Plan: | Kasteel Hernen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0296.HERKasteel-OW01 |
Kasteel Hernen ligt aan de rand van de Wijchense dorpskern Hernen. Het kasteel is gebouwd in de 14de eeuw en wordt beheerd door Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK). Het kasteel is een historisch museum, dat onder andere wordt gebruikt als een trouwlocatie en voor diverse kleinschalige evenementen.
Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld om de juridisch-planologische regeling in het bestemmingsplan beter af te stemmen op de hedendaagse activiteiten en behoeften; een van die behoeften is het incidenteel kunnen gebruiken van de locatie als trouwlocatie met daarbij de mogelijkheid om ook het trouwfeest op het kasteel te kunnen houden. Voor de exploitatie van het kasteel en voor het tegengaan van overlast in de directe omgeving is bovendien een uitbreiding van de parkeergelegenheid voor het kasteel noodzakelijk. Dit plan voorziet daarom ook in de uitbreiding van de parkeerplaats van 28 parkeerplaatsen naar 90 parkeerplaatsen.
Het plangebied ligt aan de Dorpsstraat 40 in Hernen en is kadastraal bekend als de percelen Bergharen, sectie E, nummers 359, 619 en 620.
Luchtfoto van de globale ligging van het plangebied
De planologische situatie van het plangebied is vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen 'Buitengebied Wijchen' (vastgesteld, 31 januari 2013) en 'Buitengebied herziening 2014' (vastgesteld, 16 oktober 2014). Deze plannen zijn geconsolideerd in het plan 'Geconsolideerde versie Buitengebied en herziening 2014'.
In dit bestemmingsplan is het kasteel en de omliggende gronden bestemd als 'Buitenplaats'. Daarnaast geldt voor de woning Dorpsstraat 38 de bestemming 'Wonen'. Direct ten noordwesten en direct ten oosten van de bestemming 'Buitenplaats' ligt de bestemming 'Natuur - 1'.
Er zijn dubbelbestemmingen opgenomen ter bescherming van archeologische waarden ('Waarde - Archeologie 1' en 'Waarde - Archeologie 2'). Binnen het plangebied zijn meerdere waardevolle bomen aanwezig. Het behoud van deze bomen wordt mede geborgd met de dubbelbestemming 'Waarde - Waardevolle boom'. Daarnaast is de transportpersleiding inclusief het hoofdgemaal Hernen naar Bergharen van Waterschap Rivierenland aan de oostzijde van het plangebied vastgelegd met de dubbelbestemming “Leiding – Riool. De functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' voor het kasteel heeft als doel het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van het kasteel te waarborgen.
In het bestemmingsplan 'Parapluplan Cultuurhistorie Wijchen' (vastgesteld, 3 mei 2017) is voor het gehele plangebied de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied' opgenomen.
Uitsnede bestemmingsplan 'Geconsolideerde versie Buitengebied en herziening 2014'
In voorliggende toelichting wordt na dit inleidende hoofdstuk in Hoofdstuk 2 het plangebied en het planvoornemen beschreven. In Hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het beleid van de verschillende overheden dat van toepassing is op het plangebied. In Hoofdstuk 4 wordt de haalbaarheid van het plan getoetst aan de hand van milieu- en omgevingsaspecten. Ten slotte komen in Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6 de juridische vertaling in de regels en de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde.
Het plangebied ligt ten noorden van de Dorpsstraat en ten westen van de dorpskern van Hernen. Het kasteel is aan de noordzijde begrensd door een bosperceel. Het landschap ten noordwesten kenmerkt zich door verspreid liggende bospercelen. Het gebied is omsloten door hoge bomenrijen. Het kasteel is goed zichtbaar vanaf de weg. Pal tegenover de oprit van het kasteel staat de Sint Judocuskerk, die in 1893 is gebouwd als vervanging voor de kerk die in circa 1360 tegelijk gebouwd is met het kasteel.
Hoewel het kasteel in het buitengebied van de gemeente Wijchen ligt, ligt het aan de doorgaande route door de kern Hernen. De Dorpsstraat vormt de noord-zuidroute door het dorp. De Hernenseweg ten zuiden van het kasteel is een doorgaande route naar Wijchen. Het kasteel neemt een centrale plek in in Hernen.
Luchtfoto van kasteel Hernen en directe omgeving
Het kasteel aan de Dorpsstraat in Hernen is in de 14e eeuw opgericht en sinds 1940 in beheer van de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen (later als organisatie samengevoegd met het Geldersch Landschap). Het kasteel is een omgrachte middeleeuwse burcht met unieke overdekte weergangen. Het kasteel ligt in een gevarieerd landschap van lanen, bossen en weilanden en is bekend om haar authentieke uiterlijk. Het kasteel is tevens bekend geworden door de opnames van de televisieserie 'Floris'. Tegenwoordig doet het kasteel dienst als museum met bijbehorende functies zoals exposities en lezingen.
De kasteellocatie (kasteel en bijbehorende tuinen en landschapselementen) is omsloten door bomenrijen. De locatie bestaat uit een vijver en een open grasveld met enkele solitaire bomen en een aangelegde kasteeltuin. Aan de oostzijde bevindt zich de parkeerplaats, die ingepast is met heggen en een laan met wandelpad. Het kasteel zelf is verbonden met de Dorpsstraat via een onverharde laan, ingepast met twee rijen grote lindebomen. Deze bomenrijen langs de onverharde toegangslaan naar het kasteel in combinatie met de omsluiting van het plangebied met bomen, creëren een coulisselandschap voor het kasteel.
Het huidige gebruik van het kasteel omvat de volgende activiteiten:
Geldersch Landschap en Kasteelen (GLK) wil dat de bestemmingsplanregeling past bij de huidige en toekomstige activiteiten. Uitgangspunt is dat de exploitatie van het kasteel allereerst gericht op ondersteuning van de instandhouding van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Daarbij worden de gebruiksmogelijkheden van het kasteel, net als bij veel andere kastelen die worden beheerd door het GLK, meer gereguleerd en enigszins verruimd, ter waarborging van een duurzame exploitatie van het kasteel, rekening houdend met effecten op de omgeving. De exploitatie is voor het GLK geen doel op zich, maar een gevolg van de wens om het kasteel beleefbaar te maken. Het GLK neemt door eigen cultureel ondernemerschap de verantwoording voor een deel van de bekostiging van de instandhouding van het kasteel.
Momenteel wordt Kasteel Hernen al regelmatig gebruikt als bijzondere trouwlocatie. Daarbij vinden alle activiteiten plaats binnen de reguliere openingstijden. Een huwelijksvoltrekking overdag behoort tot de mogelijkheden, maar vooralsnog zijn de activiteiten beperkt tot de reguliere openingstijden. Het is momenteel niet mogelijk om ook het aansluitende trouwfeest op het kasteel te houden, omdat de exploitatie van het kasteel gebonden is aan de reguliere openingstijden (tot 17.00 uur).
Het planvoornemen richt zich mede op het mogelijk maken trouwfeesten op locatie tot in de avonduren. Het voornemen is gericht op de volgende, door de gemeente gestelde, voorwaarden:
Indien aangetoond kan worden dat de trouwerijen geen onevenredige hinder op de omgeving veroorzaken, kan het aantal trouwfeesten later worden uitgebreid naar 24 trouwfeesten per jaar. Deze voorwaarde is opgenomen in de regels van dit bestemmingsplan, waarbij ook de voorwaarde geldt dat het verzoek tot uitbreiding van het aantal trouwfeesten pas worden ingediend twee jaar nadat onderhavig bestemmingsplan in werking is getreden. Deze periode maakt het mogelijk om de effecten van de trouwfeesten op de omgeving over een aanzienlijk tijdsbestek te monitoren en om zodoende een zorgvuldige afweging te kunnen maken.
Naast de al bestaande mogelijkheden voor kleinschalige culturele en educatieve activiteiten voorziet het planvoornemen in het mogelijk maken van 6 grotere evenementen per jaar.
Het organiseren of laten organiseren van evenementen is momenteel al een vast onderdeel van de exploitatie van het kasteel. Evenementen zijn vaak thematisch opgezette, tijdelijke, activiteiten. De meeste evenementen spelen zich af in het kasteel en binnen de reguliere openingstijden.
