direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: De Lutte Noord
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.03BP001PH03-0201

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Woonvisie 2008-2015

De gemeentelijke woonvisie beschrijft het beleid van de gemeente Losser op het gebied van wonen. Het beleid is gericht op het krijgen van een sterke positie als woongemeente in de regio Twente. Als bouwopgave voor het dorp de Lutte is in 2007 een aantal van 70 woningen geraamd ten behoeve van de eigen bevolking. Deze bouwopgave is gesteld voor de periode 2008 tot 2015. Het plan om de 22 woningen te realiseren is reeds lange tijd bekend en ingepast in de woningbouwopgave voor De Lutte. De woonvisie is vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de provincie.

3.3.2 Dorpsvisie De Lutte

Deze Dorpsvisie betreft een dorpsontwikkelingsplan (DOP) van De Lutte (gemeente Losser). Het dorpsontwikkelingsplan omvat een praktische agenda voor de middellange termijn met daarin de wensen vanuit het dorp zelf teneinde De Lutte sociaal, economisch en ruimtelijk leefbaar en vitaal te houden.

Wensbeeld en visie op wonen

Het moet een leefbaar dorp worden en blijven, met een evenwichtige bevolkingsopbouw. Voldoende woningaanbod van het juiste woningtype, op de juiste locatie, op het juiste tijdstip is daarvoor van groots belang. Voor starters (of alleenstaanden) wordt ingezet op goedkope koopwoningen, huurwoningen en appartementen. Voor ouderen wordt ingezet op grondgebonden woningen in één bouwlaag. Om de levendigheid te behouden is het noodzakelijk om de doelgroepen te mixen en te spreiden over de kern. Op korte termijn moet er ingezet worden op het benutten van inbreidingslocaties.

De Lutte is geen groeikern, de kleinschaligheid en het dorpse vormen het uitgangspunt voor toekomstige ontwikkelingen. In het wensbeeld heeft De Lutte een geleidelijke groei van het aantal woningen en inwoners, zodanig dat er in ieder geval in de eigen woonbehoefte kan worden voorzien. Een blijvende constante bouwstroom gericht op een evenwichtige bevolkingsopbouw. Woningbouw is bepalend voor de toekomst van het sociale leven, de verenigingen en de voorzieningen in De Lutte. Bewoners van buiten De Lutte zijn welkom, zolang De Lutte maar géén groeikern wordt. Versnelling van de bouw van nieuwe woningen wordt gezien als ondermijning van de woningmarkt. Bovendien moeten de voorzieningen 'mee kunnen groeien'.

In het wensbeeld zijn de woningen zorgvuldig ingepast en zijn er voldoende woningen voor de juiste doelgroepen. Nabij de voorzieningen, op centrumlocaties, wordt gebouwd voor ouderen. Daarnaast dient er een goede mix van starterswoningen en woningen voor zgn. doorstromers gerealiseerd te worden.

De Lutte is een plattelandsdorp waar ingezet moet worden op een constante bouwstroom met aandacht voor doelgroepen. Er is veel ruimte voor nieuwe woningbouwlocaties. De opgave is om deze ruimte met het oog op de toekomst goed in te vullen en te reserveren. Het moet een leefbaar dorp worden en blijven, met een evenwichtige bevolkingsopbouw. Voldoende woningaanbod van het juiste woningtype, op de juiste locatie, op het juiste tijdstip is daarvoor van groot belang.

Conclusie

Met het realiseren van het plan vindt er een bescheiden uitbreiding in woningbouw plaats. Voldaan wordt aan de uitgangspunten van een geleidelijke en bij de maat en schaal van de Lutte passende groei in woningbouw. De woningen zullen worden gerealiseerd om te kunnen voorzien in de eigen woonbehoefte.

