Plan: | Hollandse IJssel ‘noordwesthoek’ |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0353.CHWHolIJsselNWhoek-ON01 |
het Chw bestemmingsplan Hollandse IJssel ‘noordwesthoek’ met identificatienummer NL.IMRO.0353.CHWHolIJsselNWhoek-ON01 van de gemeente IJsselstein.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw
onderzoek naar de (aanwezigheid en/of waarde van) archeologische relicten door een gecertificeerde instantie werkend conform de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. Dit kan bestaan uit bureauonderzoek, booronderzoek, proefsleuvenonderzoek, opgravingen of een combinatie daarvan.
rapport waarin de resultaten van archeologisch onderzoek zijn vastgelegd en dat is opgesteld conform de richtlijnen van de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
de aan een gebied toegekende waarde of verwachtingswaarde in verband met de in dat
gebied aanwezige of aantoonbaar te verwachten archeologische sporen en vondsten.
een activiteit die bedrijfsmatig wordt uitgevoerd en die kan leiden tot te voorkomen en/of te beperken invloed op de omgeving, waaronder horeca en verblijfsrecreatie.
een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald
het legale gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.
de grens van een bestemmingsvlak.
het gebruik van gronden of bouwwerken, waarvoor in het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is vereist op grond van artikel 7c lid 14 van het Besluit Crisis- en herstelwet.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is van het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd, zulks met uitzondering van onderbouwen en kappen. De eerste bouwlaag is de bouwlaag op de begane grond.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
extensieve dagrecreatie welke in hoofdzaak gericht is op natuur- en landschapsbeleving zoals wandelen, fietsen, spelen en verpozen.
de bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
een zodanige wijziging van een functie dat een andere parkeernorm moet worden gehanteerd.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
instantie die beschikt over een certificaat als bedoeld in art. 5.1 van de Erfgoedwet.
een gebouw dat, gelet op de functie, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse.
een accommodatie voor het bedrijfsmatig verstrekken van kortdurend nachtverblijf c.q. verblijfsrecreatie.
de hoofdvorm van een hoofdgebouw, zoals de hoofdvleugel van een hoofdgebouw dat dient als hotel.
voorzieningen, zoals picknickplaatsen, informatieborden en banken, ten behoeve van kleinschalig dagrecreatief medegebruik.
de ondergeschikte delen van het hoofdgedeelte van een hoofdgebouw, zoals de ondergeschikte vleugels van een hoofdgebouw dat dient als hotel.
het deel van de dag tussen van 23.00 uur tot 07.00 uur.
elke toename van stikstofdepositie (groter dan 0,00 mol stikstof) per hectare per jaar op voor stikstof gevoelige habitats en leefgebieden van soorten in een Natura 2000-gebied;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen, al dan niet in combinatie met de productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7c, lid 14 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.
document waarin onderzoeksvragen en uitvoeringseisen voor het uit te voeren archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven of een opgraving staan geformuleerd. Voor aanvang van het onderzoek dient het PvE door het bevoegd gezag te zijn goedgekeurd.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.
neerslag van stikstofverbindingen uit de atmosfeer op een habitat c.q leefgebied van soorten, waarbij de belasting, op een punt binnen het habitat, wordt uitgedrukt in mol N/ha/jr en de belasting op het habitat in geheel in mol N/jr.
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
het met recreatief oogmerk verblijven met overnachting in een gebouw, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen en de zolder.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.
de wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, gebruikt, verbruikt, afgevoerd wordt en dergelijke.
een wellness centrum met sauna, saunacabines, zwembad, massageruimten, relaxruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen met bijbehorende buitenruimten en voorzieningen.
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, airco-installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en/of maximale bouwhoogtes niet meer dan 1 m bedraagt
de diepte, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer waaronder wordt gebouwd.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
daarbij behorende:
Voor het bouwen ten behoeve van de functies genoemd in lid 3.1 gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie Vindplaats 3 en R1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de voor Waarde - Archeologie Vindplaats 3 en R1 bestemde gronden mogen ten dienste van de onder lid 4.1 genoemde bestemmingen en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en) gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie Vindplaats 3 en R1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemming(en) en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en):
Het in 4.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 4.4.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.4.3 te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie Vindplaats 3 en R1' de verbeelding van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de voor Waarde - Archeologie 3 bestemde gronden mogen ten dienste van de onder lid 5.1 genoemde bestemmingen en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en) gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemming(en) en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en):
Het in 5.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 5.4.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.4.3 te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' de verbeelding van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie werkput 20' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de voor Waarde - Archeologie werkput 20 bestemde gronden mogen ten dienste van de onder lid 6.1 genoemde bestemmingen en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en) gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie werkput 20 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemming(en) en daarmee samenhangende gebiedsaanduiding(en):
Het in 6.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 6.4.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 6.4.3 te beslissen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie werkput 20' de verbeelding van het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van archeologisch onderzoek, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de aanleg en instandhouding van een waterkering, de waterbeheersing en waterlopen.