Er zijn echter evenementen die thematisch en tijdelijk zijn, maar waarvoor ook gebruik gemaakt wordt van de gronden rondom het kasteel, en waarbij de activiteiten ook buiten de reguliere openingstijden plaatsvinden. Dit zijn de zogenoemde 'grote' evenementen.
In het plan zijn deze grote evenementen specifiek geregeld: er worden in de nieuwe regeling op jaarbasis maximaal zes grote evenementen toegestaan. Bij het toestaan van deze grote evenementen geldt als bijkomende normstelling dat de beschikbare parkeerplaatsen bepalend zijn voor het aantal te ontvangen bezoekers. Die beschikbare parkeerplaatsen zijn vanzelfsprekend de parkeerplaatsen op het eigen terrein (zie paragraaf 2.3.3 Parkeervoorzieningen) als ook de tijdelijke, specifiek aan het evenement gekoppelde parkeervoorzieningen elders.
Het voornemen om trouwerijen en evenementen te organiseren op het kasteel leidt tot een grotere parkeerbehoefte in vergelijking met de huidige situatie. Het huidige parkeerterrein is niet toereikend om de behoefte op piekmomenten op te kunnen vangen. Geldersch Landschap en Kasteelen wil in elk geval voorkomen dat er parkeeroverlast in de omgeving ontstaat. Daarom is de uitbreiding van het bestaande parkeerterrein onderdeel van het plan.
Het plan voorziet in de uitbreiding van de parkeervoorzieningen aan de oostzijde van het kasteel van 28 naar 90 parkeerplaatsen. Het bestaande parkeerterrein wordt heringericht.
De rijbaan wordt met klinkers uitgevoerd; zodat voorkomen wordt dat er in tijden van droogte overlast ontstaat vanwege het vele stof.
De inrichting van het parkeerterrein is zodanig dat de parkeervakken worden ingericht als halfverharde parkeerplaatsen. Hierdoor kan het regenwater makkelijker infiltreren
Eventuele graafwerkzaamheden gaan niet dieper dan 30 cm.
Het parkeerterrein wordt voor het grootste gedeelte circulair ontsloten door een rijstraat. Het bestaande wandelpad (Kerkepad) aan de oostzijde van de parkeervoorziening blijft gehandhaafd. De drie parkeerplaatsen die het dichtst bij het kasteel liggen, aan de zuidzijde van het parkeerterrein, zullen worden ingericht als mindervalideparkeerplaatsen.
Ten behoeve van het groene karakter van de gronden worden in het nieuwe deel fruitbomen aangeplant.
Het landschapsplan voor de inrichting van de parkeervoorzieningen (zie onderstaande afbeelding) is reeds vergund en in uitvoering (zie ook bijlage 1)
Binnen de bestemming 'Buitenplaats' zijn een deel van de bestaande activiteiten en de door het GLK gewenste activiteiten niet gereguleerd. De gronden die voorzien zijn voor uitbreiding van de parkeerplaats zijn bestemd als 'Buitenplaats'. Binnen deze bestemming is het momenteel niet mogelijk een parkeervoorziening op te richten.
Om het planvoornemen mogelijk te maken is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld en in werking getreden. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving en vervangt enkele ruimtelijke doelen en uitspraken uit andere documenten. In deze visie schetst het Rijk de ambities tot 2040 en de doelen, belangen en opgaven tot 2028. Daarmee moet Nederland concurrerend, bereikbaar en veilig worden.
Anders dan in de Nota Ruimte gaat de structuurvisie uit van het adagium 'decentraal, tenzij'. Het rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.
De voorgenomen ontwikkeling ligt niet in of nabij een gebied waarin het Rijk een ander nationaal belang heeft aangewezen. Daarom heeft de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geen consequenties voor voorliggend plan.
In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel bekend als de AMvB Ruimte, zijn 13 nationale belangen opgenomen die juridische borging vereisen met het oog op een goede ruimtelijke ordening.
Het Barro is op 30 december 2011 deels in werking getreden en met enkele onderwerpen aangevuld per 1 oktober 2012. Het besluit is gericht op doorwerking van de nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Dit betreft onder meer het Nationale Natuurnetwerk (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur) en Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.
De voorgenomen ontwikkeling ligt niet in of nabij een gebied waarin het Rijk een ander nationaal belang heeft aangewezen. Daarom heeft het Barro geen consequenties voor voorliggend plan.
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is per 1 oktober 2012 op onderdelen gewijzigd. In artikel 3.1.6 van het Bro is de 'motivering duurzame verstedelijking' (voormalige ladder) opgenomen. Dit stelt eisen aan de onderbouwing in bestemmingsplannen die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken.
De motivering duurzame verstedelijking richt zich op substantiële veranderingen en bouwplannen, die qua aard en omvang zodanig zijn, dat voor mogelijke leegstand elders gevreesd zou kunnen worden. Het doel is om overbodige bouwplannen (kantoren, woningen) te voorkomen en hergebruik te stimuleren.
Per 1 juli 2017 zijn een aantal wijzigingen op de eerdere ladder van kracht geworden. Op basis van deze gewijzigde tekst geldt in het geval dat het bestemmingsplan een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, dat de toelichting een beschrijving dient te bevatten van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling.
Indien de nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt buiten het bestaand stedelijk gebied, dient de toelichting, aanvullend op de beschrijving van de behoefte tevens een motivering te bevatten waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in de behoefte kan worden voorzien. Daarbij kunnen de beschikbaarheid en geschiktheid van de ontwikkelingsmogelijkheden in bestaand stedelijk gebied een rol spelen. Het begrip stedelijke ontwikkeling is als volgt gedefinieerd: "ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen".
Huidig planvoornemen voorziet enkel in de functieverandering van het kasteel en een kleinschalige uitbreiding van een functiegebonden parkeerplaats bij het kasteel. Het planvoornemen betreft geen stedelijke ontwikkeling. Daarom is er geen nadere onderbouwing duurzame verstedelijking noodzakelijk.
De Omgevingsvisie Gaaf Gelderland is vastgesteld op 19 december 2018 en bevat thematische visieschetsen. Deze schetsen zijn niet bedoeld als geografische plankaart of ontwikkelkaart maar zijn wel een grove schets van in het oog springende bestaande en nieuwe initiatieven, kansen, mogelijkheden en ontwikkelingen die wij op dit moment zien uit het perspectief van de Omgevingsvisie. Ze dienen wat betreft de provincie als onderlegger om met haar partners het gesprek te voeren over de thema's, vraagstukken en oplossingsrichtingen, zowel op de schaal van Gelderland als op regionale en lokale schaal.
Binnen de Omgevingsvisie Gelderland is het gehele plangebied aangewezen als Gelders Natuurnetwerk in de Themakaart Natuur- en landschapsbeleid. Dit natuurnetwerk is ontwikkelt met het oog op robuuste verbindingen langs waardevolle landschappen en gebieden. Op de beleidsimplicaties van het Gelders Natuurnetwerk wordt nader ingegaan in 3.2.2 Omgevingsverordening Gelderland.
Het planvoornemen past binnen de Omgevingsvisie Gaaf Gelderland.
De Omgevingsverordening Gelderland is door Provinciale Staten vastgesteld op 24 september 2014 en voor het laatst geactualiseerd op 19 december 2018. De Omgevingsverordening is één van de instrumenten die de provincie Gelderland gebruikt om haar ambities te realiseren. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet tot nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal.
De Omgevingsverordening richt zich op de fysieke leefomgeving in de Provincie Gelderland. Het gaat hierbij om regels op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, water, verkeer en bodem. Dit betekent ook dat vrijwel alle regels omtrent de fysieke leefomgeving opgenomen zijn in de Omgevingsverordening.
Binnen de Omgevingsverordening Gelderland maakt het gebied deel uit van Gelders Natuurnetwerk (hierna: GNN). Binnen GNN is het voor gemeentes alleen mogelijk een bestemmingsplan vast te stellen te realiseren, als voldaan wordt aan de voorwaarden die de provincie stelt in de Omgevingsverordening. Er moet worden aangetoond dat:
Verbeelding Omgevingsverordening Gelderland 2018, thema: natuur
Op dit moment is het gehele plangebied in de Omgevingsverordening aangeduid als GNN. De provincie Gelderland zal binnenkort een kaartaanpassing doorvoeren, waarin de begrenzing van het GNN is afgestemd op het Natuurbeheerplan Gelderland. De detaillering van het GNN vindt namelijk plaats binnen het Natuurbeheerplan Gelderland. In dit beheerplan worden de te beheren natuurdoeltypen aangegeven. Dit Natuurbeheerplan wordt jaarlijks opgesteld in combinatie met terreinbeheerders zoals Natuurmonumenten, Het Gelders Landschap, Staatsbosbeheer, collectieven voor agrarisch natuur en landschapsbeheer en andere belanghebbenden. In het meest recente Natuurbeheerplan 2020 is het beheergebied aangepast voor de gronden binnen het plangebied, zodanig dat het toekomstige parkeerterrein geen onderdeel uitmaakt van het beheergebied.
