwikkelen en oplossingsgericht te denken. De gemeente wil daaraan vaak ook graag meewerken, maar is gebonden aan regels en wettelijke normen en verantwoordelijk voor de algehele bereikbaarheid en leefbaarheid binnen de gemeente.
Afwijken van de plicht om op eigen terrein te voorzien is in beginsel pas aan de orde indien het naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijkerwijs fysiek onmogelijk of uit stedenbouwkundig, esthetisch, historisch, monumentaal of verkeersveiligheidsoogpunt niet aanvaardbaar is om op eigen terrein in de nodige parkeer- of stallingsruimte te voorzien.
Als er goede redenen zijn om niet op eigen terrein (extra) parkeergelegenheid aan te leggen dan bestaan er, middels ontheffing, andere mogelijkheden om vergunning te verlenen, namelijk als er op een andere wijze in de (toename) van de parkeerbehoefte wordt voorzien of als er sprake is van bijzondere omstandigheden.
Deze mogelijkheden zijn:
Gelet op het specifieke karakter van het Oude Dorp, zijn voornoemde bepalingen ten aanzien van de ontheffing niet van toepassing op het plangebied Kom Urk. Ten aanzien van aanvragen in het plangebied Kom Urk zal van geval tot geval maatwerk moeten worden geleverd. Ontheffingen zullen ook in deze situatie middels voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden verleend.
Exploitatiebijdrage /(Anterieure) overeenkomst
Via de Wet ruimtelijke ordening (hoofdstuk 6.1; Grondexploitatie) is een systeem ontwikkeld voor een publiekrechtelijk kostenverhaal van voorzieningen van openbaar nut, zoals parkeervoorzieningen. Via de omgevingsvergunning of bestemmingsplanherziening kan een exploitatiebijdrage worden afgedwongen, dan wel met de ontwikkelaar een (anterieure) overeenkomst worden afgesloten. Kostenverhaal is van toepassing als er sprake is van een bouwplan, bestaand uit:
Als er middels een exploitatiebijdrage wordt bijgedragen in de openbare parkeervoorzieningen dan wel het parkeren bij (anterieure) overeenkomst is geregeld, wordt er géén parkeerbijdrage in rekening gebracht.
Flexibiliteitsbepaling
Tot slot zijn burgemeester en wethouders bevoegd om in individuele gevallen waarin de toepassing van de parkeernormering onbedoeld tot onaanvaardbare normen leidt, met maximaal 10% af te wijken van de toe te passen parkeernorm.
Slechts in een enkel bestemmingsplan binnen Urk is al een parkeerbepaling opgenomen. In nagenoeg alle gevallen ontbreekt een dergelijke bepaling. Het doel van deze parapluherziening is dan ook om de planregels van deze bestemmingsplannen in één keer en op uniforme wijze gedeeltelijk te herzien. In alle plannen waarin een dergelijke parkeerregeling ontbreekt wordt aan de bestaande regels een algemene parkeerregeling toegevoegd.
De Parapluherziening parkeernormen Urk is vervat in planregels, een verbeelding en een toelichting. De verbeelding bestaat uit een plancontour waarbinnen alle bestemmingsplannen vallen waarvoor de parapluherziening van toepassing is.
Allereerst wordt aangegeven in welke bestemmingsplannen de nieuwe uniforme parkeerregeling wordt toegevoegd. Dat gebeurt door de betreffende bestemmingsplannen opnieuw van 'toepassing te verklaren'. Dit houdt in dat wordt bepaald dat de betreffende bestemmingsplannen van kracht blijven, maar dat een aantal nieuwe planregels (i.c. de parkeerregeling) wordt toegevoegd.
Voorwaardelijke verplichting om te bouwen
Daarnaast wordt aan de geldende planregels van de onderliggende bestemmingsplannen een algemene voorwaardelijke verplichting toegevoegd waarin wordt vastgelegd dat er alleen een omgevingsvergunning voor het bouwen van (hoofd)gebouwen, waaronder ook het uitbreiden of
wijziging hiervan wordt verstaan, wordt verleend, wanneer bij de aanvraag vooraf wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende bestemming, op eigen terrein of elders in voldoende parkeergelegenheid wordt of zal worden voorzien en in standgehouden.