Op de tot Waterstaat - Waterkering bestemde gronden mogen slechts worden gebouwd bouwwerken krachtens de in lid 7.1 genoemde bestemmingen, mits de belangen van de waterkering zich daartegen niet verzetten, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de waterkerende functie van deze gronden. Bouwen binnen de kernzone van de waterkering is niet toegestaan.
Het is verboden op of in de gronden binnen de bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning aanleg werken van het bevoegd gezag de navolgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.
Op de locatie met de aanduiding 'overige zone - ontwikkelingsgebied intensieve recreatie hotel' is het plan gericht op ontwikkeling tot een hotel functie met bijbehorende functies zoals een restaurant met terras, zalen en wellness, inclusief de bij deze functie behorende wegen en paden, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding, nutsvoorzieningen, park- en groen voorzieningen en andere voorzieningen die nodig zijn voor het goed functioneren van het gebied.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit de gronden te gebruiken ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde functies.
De omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit wordt verleend indien:
De volgende ambities gelden voor de ontwikkeling:
De volgende randvoorwaarden gelden voor de ontwikkeling:
Indien de ontwikkeling in het invloedsgebied van een risicobron ligt wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio.
Burgemeester en wethouders kunnen medewerking verlenen aan het afwijken van het bepaalde in 8.4.1 mits er van te voren een advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige die de bouwplannen toetst aan het Beeldkwaliteitplan Ontwikkelingsvlekken Noord- IJsseldijk d.d. 08-10-2020, of diens opvolger (Bijlage 1), en er een bijdrage wordt geleverd aan de ambities zoals bedoeld in lid 8.3 zo nodig worden voorschriften aan de omgevingsvergunning verbonden.
De volgende bouwregels gelden voor de ontwikkeling:
Op de voor 'overige zone - ontwikkelingsgebied intensieve recreatie hotel' aangeduide gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het aangeduide ontwikkelgebied:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.6.2, mits er van te voren een advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige die de bouwplannen toetst aan het Beeldkwaliteitplan Ontwikkelingsvlekken Noord- IJsseldijk d.d. 08-10-2020, of diens opvolger (Bijlage 1). Aan de omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
Op de locaties met de aanduiding 'overige zone- ontwikkelingsgebied recreatie' is het plan gericht op ontwikkeling van recreatieve functies, inclusief de bij deze recreatieve functies behorende functies zoals wegen en paden, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding, groenvoorzieningen en andere voorzieningen die nodig zijn voor het goed functioneren van het recreatiegebied.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit de gronden te gebruiken ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde functies.
De volgende ambities gelden voor de ontwikkeling van recreatieve functies in de aangeduide ontwikkelgebieden:
Indien de ontwikkeling in het invloedsgebied van een risicobron ligt wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio.
Burgemeester en wethouders kunnen medewerking verlenen aan het afwijken van het bepaalde 9.4.1, mits er van te voren een advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige die de bouwplannen toetst aan het Beeldkwaliteitplan Ontwikkelingsvlekken Noord- IJsseldijk d.d. 08-10-2020, of diens opvolger (Bijlage 1), en er een bijdrage wordt geleverd aan de ambities zoals bedoeld in lid 9.3. Zo nodig worden voorschriften aan de omgevingsvergunning verbonden.
De volgende bouwregels gelden voor een ontwikkeling:
Op de voor 'overige zone- ontwikkelgebied recreatie' aangeduide gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het aangeduide ontwikkelgebied:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.6.2 mits er van te voren een advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders daartoe aangewezen commissie die de bouwplannen toetsen aan het Beeldkwaliteitplan Ontwikkelingsvlekken Noord- IJsseldijk d.d. 08-10-2020, of diens opvolger. Aan de omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
Onder gebruik in strijd met de bestemmingen en daarmee samenhangende gebiedsaanduidingen als opgenomen in hoofdstuk 2 en 3 wordt in ieder geval begrepen:
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden om zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 8 lid 8.2 en artikel 9 lid 9.2 een functiewijziging door te voeren van bouwwerken of onbebouwde gronden in een functie met een grotere parkeerbehoefte, zonder dat in voldoende mate ruimte aanwezig is ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's.
Aan de omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden, gericht op het bereiken en borgen van voldoende parkeergelegenheid. Hierbij kunnen in het bijzonder voorschriften worden gesteld aan de situering en omvang van de parkeergelegenheid ten behoeve van het realiseren en in stand houden van parkeergelegenheid op eigen terrein.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Hollandse IJssel ‘noordwesthoek’'.