Uitsnede Natuurbeheerplan Gelderland 2020
In de eerstvolgende actualisatie van de Omgevingsverordening Gelderland zal de begrenzing van het GNN worden gewijzigd conform het Natuurbeheerplan 2020. Bij de onderbouwing van het voorgenomen initiatief wordt uitgegaan van deze voorgenomen herbegrenzing. Het parkeerterrein wordt aangelegd buiten het beheergebied van het Natuurbeheerplan 2020. Zie voor de beschrijving van de verschillende natuurbeheertypen binnen het plangebied ook paragraaf 4.7 Natuur.
Het gebied is daarnaast onderdeel van 'Verkenningsgebied voorwaarden windturbines Gelders natuurnetwerk'. Dit houdt in dat binnen dit gebied binnen de begrenzing van het GNN het mogelijk is om onder voorwaarden een windturbine(park) op te richten. Dit is echter niet van toepassing op het planvoornemen. Overige regels die worden gesteld in de Omgevingsverordening hebben betrekking op het oprichten van glastuinbouwbedrijven.
Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het voornemen past binnen het provinciaal beleid.
De gemeente Wijchen heeft op 2 juni 2009 de Structuurvisie Wijchen vastgesteld. Deze structuurvisie is gebaseerd op de Strategische visie van 2007 en overig vastgesteld sectoraal beleid van na 2007 zoals de Handreiking Ruimtelijke ordening en milieu.
De structuurvisie geeft een overzicht van de verwachte ontwikkelingen binnen de gemeente Wijchen voor de komende tien jaar. De gemeente gaat hierbij uit van een compacte groei en het benutten van de potenties van bestaand stedelijk gebied zonder daarbij de bestaande kwaliteit aan te tasten, in combinatie met een vitaal platteland en sterke kleine kernen.
Uitsnede verbeelding Structuurvisie Wijchen 2009
Binnen de structuurvisie wordt gesproken over het openstellen en gebruik van cultuurhistorische objecten, waarin de wens uitgesproken wordt nieuwe doelgroepen aan te spreken met de openstelling van de kastelen in Hernen, Batenburg en Wijchen en het bevorderen van cultuurtoerisme. Het plangebied is in de Structuurvisie Wijchen aangewezen als 'Gemengde functies buitengebied / verbreden landbouw'. Binnen deze zone is het streven om naast landbouw ook andere functies mogelijk te maken.
Het planvoornemen past als zodanig binnen de Structuurvisie Wijchen.
Vanuit het aspect 'goede ruimtelijke ordening' dient er voldoende ruimtelijke scheiding te zijn tussen hinderveroorzakende (o.a. bedrijven) en hindergevoelige functies (waaronder woningen). Voorgaande moet op twee manieren getoetst worden. Enerzijds wordt er gekeken of het perceel zelf veroorzaker is van hinder en anderzijds wordt bekeken of het perceel kwetsbaar is voor hinder.
Hindergevoeligheid van het planvoornemen
Het plan voorziet niet in het toevoegen van hindergevoelige functies in de omgeving. Het plan hoeft daarom niet getoetst te worden aan hinderveroorzakende functies in de nabije omgeving.
Hinderveroorzakende functies binnen het planvoornemen
Het plan voorziet in het reguleren van de bestaande activiteiten in het kasteel. Het betreft actitviteiten die, doordat deze plaatsvinden binnen de kasteelmuren, geen effect hebben op de omgeving.
Het maximaal 18 keer op jaarbasis mogelijk maken van activiteiten in de avonduren (trouwfeesten binnen de kasteelmuren) kan bijdragen aan de indirecte hinder van de functie. Vanwege de verkeersbewegingen in relatie tot het parkeren, is een akoestisch onderzoek industrielawaai en indirecte hinder uitgevoerd. Hierop wordt verder ingegaan in paragraaf 4.2 Geluid.
Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het aspect milieuzonering niet leidt tot een belemmering voor het planvoornemen.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) te worden onderzocht of sprake is van geluidsoverlast, in het bijzonder in verband met verkeer, spoor of bedrijven. In de Wet geluidhinder is bepaald dat ten aanzien van zogenoemde 'geluidgevoelige objecten' wettelijke eisen gelden ten aanzien van de maximale geluidbelasting.
Het planvoornemen voorziet niet in nieuwe geluidgevoelige objecten. Voor het planologisch regelen van de locatie als evenementenlocatie, gelden geen wettelijke eisen conform de Wet geluidhinder. Voor de grote evenementen zullen in het kader van de monumentenvergunningverlening nadere afspraken worden gemaakt over de maximale geluidsbelasting.
Het planvoornemen voorziet wel in het mogelijk maken van activiteiten in de avonduren in de omgeving waar geluidsgevoelige objecten (woningen) in de omgeving hinder van zouden kunnen ondervinden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het organiseren van trouwfeesten in het kasteel akoestisch onderzocht. Door Aelmans Ruimte, Omgeving en Milieu B.V. is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (rapportnr. M199098.001.001.R1/GGO, d.d. 22 juli 2020), dat als Bijlage 2 is toegevoegd bij de toelichting.
Uit de onderzoek naar de geluidseffecten van het gebruik van het kasteel voor trouwfeesten, blijkt dat de te onderzoeken geluidseffecten zich richten op de met de auto vertrekkende gasten, vanaf het parkeerterrein, zijnde stemgeluid en dichtslaande portieren. Ook het wegrijden is meegenomen in het onderzoek.
De te onderzoeken effecten vallen onder 'indirecte hinder' en de is gebaseerd op het stappen zoals opgenomen in bijlage 5 van VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering.
Geconcludeerd wordt dat de toekomstige situatie akoestisch inpasbaar geacht kan worden; stap 3 van de VNG publicatie, voorzover toegepast op 'een rustige woonwijk' is redelijkheidshalve toepasbaar. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, ook bij een sluitingstijd van de trouwfeesten 24.00 uur.
Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het aspect geluid geen belemmering oplevert voor het planvoornemen.
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is op 1 januari 2007 in werking getreden. Met de Wet geurhinder en veehouderij geldt één toetsingskader voor vergunningplichtige veehouderij in de gehele gemeente. Voor niet vergunningverplichte veehouderijen en overige agrarische niet-vergunningplichtige bedrijven is het Activiteitenbesluit het toetsingskader.
De Wet geurhinder en veehouderij bevat normen en afstanden die bedrijven moeten aanhouden ten opzichte van geurgevoelige objecten. Daarnaast geeft de Wet geurhinder en veehouderij gemeenten de beleidsvrijheid om maatwerk te leveren dat is afgestemd op de ruimtelijke en milieuhygiënische feiten en omstandigheden in een concreet gebied en de gewenste (toekomstige) ruimtelijke inrichting.
Er worden met het planvoornemen geen nieuwe geurgevoelige objecten toegevoegd. Daarnaast ligt het plangebied niet in de nabijheid van geuremissiebronnen. Verdere toetsing is daarom niet nodig. Het aspect geur vormt geen belemmering voor het planvoornemen.
Externe veiligheid heeft betrekking op locaties waar een ongeval met gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden, waardoor personen die geen directe relatie hebben tot de risicovolle activiteit zouden kunnen komen te overlijden. Bij een ruimtelijk besluit voor het toelaten van (beperkt) kwetsbare objecten moet worden getoetst aan risiconormen en veiligheidsafstanden. Dit is met name relevant op korte afstand van risicobronnen. Indien een (beperkt) kwetsbaar object wordt toegelaten binnen het invloedsgebied van een belangrijke risicobron, moet ook het groepsrisico worden verantwoord. Bovendien is het van belang om af te wegen in hoeverre nieuwe risicobronnen binnen een plangebied worden toegestaan.
