direct naar inhoud van 5.2 Flora en fauna
Plan: Plechelmusstraat 10
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.03BP001PH01-0301

5.2 Flora en fauna

Econsultancy bv heeft in januari 2010 op de planlocatie een quickscan flora & fauna uitgevoerd (rapprtnr. 09106035, zie bijlage 2), bestaande uit een bureaustudie en een veldbezoek.

Aan de hand van verspreidingsatlassen en andere standaardwerken is nagegaan welke bijzondere planten- en diersoorten er voor kunnen komen op de onderzoekslocatie. Verder is het Natuurloket geraadpleegd, zijn toegankelijke gegevens van natuur- en soortbescherming organisaties gebruikt en zijn gegevens van de provincie Overijssel geraadpleegd.

Het veldbezoek is afgelegd op 25 januari 2010. Tijdens dit veldbezoek is de gehele onderzoekslocatie, alsmede de omliggende percelen onderzocht. Gedurende het veldbezoek is gelet op de mogelijke aanwezigheid van beschermde en bedreigde soorten op basis van het aanwezige habitat.

De bebouwing op de onderzoekslocatie is door de aanwezigheid van ruimtes onder de dakpannen geschikt voor huismus als broedgelegenheid. Ook het gebruik van de bebouwing door gierzwaluw is niet op voorhand uit te sluiten. Verder kunnen algemene vogelsoorten gebruik maken van de beplanting, de houtstapels en de hoge bomen op de onderzoekslocatie. Het aanbouwen van bebouwing met platdak tegen de huidige gevels zal geen verstoring vormen voor mogelijke verblijfplaatsen in spouwmuren. Het wordt niet verwacht dat een eekhoorn gebruik maakt van de bomen op de onderzoekslocatie als vaste rust- of verblijfplaats. Van steenmarter zijn tijdens het veldbezoek geen sporen aangetroffen als prooiresten en uitwerpselen die duiden op het gebruik van de onderzoekslocatie door steenmarter.

Voor de overige soorten uit de verschillende soortgroepen vormt de onderzoekslocatie geen geschikt habitat of zijn deze op grond van bekende verspreidingsgegevens of het ontbreken van verblijfsindicaties niet te verwachten. Het (laten) uitvoeren van een controle op de aanwezigheid van een broedgeval voor aanvang van de werkzaamheden of de werkzaamheden buiten het broedseizoen uitvoeren, kan voorkomen dat er onnodige vertraging van de plannen en verstoring van broedvogels plaatsvindt. De EHS zal niet worden aangetast door de herbestemming van de onderzoekslocatie. Externe werking op overige beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is niet aan de orde.

Nader onderzoek naar het voorkomen van verschillende soortgroepen wordt op basis van de hierboven beschreven voorgenomen ingreep niet noodzakelijk geacht.

Dit onderzoek heeft plaatsgevonden in een gebied dat groter was dan onderhavig plangebied. Het plangebied maakte volledig deel uit van het onderzochte gebied.