direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijk niveau
Plan: Burgerveld 17-39, Zeeland
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpze2012burgerveld-ON01

4.3 Gemeentelijk niveau

4.3.1 StructuurvisiePlus

De gemeente Landerd heeft een StructuurvisiePlus vastgesteld waarin onder meer beleid is opgenomen ten aanzien van de herstructurering en verdichting van het bestaande stedelijke gebied van Zeeland.

Genoemd zijn enkele grotere uitbreidingslocaties, waartoe onderhavig plan niet behoort. Particuliere initiatieven worden individueel beoordeeld. Aandachtspunt is de (technische) kwaliteit van woning en woonomgeving, met name in het gebied waarin relatief veel huurwoningen aanwezig zijn. Hierbij zal nauw samengewerkt worden met Woonmaatschappij Maasland.

Analyse
Onderhavig plan betreft een locatie waarbinnen de kwaliteit van de bestaande woningen te wensen overlaat. De genoemde Woonmaatschappij Maasland is inmiddels opgegaan in Mooiland Vastgoed, initiatiefnemer van de in voorliggend bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen.

Conclusie
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat voorliggend project past binnen de StructuurvisiePlus.

4.3.2 Woonvisie Landerd

De gemeente Landerd heeft een woningbouwprogramma opgesteld: "Woonvisie Landerd" (27 juni 2007). Het woningbouwprogramma bevat een kwantitatieve en een kwalitatieve woningbehoefte.

Kwantitatief
In de kern Zeeland (incl. buurtschap Het Oventje) is tot 2017 behoefte aan ca 245 woningen. Daarnaast zullen ca 20 woningen extra moeten worden gebouwd ten behoeve van inlopen woningtekort en 24 huurwoningen ten behoeve van extramuralisering.

Huur
- nultredenwoningen grondgebonden
- nultredenwoningen gestapeld
Subtotaal huur  

35 (15%)
20 (8%)  



55 (22%)  
Koop
- eengezinswoningen voor starters
- overige eengezinswoningen
- nultredenwoningen grondgebonden
- nultredenwoningen gestapeld
Subtotaal koop  

25 (10%)
105 (44%)
25 (10%)
35 (14%)  





190 (78%)  
Totaal     245 (100%)  

Kwalitatief
Vanwege ontwikkelingen in bevolkingsopbouw (vergrijzing, kleinere huishoudens) en inkomen én door veranderingen in woonvoorkeuren zijn de komende jaren ook veranderingen nodig in het soort woningen. De belangrijkste trends staan hieronder op een rij:

  • 1. Zowel in de huur- als in de koopsector dienen woningen te worden toegevoegd.
  • 2. Zowel in de huur- als in de koopsector zal in belangrijke mate aandacht besteed moeten worden aan de gevolgen van de vergrijzing. Dat betekent dat met name nultredenwoningen moeten worden gebouwd, zowel grondgebonden als gestapeld.
  • 3. In de behoefte aan nultredenwoningen (huur en koop) kan eveneens worden voorzien door het aanpassen van bestaande woningen. Dat zal met name gelden voor de woningen die op een ruime kavel staan, zodat op de begane grond bijvoorbeeld een slaapkamer en badkamer kunnen worden bijgebouwd.
  • 4. In de huursector is behoefte aan grondgebonden en gestapelde nultredenwoningen.
  • 5. In de koopsector is er met name behoefte aan eengezinswoningen, vooral twee-onder-een-kap en vrijstaand, en in mindere mate rijwoningen en nultredenwoningen.
  • 6. Er is behoefte aan goedkopere koopwoningen voor starters. De verkoop van huurwoningen kan hier ten dele in voorzien.
  • 7. In de gemeente is veel belangstelling voor het bouwen van een eigen woning op een bouwkavel (van 250 m² tot 450 m²).

Analyse
Voorliggend plan omvat vijftien grondgebonden huurwoningen die allemaal gezien kunnen worden als nultredenwoningen. Hiermee wordt zowel aan de kwantitatieve als aan de kwalitatieve wensen voldaan.

Conclusie
Voorliggend plan past binnen de Woonvisie Landerd.

4.3.3 Woningbouwprioritering

Gebleken is dat de gemeente Landerd een woningbouwprogramma heeft dat de verwachte behoefte overstijgt. Om te voorkomen dat in de gemeente Landerd woningen worden gebouwd waarvoor geen markt is, heeft de gemeente een prioritering voor woningbouwprojecten opgesteld. Projecten met meer dan vier woningen worden vertraagd uitgevoerd. Kleine particuliere plannen tot vier woningen, waarover positieve besluitvorming heeft plaatsgevonden, worden niet getemporiseerd, omdat deze slechts in geringe mate bijdragen aan het terugbrengen van het woningbouwprogramma.

Onderhavig plan betreft per saldo een toevoeging van drie woningen. Bovendien voorziet het plan in een specifieke behoefte: levensloopbestendig en in de huursector. Er is derhalve geen reden het plan te temporiseren.

4.3.4 Overig gemeentelijk beleid

Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.