Voor de beoordeling van een ruimtelijk plan moet voor externe veiligheid worden vastgesteld of het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van specifieke risicovolle inrichtingen, relevante transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of relevante buisleidingen. Toetsingskaders zijn het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (Bevi), het "Besluit externe veiligheid transportroutes" (Bevt) en het "Besluit externe veiligheid buisleidingen" (Bevb). Daarnaast zijn in het Vuurwerkbesluit en het Activiteitenbesluit milieubeheer veiligheidsafstanden genoemd die rond stationaire risicobronnen, niet zijnde een inrichting die valt onder het Bevi, moeten worden aangehouden. Tenslotte zijn in de beleidsvisie externe veiligheid van de gemeente ambities opgenomen over het al dan niet toelaten van risicovolle activiteiten.
Het voornemen bestaat uit het mogelijk maken van evenementen. Daarbij zijn groepen personen tegelijkertijd op locatie aanwezig. Een locatie waar gedurende een gedeelte van de dag groepen personen aanwezig zijn kan worden gekenmerkt als een beperkt kwetsbaar object. Voor het toekennen van een beperkt kwetsbaar object moet worden beoordeeld of het plangebied binnen invloedsgebieden ligt van specifieke risicovolle inrichtingen, relevante transportroutes of relevante buisleidingen. Om het risico ter plekke van het kasteel in kaart te brengen is de risicokaart bekeken.
Uitsnede risicokaart met ligging planlocatie
Uit de risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat het plangebied niet ligt binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen, (spoor)wegen of buisleidingen. De buisleidingen die op de risicokaart zichtbaar zijn, liggen op een afstand van meer dan 600 m, waarmee kan worden gesteld dat deze buisleidingen geen risico vormen. Het plan voorziet zelf niet in de oprichting van een Bevi-inrichting of een andere risicobron.
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het planvoornemen.
In hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna ook: Wm), zijn de belangrijkste bepalingen inzake de luchtkwaliteit opgenomen. Dit hoofdstuk staat ook wel bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Het doel van titel 5.2 Wm is om de mensen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging op hun gezondheid. In de wet- en regelgeving zijn de richtlijnen uit de Europese regelgeving opgenomen, waaraan voorgenomen ontwikkelingen dienen te voldoen.
Indien een project aangeduid kan worden als Niet in betekende mate (NIBM) vormen de luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid van een bestuursorgaan ex artikel 5.16 Wm. In het besluit NIBM (niet in betekenende mate) wordt gesteld dat een project NIBM is wanneer het aannemelijk is dat het een toename van de concentratie veroorzaakt van maximaal 3%. De 3% grens wordt gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel PM10 als NO2.
In de regeling NIBM is (onder andere) aangegeven dat een plan tot 1.500 woningen niet in betekenende mate bijdraagt aan de toename van de concentratie fijn stof en stikstofdioxide in de lucht. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hanteert de NIBM-tool om te bepalen dat of een project al dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Hiertoe zijn de vervoersbewegingen ingevoerd, zoals onderbouwd in paragraaf 4.11 Verkeer en parkeren.
Uit de NIBM-tool kan geconcludeerd worden dat het plan in het kader van luchtkwaliteit kan worden aangemerkt als Niet In Betekenende Mate (NIBM).
Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor het voorliggend plan.
Indien sprake is van een planologische functiewijziging, dient te worden bezien of de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse geschikt is voor het voorgenomen gebruik.
In de huidige situatie wordt de planlocatie gebruikt voor bewoning en het organiseren van kleinschalige evenementen. In de nieuwe situatie is geen sprake van een gevoeliger bestemming. Een bodemonderzoek is niet noodzakelijk. Het aspect bodem vormt geen belemmering voor het planvoornemen.
Voor de planologische procedure dient te worden vastgelegd dat de voorgenomen ontwikkeling past binnen de geldende natuurwetgeving. De natuurwetgeving richt zich op beschermde gebieden en beschermde soorten.
Het plangebied ligt op ongeveer 6 km van het Natura 2000-gebied Rijntakken. In de Omgevingsverordening Gelderland is een (een gedeelte van) het plangebied aangeduid als het Gelders Natuurnetwerk.
Natura 2000-gebied Rijntakken
Om het effect van de voorgenomen ontwikkeling in beeld te brengen op omliggende Natura 2000-gebieden is een stikstofonderzoek met behulp van der AERIUS-calculator uitgevoerd. Dit onderzoek is bijgevoegd als Bijlage 3 bij deze toelichting.
In dit stikstofonderzoek is de emissie van stikstof voor twee fases binnen het proces getoetst: de realisatiefase en de gebruiksfase. De realisatiefase betreft de aanleg van de uitbreiding van de parkeervoorzieningen aan de oostzijde van het plangebied. De gebruiksfase betreft de mogelijke toename aan verkeersgeneratie als direct gevolg van de voorgenomen uitbreiding van de parkeermogelijkheden en het mogelijk maken van trouwpartijen en evenementen in het kasteel. Voor de verkeersgeneratie is de onderbouwing in paragraaf 4.11.1 Verkeer als uitgangspunt genomen.
Uit het stikstofonderzoek blijkt dat met zekerheid kan worden gesteld dat het planvoornemen geen schadelijke effecten heeft op een Natura 2000-gebied.
Gelders Natuurnetwerk
De GNN-gebieden zoals vastgesteld in de Omgevingsverordening Gelderland zijn gedetailleerder uitgewerkt in het Natuurbeheerplan Gelderland. Het Natuurbeheerplan heeft echter geen planologische consequenties en bevat geen bindende regels. Er kunnen geen (directe) rechten aan het Natuurbeheerplan worden ontleend.
Het Natuurbeheerplan is echter wel de grondlegger voor de begrenzing zoals deze wordt vastgelegd in de Omgevingsverordening Gelderland. Het Natuurbeheerplan beschrijft wat de huidige en gewenste beheerdoelen zijn van de provincie Gelderland voor onder andere het Gelders Natuurnetwerk (GNN).
Het Natuurbeheerplan wordt jaarlijks herzien. Het huidig vigerend Natuurbeheerplan Gelderland 2020 is vastgesteld op 6 november 2019. In het Natuurbeheerplan valt het gebied voor de voorgenomen parkeerplaats buiten alle natuurbeheertypen in de omgeving.
Ligging van natuurtypen in het plangebied zoals vastgesteld in het Natuurbeheerplan Gelderland 2020.
Naast de natuurtypen in het plangebied zoals benoemd in de legenda bevat het gebied ook landschapselementtypen die in de bovenstaande kaart verticaal gearceerd zijn.
De voorgenomen activiteiten (museum, bruiloften en evenementen) vinden enkel plaats binnen het beheertype L02.02: Historisch bouwwerk en erf. Dit beheertype is deel van landschapselementtype 'Historische gebouwen en omgeving'. De activiteiten die georganiseerd worden binnen dit beheertype worden ingegeven en geïnspireerd door het historisch karakter van het beheertype en tasten dit beheertype niet aan.
De bestaande en nieuw toe te voegen parkeervoorziening ligt niet binnen een natuurtype zoals vastgesteld in het Natuurbeheerplan. Wel ligt ten oosten van de parkeerplaats een beheertype dat onderdeel is van de 'Groenblauwe landschapselementen': L01.05: Knip- of scheerheg. Dit betreft de haag langs de parkeerplaats. De haag blijft met het voornemen behouden en kan conform beheertype beheerd blijven.
Het aspect beschermde gebieden vormt geen belemmering voor het planvoornemen.
De Wet natuurbescherming vormt het wettelijk kader voor de bescherming van een groot aantal inheemse bedreigde dier- en plantsoorten. Bij nieuwe ruimtelijke ingrepen en activiteiten dient te worden nagegaan of deze ingrepen en /of activiteiten eventueel negatieve gevolgen hebben voor aanwezige dier- en plantensoorten in de omgeving. De wet is bedoeld om soorten te beschermen, niet individuele planten of dieren. Het gaat erom dat het voortbestaan van de soort niet in gevaar komt. Dit houdt in, dat handelingen die niet noodzakelijk zijn met betrekking tot de voorgenomen ingreep en die nadelig zijn voor de in en om het plangebied voorkomende flora en fauna, achterwege moet blijven.
In het gebied komen geen bijzondere hogere planten of bijzondere diersoorten voor. Het aspect soortenbescherming levert geen belemmering op voor het planvoornemen.