3.3.3 Welstandsnota/ beeldkwaliteitsplan

De “Welstandsnota Gemeente Losser” (2004) behandelt het gemeentelijke beleid ten aanzien van het welstandstoezicht in de gemeente. In de gemeente Losser wordt het welstandsbeleid grotendeels gevoerd op grond van gebiedsgerichte criteria wat kortweg inhoudt dat een gebouw qua vormgeving, richting en materiaalgebruik moet aansluiten bij de directe omgeving. Het onderhavige plan valt binnen het gebied “De Lutte woonwijken”. Voor dat gebied gelden de volgende criteria:

Situering

  • De woningen zijn georiënteerd op de straat waaraan de ontsluiting plaats vindt.
  • Bijgebouwen dienen zodanig gesitueerd te zijn dat zij ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw.
  • Aanbouwen en bijbouwen staan minimaal 4 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw (met vrijstelling naar 6 m).
  • Vrijstaande bijgebouwen staan minimaal 2 meter achter het hoofdgebouw.

Vormgeving

  • De architectonische stijl van de bebouwing is vrij.
  • Bij nieuwbouw dient te worden gestreefd naar kleinschaligheid en een gevarieerd straatbeeld.
  • De bebouwing dient een eenvoudige hoofdvorm te hebben, dus geen complex samengestelde hoofdvorm.
  • Bijgebouwen en aanbouwen zijn qua nokhoogte lager dan het hoofdgebouw. Bij de nokhoogte is het verschil minimaal één meter.
  • De richting van de nok en de dakhelling van het bijgebouw of de aanbouw zijn gelijk aan die van het hoofdgebouw, tenzij het bijgebouw of de aanbouw een plat dak heeft.
  • Er mogen maar aan één zijde van de woningen aanbouwen gebouwd worden.
  • Een aanbouw mag niet dominant zijn ten opzicht van het hoofdgebouw. Hij moet bovendien qua vorm goed aansluiten op de bestaande bouw.
  • Aanbouwen en wijzigingen dienen qua vormgeving goed aan te sluiten bij de architectuur van het pand en te passen in het straatbeeld.
  • Bij hoekwoningen en andere woningen die aan meerdere zijden aan de openbare ruimte staan, worden alle gevels aan de openbare ruimten als voorgevels behandeld.
  • De plaats, afmetingen en verhoudingen van deur- en raamopeningen dienen goed op elkaar en op de karakteristieken van het hoofdgebouw te worden afgestemd.

Materiaal, kleuren en detaillering

  • Er worden alleen natuurlijke materialen toegepast (baksteen, hout, riet, betonnen of gebakken dakpannen).
  • De gevels bestaan in hoofdzaak uit metselwerk, overige materialen zoals glasvlakken worden in de voor en zijgevels beperkt toegepast.
  • Grote oppervlakken met plaatmateriaal zijn niet zichtbaar vanuit de openbare ruimte.
  • Aanbouwen worden in dezelfde materialen gebouwd als het hoofdgebouw.
  • Vrijstaande bijgebouwen worden in dezelfde materialen gebouwd als het hoofdgebouw of in hout.
  • De detaillering is zorgvuldig en passend bij het ontwerp van de woning.

In het stedenbouwkundig ontwerp zijn de uitgangspunten uit de welstandsnota meegenomen. Bij de aanvraag van de omgevingsvergunningen voor het bouwen van de woningen zal een gedetailleerde toets plaatsvinden aan de welstandsnota.

3.3.4 Waterplan Losser

Samen met het waterschap Regge en Dinkel en Vitens heeft gemeente Losser een waterplan opgesteld bestaand uit een inventarisatie, visie en uitvoeringsplan 2007-2010

In dit waterplan is de woningbouw uitbreidingslocatie aan de Lutte Noord meegenomen. Zo wordt in de inventarisatie vermeld dat voor de uitbreidingslocatie in de Lutte Noord een verbeterd gescheiden rioolstelsel is aangelegd. In de visie blijkt uit de knelpunten en kansenkaart dat er binnen het plangebied geen knelpunten aanwezig zijn, zie figuur .. Voor het plangebied worden er dan ook geen verbeteringsmaatregelen getroffen. De algemene thema's uit het waterplan over waterberging, omgang met afval- en hemelwater, grondwater etc worden in de waterparagraaf behandeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.03BP001PH03-0201_0003.png"

Figuur 3.1 knelpunten en kansen kaart Watervisie