De voor “Bedrijventerrein” aangewezen gronden zijn bestemd voor
aanhangwagen- en opleggerfabrieken (SBI code 3420.2 milieucategorie 4.1);
reparatiebedrijf en servicestation voor trailer- en opleggerproducten;
groothandel ten behoeve van het bedrijfsleven in trailer- en opleggers, c.q. onderdelen daarvan;
opslag, zowel in- als uitpandig ten behoeve van de doeleinden als omschreven in 3.1 sub 1, 2 en 3;
parkeren (waaronder mede verstaan stalling) van trailers, opleggers en personenauto’s ten behoeve van het personeel van Floor;
kantoren, onderwijs en instructie;
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water(berging), wegen, paden, laad- en losvoorzieningen;
voorzieningen van openbaar nut;
3.2 Bouwregels
Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken toegestaan, geen gebouwen zijnde, die ten
dienste staan van de bestemming.
3.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
een gebouw dient te worden opgericht binnen het bestemmingsvlak;
het bebouwingspercentage mag maximaal het op de verbeelding aangeduide percentage bedragen;
het dak van een gebouw dient in één vloeiende lijn aan te sluiten op het binnen de bestemming gemengd op te richten talud, volgens de dwarsdoorsnede welke op de verbeelding van de bestemmingsplanregels is opgenomen;
de hoogte van het gebouw is maximaal de hoogte zoals aangeduid op de in sub 3 genoemde dwarsdoorsnede.
3.2.2 Bouwwerken
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
bouwen is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 meter bedragen.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en de situering en omvang van parkeervoorzieningen indien dit noodzakelijk is ten behoeve van:
de verlaging van de milieubelasting;
de verkeersveiligheid, -afwikkeling en de parkeersituatie.
3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.4.1 Bebouwingspercentage
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.1 lid 2 ten behoeve van het vergroten van het toegelaten bebouwingspercentage binnen het bestemmings-vlak tot een bij de ontheffing te bepalen percentage, welk percentage nooit meer dan 70% mag bedragen.
3.4.2 Voorwaarden
De in 3.4.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het woon- en leefklimaat;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
de verkeersveiligheid, -afwikkeling en de parkeersituatie.
3.5 Gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn toegelaten krachtens artikel 3;
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
3.6 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.5 lid 1 voor het toestaan van bedrijven die naar aard en milieubelasting vergelijkbaar zijn met toegestane bedrijven, met inachtneming van de volgende regels:
een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan;
er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.