In Europees verband is als wettelijk toetsingskader het zogenaamde 'Verdrag van Malta' tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is, dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin worden meegewogen in de besluitvorming.
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze wet is de Nederlandse uitwerking van het Verdrag van Malta uit 1992. In de Wamz is vastgelegd dat Rijk, provincies en gemeenten in ruimtelijke plannen rekening houden met het aspect 'archeologie'. De wet beoogt het archeologische erfgoed in hoofdzaak in situ te beschermen.
Gemeenten zijn met de inwerkingtreding van de Wamz in grote mate verantwoordelijk voor hun eigen bodemarchief. De gemeente Wijchen heeft in 2009 een archeologische beleidskaart vastgesteld. Deze kaart vormt de onderlegger voor het Wijchens archeologiebeleid en is het gemeentelijk toetsingsinstrument voor archeologie bij ruimtelijke ontwikkelingen, bouwplannen en andere bodemverstoringen. De archeologische beleidskaart is doorvertaald in het bestemmingsplan. Om de bescherming op gemeentelijk niveau te borgen heeft de gemeente in het vigerend bestemmingsplan de dubbelbestemmingen 'Waarde Archeologie 1' en 'Waarde - Archeologie 2' opgenomen.
Binnen het gebied waar werkzaamheden ten behoeve van de ontwikkeling van de parkeerplaats plaatsvinden is in de Geconsolideerde versie Buitengebied en herziening 2014 de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' opgenomen. De gronden aangewezen door deze bestemming zijn mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem, waarbij het gaat om AMK terreinen, archeologische vindplaatsen en oude woongronden inclusief een zone van 50 meter rondom deze gebieden.
Voor de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' is in artikel 27.3.1 van het bestemmingsplan 'Geconsolideerde versie Buitengebied en herziening 2014' een omgevingsvergunningplicht opgenomen voor:
Deze omgevingsvergunningplicht geldt volgens artikel 27.3.2 echter niet wanneer het werkzaamheden in de bodem betreft tot een diepte van 0,30 meter onder het bestaande maaiveld. Bij de aanleg van het parkeerterrein zullen de werkzaamheden in de bodem niet dieper reiken dan 30 cm. Daarom zijn de werkzaamheden niet vergunningplichtig. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor het planvoornemen.
Per 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. In een bestemmingsplan dient op grond van het Bro artikel 3.1.6 een beschrijving te worden opgenomen hoe met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten, rekening is gehouden. Ook de facetten historische bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.
Kasteel Hernen is aangewezen als Rijksmonument (nummer 9318). Een Rijksmonument is een bouwwerk of object aangewezen als beschermd monument als bedoeld in de Erfgoedwet. Het planvoornemen heeft betrekking op een gebruiksverandering van het kasteel. Er zijn geen bouwkundige aanpassingen noodzakelijk, waardoor de waarden van het monument behouden blijven. De fysieke aanpassing van de parkeerplaats doet geen afbreuk aan de cultuurhistorische waarden van het kasteel.
Uitsnede topografische kaart omstreeks 1900
Uitsnede topografische kaart omstreeks 1960
De huidige kavel- en bepantingsstructuur is terug te vinden op de topografische kaart van 1900. Met het planvoornemen blijft deze structuur behouden. De nieuwe parkeervoorziening voegt zich naar de huidige verkaveling. Het planvoornemen voorziet in het versterken van de museumfunctie en het organiseren van onder andere culturele evenementen. Het voornemen is daarmee voornamelijk een gebruiksverandering en leidt naast de uitbreiding van de parkeerplaats niet tot fysieke ingrepen. Het voornemen is gericht op een intensievere beleving van de cultuurhistorische waarden van het kasteel.
Om cultuurhistorische waarden in de gemeente te borgen hanteert de gemeente Wijchen het paraplubestemmingplan 'Parapluplan Cultuurhistorie Wijchen' (vastgesteld op 3 mei 2017). In het parapluplan is voor het gehele plangebied de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied' opgenomen. Deze dubbelbestemming is opgenomen voor gronden bestemd voor het behoud, beheer en versterking van de cultuurhistorische waarden.
Deze dubbelbestemming stelt voor uitsluitend de agrarische bestemmingen de voorwaarde voor het verlenen van een omgevingsvergunning dat de werkzaamheden geen onevenredige aantasting tot gevolg mogen hebben van de cultuurhistorische waarden wanneer de benodigde werkzaamheden voor beoogd planvoornemen plaatsvinden.
In dit plan is deze dubbelbestemming niet overgenomen. Wel bevat de bestemmingsomschrijving van de bestemming Buitenplaats de regel: behoud, beheer en versterking van de cultuurhistorische waarde van het kasteel en omliggende gronden. Daarmee zijn dezelfde waarden geborgd. En worden deze waarden geborgd door het opnemen van een aanlegvergunningensysteem dat overeenkomst met de voorwaarden die in de dubbelbestemming staan.
Het aspect cultuurhistorie is een belangrijke pijler voor Kasteel Hernen als cultuurhistorische 'hotspot' in de omgeving. Het voorliggend plan versterkt de beleving van cultuurhistorische waarden. Het behoud, beheer en versterking van cultuurhistorische waarden zijn voldoende geborgd in dit bestemmingsplan.
Aan de oostkant van het plangebied ligt parallel aan de plangrens een rioolleiding. Het gaat om de transportpersleiding van het Waterschap Rivierenland van Hernen naar Bergharen.
Ter bescherming van deze leiding is in het geldend bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' opgenomen. Op onderstaande uitsnede van het geldend bestemmingsplan is de ligging van de transportpersleiding weergegeven.
Ligging van de bestemming 'Leiding - Riool' in het plangebied
Bij het oprijden van het parkeerterrein ligt aan de linkerkant het hoofdrioolgemaal van Hernen. Het rioolgemaal ligt binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'. Het bestemmingsplan heeft geen gevolgen voor het rioolgemaal. De huidige planologische bescherming van het rioolgemaal wordt overgenomen. Op de onderstaande afbeeldingen is de locatie van het gemaal weergegeven.
Locatie rioolgemaal
Zijaanzicht van het rioolgemaal met op de achtergrond de oprijlaan naar het kasteel
De gronden binnen de dubbelbestemming zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van de rioolpersleiding. Er is een omgevingsvergunningplicht opgenomen voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden ter plekke van de dubbelbestemming:
Voor de genoemde werken wordt een omgevingsvergunning verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. De gemeente wint in het kader van dit bestemmingsplan schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Het voornemen voorziet in de aanleg van verhardingen in de vorm van een parkeerterrein ter plekke van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'. De transportpersleiding ligt dieper dan 30 cm. De aanleg van het parkeerterrein gaat niet dieper dan 30 cm en leidt niet tot aantasting van de aanwezige rioolleiding en leidt niet tot veiligheidsrisico's.
Deze toelichting vormt de afweging voor de aanleg van de parkeerplaats in relatie tot de transportpersleiding. Omdat door de aanleg van verhardingen ter plekke van de aanduiding 'parkeerterrein' geen veiligheidsrisico's ontstaan en geen aantasting van de leiding plaatsvindt, wordt de aanleg van het parkeerterrein in dit bestemmingsplan opgenomen als uitzondering op de omgevingsvergunningplicht uit de dubbelbestemming. De aanleg van de parkeerplaats is daarmee rechtstreeks en zonder vergunning mogelijk op basis van het vast te stellen bestemmingsplan 'Kasteel Hernen'. Daarmee is het planvoornemen uitvoerbaar en is het waterschapsbelang voldoende geborgd.
Aan de zuidkant van het plangebied staat, net buiten het plangebied, een nutsvoorziening (transformator elektriciteit). Deze nutsvoorziening is in het bestemmingsplan 'Kern Hernen 2008' onderdeel van een verkeersbestemming. Het plan heeft geen gevolgen voor deze nutsvoorziening. Anderzijds heeft de aanwezigheid van de nutsvoorziening geen gevolgen voor het plan.
Het aspect leidingen leidt niet tot een belemmering voor het voorliggend plan.
Het planvoornemen voorziet in een toename van het aantal verkeersbewegingen. De toename in verkeersbewegingen komt voort uit intensiever gebruik van de museumfunctie en het organiseren van evenementen. De museumfunctie zorgt voor een dagelijkse verkeersgeneratie. Bij evenementen wordt niet uitgegaan van een gemiddelde per dag, maar wordt beoordeeld of de verkeerssituatie per evenement acceptabel is. Het beoordelen van de gemiddelde verkeersgeneratie per dag is voor 18 bruiloften en 6 evenementen op jaarbasis niet doeltreffend.