Daarbij wordt getoetst aan de parkeernormen zoals opgenomen in de vastgestelde Notitie Parkeernormen Urk 2014.
Functieverandering: gebruiksbepaling
Niet voor alle functieveranderingen is een omgevingsvergunning om te kunnen bouwen nodig. Om te zorgen dat bij een gebruiksverandering ook sprake dient te zijn van voldoende parkeerplaatsen is een algemene gebruiksregel in de planregels opgenomen.
Hierin is vastgelegd dat tot gebruik strijdig met de bestemmingen, zoals gegeven in de van toepassing verklaarde bestemmingsplannen, in ieder geval wordt gerekend het gebruik van de gronden waarbij op eigen terrein niet voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen zoals opgenomen in de vastgestelde Notitie Parkeernormen Urk 2014. In voorkomend geval dient alsnog te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid door middel van het realiseren van meer parkeerplaatsen op eigen terrein of kan een afwijking worden verleend (zie artikel 4 van de regels) waarmee onder voorwaarden (zie Parkeernotitie 2014, eerste herziening) ontheffing kan worden verleend van de verplichting om in de parkeerbehoefte op eigen terrein te voorzien.
Afwijking van de parkeernormen
Alleen voor uitzonderlijke gevallen kan van de parkeernormen worden afgeweken. Voorwaarde is wel dat ter plaatse van de afwijking een acceptabele parkeersituatie is gegarandeerd, zoals beschreven in de vastgestelde Notitie Parkeernormen Urk 2014 (1e herziening). De afwijkingsbevoegdheid is een vangnetbepaling voor de gevallen waarin het beleid te veel knelt, terwijl er in de dagelijkse praktijk eigenlijk geen problemen zijn te voorzien.
Uitsluiting van de aanvullende werking bouwverordening
Omdat de parkeernormen expliciet in alle geldende bestemmingsplannen geregeld gaan worden ligt het voor de hand om de aanvullende werking van de bouwverordening op dit punt uit te sluiten.
Op deze wijze is gewaarborgd dat alleen nog maar de parkeerregels van deze parapluherziening gelden en niet de regels van de bouwverordening op dit punt.
Het bestemmingsplan Parapluherziening parkeernormen Urk voorziet in het planologisch-juridisch regelen van de parkeernormen binnen diverse bestemmingsplannen. Aan het bestemmingsplan zijn, behoudens de ambtelijke kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden voor de gemeente.
De wijzigingen in de planregels die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, leiden niet tot een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is daarom niet nodig om een exploitatieplan ingevolge de Wet ruimtelijke ordening op te stellen (cf art. 6.12 Wro).
Hiermee wordt geacht dat de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is aangetoond.
Gezien de aard en schaal van de beoogde ontwikkeling die in voorliggend bestemmingsplan 'Parapluherziening parkeernormen Urk' wordt beoogd, is afgezien van inspraak. Ook is in het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geen vooroverleg gevoerd. Hierover is contact geweest met de vooroverlegpartners; deze hebben schriftelijk laten weten dat vooroverleg over deze aanpassing niet nodig is.
Het ontwerpbestemmingsplan Parapluherziening parkeernormen Urk, heeft van 14 november 2014 tot en met 29 december 2014 voor eenieder ter inzage gelegen. De gemeente heeft gedurende de periode van terinzagelegging één zienswijze ontvangen.
De 'Reactienota zienswijze ontwerpbestemmingsplan Parapluherziening parkeren' geeft een overzicht van de inhoud van de zienswijze en de beoordeling ervan. De beoordeling geeft géén aanleiding om het bestemmingsplan te wijzigen.
De reactienota is als bijlage 1 bij de toelichting gevoegd.
Het bestemmingsplan 'Parapluherziening parkeernormen Urk', is op 19 maart 2015 door de gemeenteraad van Urk ongewijzigd vastgesteld. Voor de inhoud van het besluit wordt verwezen naar de tekst van het bijgevoegde Vaststellingsbesluit.