Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Mijnbouwlocatie Vinkega
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0098.0999123-OW01

Artikel 4 Bedrijf - Mijnbouwlocatie

4.1               
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Mijnbouwlocatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
 
a.      
gaswinning;
 
b.      
verwijdering van vloeistoffen die bij de winning van aardgas worden mee geproduceerd (zoals formatiewater en condensaat, inclusief de mijnbouwhulpstoffen die zich daarin (kunnen) bevinden);
 
c.       
het testen en evacuatie van het gewonnen gas;
 
d.      
het ontzuren van het gewonnen gas;
 
e.      
opslag van, verpompen van en laad- en losactiviteiten met vloeistoffen die bij de winning van aardgas worden mee geproduceerd (inclusief de mijnbouwhulpstoffen die zich daarin (kunnen) bevinden);
 
f.        
injectie in de diepe ondergrond van vloeistoffen die bij de winning van aardgas worden mee geproduceerd (inclusief de mijnbouwhulpstoffen die zich daarin (kunnen) bevinden);
 
g.      
exploratie- en exploitatieboringen;
 
h.      
onderhoudswerkzaamheden aan zowel de bovengrondse als de ondergrondse inrichting, inclusief alle daarbij behorende voorbereidende werkzaamheden zijn toegestaan.
 
i.        
groen;
 
j.        
water en dammen;
 
k.       
infrastructurele voorzieningen.
 
 
 
4.2               
Bouwregels
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
 
a.
      
voor de gebouwen geldt dat de bouwhoogte maximaal 8 m bedraagt;
 
b.
      
voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
1.
bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten 8 m;
2.
bouwhoogte van een afblaaspijp 15 m;
3.         
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (waaronder erf- en terreinafscheidingen) 5 m;
 
c.
        
voor tijdelijke bouwwerken gelden de volgende maxima:
1.
bouwhoogte van de kantoorunits en slaapunits 10 m.
 
4.3               
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter bescherming van de cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden dan wel ter bescherming van de ruimtelijke en functionele karakteristiek nadere eisen te stellen aan de situering en de omvang van nieuw te bouwen bebouwing teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situering van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren.
 
 
 
4.4               
Specifieke gebruikregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 4, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden:
 
a.      
als staan- of ligplaats van onderkomens anders dan ten behoeve van de mijnbouwlocatie;
 
b.      
voor opslag van voer- en vaartuigen;
 
c.       
voor gebruik van de gebouwen als (dienst)woning
 
d.      
Op de locatie is opslag van gassen in de ondergrond, opslag van kernafval en behandeling van aardgas om het geschikt te maken voor toevoeging aan het aardgasnet niet toegestaan