Verkeersgeneratie museum:
In de CROW-publicatie zijn geen verkeersgeneratiecijfers opgenomen voor musea. Uit paragraaf 4.11.2 Parkeren blijkt dat 18 parkeerplaatsen nodig zijn ten behoeve van de museumfunctie. We gaan uit van een worst-casebezetting van vijf keer per dag. De verkeersgeneratie van de museumfunctie is dan:
per weekdag: 10 bewegingen * 18 parkeerplaatsen = 180 verkeersbewegingen
Verkeersgeneratie bruiloften:
Omdat het tijdens een bruiloft geen komen en gaan van personen is, worden parkeerplaatsen tijdens één bruiloft één keer gebruikt. Voor bruiloften worden daarom twee verkeersbewegingen per parkeerplaats verwacht. Per jaar mogen 18 trouwfeesten worden georganiseerd:
per bruiloft: 90 * 2 = 180 verkeersbewegingen
per jaar: 18 bruiloften * 180 = 3.240 verkeersbewegingen
Verkeersgeneratie evenementen:
Er wordt uitgegaan van het feit dat elke parkeerplaats drie keer wordt bezet tijdens een evenement. Voor evenementen worden zes verkeersbewegingen per parkeerplaats verwacht. Per jaar mogen zes grotere evenementen worden georganiseerd:
per evenement: 90 * 6 = 540 verkeersbewegingen
per jaar: 6 evenementen * 540 = 3.240 verkeersbewegingen
Totale verkeersgeneratie
Museum: 180 verkeersbewegingen per dag
Bruiloften: 3.240 verkeersbewegingen per jaar
Deze benadering van de toekomstige verkeersgeneratie vormt tevens de basis voor de AERIUS-berekening (zie paragraaf 4.7 Natuur) en de invoer in de NIBM-tool (zie paragraaf 4.5 Luchtkwaliteit).
De plaatselijke verkeersstructuur is toereikend voor het verwerken van de verkeersbewegingen. Het planvoornemen leidt niet tot negatieve effecten op de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid. Het aspect verkeer vormt geen belemmering voor het planvoornemen.
De gemeente Wijchen heeft haar parkeerbeleid vastgelegd in het 'Parkeerbeleidsplan gemeente Wijchen' en bepaalt dat elk gebied, voorziening, complex, bedrijf of instelling in de eigen parkeerbehoefte dient te voorzien. Voor toetsing van het plan moet worden uitgegaan van CROW-publicatie 381 'Toekomstbestendig Parkeren'. Op 3 maart 2020 is voor het centrum van Wijchen een gedeelte van het parkeerbeleidsplan vervangen. Dit onderdeel is echter niet van toepassing voor het voorliggend plan. De gemeente hanteert het beleid dat bij de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen in de dorpen van de gemeente Wijchen het landelijke of monumentale karakter van de omgeving gerespecteerd blijft.
De parkeerplaats moet toereikend zijn voor de museumfunctie. Daarnaast wordt in dit plan voor de evenementen en bruiloften uitgegaan van een omgekeerde redenatie. Het aantal parkeerplaatsen bepaalt in dit geval de maximale invulling van de locatie. Dat betekent dat per bruiloft of evenement niet meer gasten aanwezig mogen zijn, dan de hoeveelheid bezoekers waarvoor de parkeervoorzieningen toereikend zijn.
Parkeerbehoefte museum
Voor regulier bezoek aantal kasteel- en museumbezoekers voldoet vooralsnog het huidige aantal parkeerplaatsen (28). De museumfunctie betreft het bezoeken van het museum inclusief ondersteunende activiteiten zoals lezingen en exposities. Het is de ambitie van het Geldersch Landschap & Kasteelen om de aantrekkelijkheid en het cultuurhistorisch belang van het kasteel te vergroten. De verwachting is daarom dat het aantal bezoekers ook zal toenemen. Het is noodzakelijk om het aantal parkeerplaatsen uit te breiden.
Voor het bepalen van de parkeerbehoefte is gebruik gemaakt van de CROW-normen voor 'museum'. Op basis van deze categorie dient het planvoornemen te voldoen aan een parkeervoorziening van 1,2 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo.
De totale bedrijfsvloeroppervlakte van het kasteel (kelder, begane grond, eerste verdieping en zolder) bedraagt circa 1500 m2. Dit is een worst-casebenadering, aangezien niet de gehele oppervlakte ingezet zal worden voor de museumfunctie. Uitgaande van deze oppervlakte bedraagt de totale parkeerbehoefte op basis van de CROW:
1.500 m2 * 1,2 parkeerplaatsen / 100 m2 bvo = 18 plaatsen
Hierbij wordt bij de CROW-publicatie de opmerking bijgevoegd dat er bij het toepassen van deze cijfers een forse marge in acht genomen moet worden. Zelfs bij het toepassen van een dergelijke forse marge op een worst-case scenario zijn er meer dan voldoende parkeerplaatsen beschikbaar voor de museumfunctie van het kasteel.
Trouwlocatie
Daarnaast zijn voldoende parkeervoorzieningen nodig om de functie van het kasteel als trouwlocatie en -incidenteel- als trouwfeestlocatie te faciliteren. Op onderstaande afbeeldingen is te zien welke zalen op de begane grond van het kasteel gebruikt worden als locatie voor huwelijksvoltrekkingen, recepties, diners en feesten. Deze ruimtes hebben de grootte van 84 m2 en 60,4 m2 en 76,2 m2 en worden nooit alledrie tegelijk gebruikt; bij het verhuren van de zalen wordt óf de zaal van 84 m2 gebruikt of gezamenlijk de zalen van 60,4 m2 en 76,7 m2. Er wordt gelijktijdig maximaal 137 m2 bedrijfsvloeroppervlak ingezet. Voor de berekening van de parkeerbehoefte gaan we uit van een worst-casebenadering, waarbij alle zalen worden ingezet. Het gebruiksoppervlak van deze zalen is 220 m2.
Zalen op de begane grond van het kasteel bestemd voor huwelijksvoltrekkingen, recepties, diners en feesten
De grootte van de zalen bedoeld als trouwlocaties zijn van belang voor de berekening van de parkeerbalans. In de CROW Publicatie 381 Toekomstbestendige parkeren; van parkeerkencijfers naar parkeernormen is gezocht naar een met het voorgenomen gebruik overeenkomende functie. De CROW heeft geen specifieke cijfers voor een trouwfeestlocatie. Er is gezocht voor normen van een gebruiksfunctie waarbij de gasten min of meer tegelijk komen en ook min of meer tegelijk weggaan. Omdat het tijdens een bruiloft geen komen en gaan van personen is, worden parkeerplaatsen tijdens één bruiloft één keer gebruikt.
Daarom is in dit geval aansluiting gezocht bij de parkeernormen van de categorie 'theater/schouwburg'. Een schouwburg heeft een parkeernorm van 11,3 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo. Deze bedrijfsvloeroppervlakte komt in een theater overeen met 100 zitplaatsen. Uitgaande van de ruimteverdeling bij trouwfeesten is een maximale oppervlakte bvo van 220 m2 van toepassing. Conform de parkeercijfers van de CROW bedraagt de parkeerbehoefte:
220 m2 * 11,3 parkeerplaatsen / 100 m2 bvo = 25 parkeerplaatsen
Het verwachting is dat er bij trouwfeesten op het kasteel meer gasten met de auto zullen komen. Uitgaande van de eigen ervaringscijfers van de gebruiksmogelijkheden binnen het kasteel, zal het Geldersch Landschap & Kasteelen nadere afspraken maken met bruidsparen, die de trouwlocatie willen huren voor het aansluitend trouwfeest. Onderdeel van de afspraken is dat maximaal 150 gasten kunnen worden toegestaan. Indien we uitgaan van een gemiddelde bezetting van 2 personen per auto, zijn minimaal 75 parkeerplaatsen nodig. Er worden 90 parkeerplaatsen gerealiseerd, waarmee het plan ook worst-case kan voorzien in de parkeerbehoefte.
Grote evenementen
Relevant in het Parkeerbeleidsplan gemeente Wijchen opgenomen beleid is de paragraaf 'Parkeren bij evenementen'. In het Parkeerbeleidsplan wordt gesteld dat evenementen, groot of klein, een verkeersaantrekkende werking hebben. Uitgangspunt is dat ieder evenement zelf voorziet in de parkeerbehoefte. Bij de (evenementen)vergunningsaanvraag moet volgens het beleidsplan een verkeer- en parkeerparagraaf toegevoegd worden, waarin specifieke afspraken staan over hoe omgegaan wordt met het parkeren bij evenementen. Zoveel mogelijk wordt gestreefd om dit op eigen terrein te bewerkstelligen.
Vooralsnog worden voor de te organiseren evenementen gemiddeld circa 250 bezoekers per dag verwacht. Bij de evenementen (bijvoorbeeld culturele markten) is sprake van het komen en gaan van bezoekers gedurende de dag. In de huidige situatie volstaat voor de meeste evenementen de reguliere parkeermogelijkheid bestaande uit 28 parkeerplaatsen met het overloopgebied. Dit overloopgebied wordt met dit plan ingericht als permanente parkeerplaats en in het bestemmingsplan voorzien van de aanduiding 'parkeerterrein'. Per groot evenement kan zorg worden gedragen voor voldoende parkeergelegenheid.
Overigens zullen voor de grote evenementen in de evenementenvergunning specifieke afspraken worden gemaakt over de parkeervoorzieningen
Parkeervoorzieningen
Het plan voorziet in de realisatie van een parkeerplaats met in totaal 90 parkeerplekken. Hiermee wordt zorg gedragen voor voldoende parkeervoorzieningen bij het kasteel, rekening houdend met de verkeersaantrekking van de functiemogelijkheden in het bestemmingsplan. Bovendien hanteert Geldersch Landschap & Kasteelen het uitgangspunt dat de verschillende evenementen en trouwfeesten qua bezoekersaantallen afgestemd zijn op de parkeermogelijkheden.
Er is uitgegaan van het feit dat de dagelijkse museumfunctie ten tijde van bruiloften en evenementen geen bezoekers trekt. Deze bezoekers worden opgenomen in de evenementenbezoekers. Ten tijde van bruiloften is het kasteel niet of in mindere mate toegankelijk voor museumbezoekers of moet in de organisatie rekening worden gehouden met deze bezoekersaantallen.
Het plan voorziet in de parkeerbehoefte door de aanleg van extra parkeerplaatsen. In paragraaf 2.3.3 Parkeervoorzieningen zijn de nieuwe parkeervoorzieningen omschreven. Het aantal parkeervoorzieningen vormt de basis voor paragraaf 4.11.1 Verkeer, waarin de verkeersbewegingen worden onderbouwd.
Het plan voorziet ook in de toekomstige situatie in de parkeerbehoefte. Daarmee vormt het aspect parkeren geen belemmering voor het planvoornemen.
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet in de toelichting van ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt beschreven hoe rekening is gehouden met de gevolgen van het ruimtelijk plan voor de waterhuishouding.
De waterparagraaf geeft een beschrijving van de beleidsuitgangspunten, waterhuishoudkundige situatie en wateropgaven in het plangebied, een motivatie van de meest geschikte oplossingen en ruimtelijke daarvan. Indien aan de orde, is ook het advies van het waterschap verwerkt in de waterparagraaf.
Bodemopbouw
Het plangebied ligt op kalkloze vorstvaaggrond op het zandpakket dat strekt van de westrand van Hernen tot aan Wijchen met een hoge grofheid van zand (>210 µm, type Zb30, bron: PDOK Viewer). Het plangebied ligt op een hoogte van circa 7 tot 8 m +N.A.P. (op basis van het actueel hoogtebestand Nederland).
Oppervlaktewater
In het plangebied zijn oppervlaktewateren aanwezig. Het water rondom het kasteel en langs de parkeerplaats is aangeduid als C-watergang. Tevens loopt deze C-watergang aan weerszijde langs de oprijlaan van het kasteel. De C-watergangen zijn aangeduid op de legger wateren van het Waterschap Rivierenland (zie onderstaande afbeelding).
Uitsnede situering watergangen nabij het plangebied (bron: legger Wateren, waterschap Rivierenland)
De C-watergangen in het plangebied zijn onderdeel van het peilgebied BLM029. Het betreffende peilgebied is niet peilbeheerst. Het peilgebied kent geen stuwpeil (zomer- en winterpeil). Het peilgebied staat in verbinding met het zuidelijk gelegen peilgebied BLM010. Dat peilgebied heeft een zomerpeil van 5,75 m +N.A.P. en een winterpeil van 5,45 m +N.A.P.
Natuurwaarden
Het plangebied maakt in de Omgevingsverordening Gelderland grotendeels deel uit van het Gelders Natuurnetwerk (GNN). Daarom volgt uit de watertoets dat de laag 'Natuur' is geraakt (zie bijlage Bijlage 4). Deze laag volgt de begrenzing van het Gelders Natuurnetwerk en de Groene Ontwikkelzone (GO). De parkeerplaats is in de laatste herziening van het Natuurbeheerplan (2020) verwijderd als onderdeel van het GNN (zie hiervoor ook paragraaf 4.7). De toetslaag van het waterschap is nog niet op deze herbegrenzing aangepast. De hydrologische bescherming is vanwege de herbegrenzing van het GNN niet van toepassing op de parkeerplaats. Het plangebied ligt niet in een hydrologische beschermingszone voor natte natuur.
Dit bestemmingsplan heeft hoofdzakelijk betrekking op het functiegebruik in het kasteel. Het gewijzigd functiegebruik leidt slechts beperkt tot fysieke ingrepen. Vanwege het gewijzigd gebruik ontstaat een grotere parkeerbehoefte en wordt de parkeerplaats verruimd tot 90 parkeerplaatsen.
Het planvoornemen voorziet in de realisatie van een (klinker)rijstraat en halfverharde parkeerplaatsen De uitbreiding van de halfverharde parkeerplaats heeft een oppervlakte van 1.475 m2.
Waterbeheerplan 2016-2021
Met ingang van 27 november 2015 is het Waterbeheerprogramma 2016-2021 'Koers houden, kansen benutten' bepalend voor het waterbeleid. Dit plan gaat over het waterbeheer in het hele rivierengebied en het omvat alle watertaken van het waterschap: waterkeringen, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen.
Zo is het van belang dat er bij nieuwe ruimtelijke plannen voldoende waterberging wordt gecreëerd om wateroverlast bij hevige regenval te voorkomen. De benodigde ruimte voor compenserende waterberging wordt berekend op basis van maatgevende regenbuien, de toename aan verhard oppervlak en de maximaal toelaatbare peilstijging.
Het plan leidt vanwege de aanleg van een parkeerterrein tot een toename aan oppervlakteverhardingen. Het waterschap hanteert twee drempelwaardes voor het verkrijgen van een éénmalige vrijstelling van compensatieplicht. Deze drempelwaarde is 500 m2 voor bebouwd gebied en 1.500 m2 voor het buitengebied.
Of sprake is van bebouwde kom wordt beoordeeld op basis van de feitelijke situatie en de aard van de omgeving. Het gaat immers om de mate van oppervlakteverharding in de directe omgeving en de mate waarin het toevoegen van nieuwe oppervlakteverharding een impact heeft op het watersysteem in het gebied. Bij het bepalen van de drempelwaarde die gebruikt mag worden en of sprake is van bebouwd gebied of buitengebied, wordt niet beoordeeld op basis van de Wegenverkeerswet, maar worden de gebiedskenmerken in beschouwing genomen en wordt beoordeeld waar de bebouwing feitelijk (nagenoeg) ophoudt. Aangezien het kasteelterrein qua karakter meer bij het omliggende buitengebied past en grotendeels onderdeel is van het Gelders Natuurnetwerk, kan worden gesteld dat de locatie onderdeel uitmaakt van het buitengebied. De grens van het bestemmingsplan 'Kern Hernen 2008' vormt in ruimtelijke zin een logische begrenzing van de bebouwde kom.
Bij de aanleg van het parkeerterrein is sprake van een toename van oppervlakteverharding die kleiner is dat 1.500 m2, waardoor gebruik kan worden gemaakt van de éénmalige vrijstelling van het waterschap voor waterbergingscompensatie. Bovendien gaat het om halfverharding, waardoor de gevolgen voor de waterhuishouding beperkt blijven. Het plan past daarmee binnen het Waterbeheerplan 2016-2021.
Keur waterkeringen en wateren
In de Keur waterkeringen en wateren (Waterschap Rivierenland) staan de geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. Voor het uitvoeren van werkzaamheden kan een vergunning nodig zijn. De werkzaamheden in of nabij de watergangen en waterkeringen worden getoetst aan de beleidsregels.
In het plangebied liggen een aantal C-watergangen. De werkzaamheden aan de parkeervoorzieningen vinden niet plaats binnen de beschermingszone en hebben geen significant negatief effect op de waterhuishouding. Het plan voldoet daarmee aan de Keur.
Waternota Wijchen 2019-2028
De Strategische Waternota geeft de handvatten voor duurzaam waterbeheer, ‘Onderweg naar een duurzaam Wijchen’. De gemeente Wijchen werkt aan de bescherming van de leefomgeving voor haar inwoners, gebruikers en bezoekers. Een duurzaam functionerend watersysteem, met voldoende water, waterkwaliteit en belevingswaarde, is een belangrijke voorwaarde voor een goede leefomgevingskwaliteit.
Uit de watersysteemanalyse bleek dat de waterkwaliteit van de kasteelgrachten van Hernen en Wijchen en het Wijchens Meer onvoldoende is (stilstaand water, algengroei). De waterkwaliteit is echter beperkt beïnvloedbaar. De waterkwaliteit van de kasteelgrachten wordt, gelet op de beperkte beïnvloedingsmogelijkheden, niet verder opgepakt door de gemeente. De kasteelgrachten blijven met de vaststelling van het voorliggend bestemmingsplan onveranderd. Het plan om de gebruiksmogelijkheden van het kasteel te reguleren heeft geen negatieve effecten op de waterkwaliteit.
Gemeentelijk Rioleringsplan Wijchen 2018-2022
Gemeenten zijn op grond van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer (Wm) verplicht om te beschikken over een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De gemeente Wijchen heeft op 7 december 2017 haar GRP vastgesteld.
Met dit Gemeentelijk Rioleringsplan geeft de gemeente Wijchen invulling aan haar zorgplicht voor (stedelijk) afvalwater, hemelwater en grondwater, alsmede een doelmatig en duurzaam beheer van de gemeentelijke rioolen watervoorzieningen en oppervlaktewater. Riolering draagt bij aan de volksgezondheid, de kwaliteit van de leefomgeving en beschermt de bodem, het grond- en oppervlaktewater.
In het GRP is bepaald dat ruimtelijke functies onderling op elkaar afgestemd moeten zijn en de ruimtelijke effecten op waterhuishouding (en vice versa) vastgelegd moeten worden in een bestemmingsplan. De toestaan van evenementen en trouwerijen op het kasteel heeft een toename van het aantal personen tot gevolg. Het kasteel is momenteel reeds aangesloten op de riolering. Op het kasteel worden momenteel al bezoekers ontvangen en zijn voldoende voorzieningen aanwezig. Er is geen interne verbouwing noodzakelijk om de gewenste activiteiten mogelijk te maken. De huidige capaciteit van de riolering is toereikend.
Afkoppeling en waterberging
Op basis van het principe van hydrologisch neutraal ontwikkelen dient te worden voorkomen dat door bebouwing en verharding een versnelde waterafvoer plaatsvindt. De gemeente streeft naar het vasthouden van gebiedseigen water door benutting van de natuurlijke bergingscapaciteit van bodem en oppervlaktewater.
Transport van schoon hemelwater via de riolering moet worden vermeden. Het hemelwater dient zoveel mogelijk te worden afgekoppeld van het rioleringsstelsel en op eigen terrein worden verwerkt. Indien dit niet mogelijk is kan in overleg met het waterschap worden bekeken in hoeverre vertraagde afvoer naar het oppervlakte water mogelijk is.
Indien de toename van het verhard oppervlak als gevolg van het bouwplan meer dan 500 m2 in het stedelijk gebied of meer dan 1.500 m2 in het landelijk gebied bedraagt, dan is het plan op grond van het waterschapsbeleid compensatieplichtig. Dit betekent dat dan de aanleg van een extra waterbergingsvoorziening noodzakelijk is. De benodigde ruimte voor compenserende waterberging dient in dat geval te worden verantwoord.
Het plan voorziet in een toename van het verhard oppervlak als gevolg van het bouwplan van 1475 m2, gelegen in het landelijk gebied. Dit betekent dat voor het planvoornemen eenmalig afgeweken mag worden van de compensatieplicht.
Voor het planvoornemen is een watertoets uitgevoerd en bijgevoegd als Bijlage 4 bij de toelichting. De watertoets is bedoeld om ruimtelijke plannen meer waterbestendig te maken, waarbij wateraspecten vroegtijdig en expliciet worden meegenomen in ruimtelijke plannen en bij locatiekeuzen. De watertoets voor dit plan heeft plaatsgevonden via de Digitale Watertoets (www.dewatertoets.nl).
Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de waterhuishouding geen belemmering oplevert voor het planvoornemen. Het plan leidt niet tot negatieve effecten op de waterhuishouding.
Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. De toelichting bevat een motivatie en verantwoording van de keuzes die gemaakt zijn.
Het plan voldoet aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). Hiermee is het plan digitaal uitwisselbaar conform de laatste standaarden.
Het voorliggend bestemmingsplan is voor een groot deel een voortzetting van de vigerende juridische regeling. Alleen daar waar nodig is de regeling aangepast/aangevuld.
De reden voor bestemmingsplanherziening is gelegen in enerzijds de behoefte aan een betere regulering van de bestaande activiteiten van het kasteel, en anderzijds de nieuwe functiemogelijkheden regelen en op de verbeelding de mogelijkheid van uitbreiding van het parkeerterrein opnemen.
Daar waar veranderingen niet noodzakelijk of zelfs niet wenselijk zijn, is de geldende regeling overgenomen.
De bestemming Wonen-1 komt overeen met de geldende regels, zij het dat er geen mogelijkheid voor het oprichten van een minicamping is opgenomen.
De bestemming Buitenplaats is aangepast en afgestemd op de bestaande en nieuwe activiteiten. Daartoe is de bestemmingsomschrijving en zijn de gebruiksregels (functionele invulling) aangepast en aangevuld.
De bouwregels zijn afgestemd op het feit dat het kasteel een rijksmonument is.
Het parkeerterrein is specifiek aangeduid; in de regels is, naast de verwijzing naar het parkeerterrein in de bestemmingsomschrijving van de bestemming Buitenplaats, ook een artikel in de algemene regels opgenomen, waarin het parkeren is geregeld. (artikel 10.1)
Ter waarborging van behoud van de cultuurhistorische waarden is zowel bij de bestemming buitenplaats als bij de bestemming wonen-1, een vergunningstelsel gericht op het uitvoeren van specifieke werken en werkzaamheden opgenomen, overeenkomend met het stelsel in het parapluplan cultuurhistorie Wijchen.
Ook is de nadere eisenregeling van het parapluplan overgenomen.
Voor wat betreft de dubbelbestemmingen: deze zijn qua inhoud en omvang gehandhaafd.
Het betreft de rioolpersleiding (Leiding - Riool) twee archeologische dubbelbestemmingen (Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 2) en de bescherming van de binnen het plangebied aanwezige waardevolle bomen (Waarde - Waardevolle boom).
De economische uitvoerbaarheid komt geheel voor risico van GLK; het plan kan voldoende economisch haalbaar worden geacht. De plan- en procedurekosten voor dit bestemmingsplan worden door de GLK voldaan. Tussen de gemeente Wijchen en GLKL wordt een anterieure overeenkomst gesloten, voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure. (PM)
Vooroverleg
Het concept ontwerp bestemmingsplan zal worden voorgelegd aan de vaste overlegpartners.
Omgevingsdialoog
Het voornemen is voorgelegd en besproken met de omwonenden; er is overwegend positief gereageerd. Afgesproken is onder andere dat de Glk omwonenden tijdig informeert over trouwfeesten en evenementen.
Bij de inrichting van het parkeerterrein is overleg geweest tussen de GLK en direct aanwonenden.
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan zal voor een periode van zes weken ter inzage worden gelegd. Gedurende deze periode heeft een ieder de gelegenheid zijn zienswijzen kenbaar te maken.
Eventuele inbreng zal door de gemeente gewogen worden voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan.