direct naar inhoud van 4.3 Bodem
Plan: Havens
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2013Havens-0201

4.3 Bodem

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse in beeld te worden gebracht. Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat als de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig moet worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen moeten bij voorkeur op schone grond worden gerealiseerd.

De provincie Flevoland heeft een aantal wettelijke taken in het kader van de Wet Bodembescherming (WBB). De provincie verkrijgt in het kader van deze wettelijke taken bodemgegevens die worden opgeslagen in een bodeminformatiesysteem (BIS). Het betreffen bodemonderzoeken op locaties waar (mogelijk) sprake is van ernstige bodemverontreiniging (Wbb-locaties). Bodemonderzoeken die in een ander wettelijk kader zijn uitgevoerd worden niet door provincie geregistreerd, tenzij er sprake is van een bodemverontreiniging; bijvoorbeeld bodemonderzoeken in het kader van de Woningwet of de Wet milieubeheer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0184.BP2013Havens-0201_0022.png"

Figuur 4.5 Overzicht verontreinigde locaties

Plangebied

Op onderstaande overzichtskaart uit het bodeminformatiesysteem is te zien welke delen van het plangebied reeds onderzocht zijn. Naast de bekende en onderzochte locaties zijn ook historische locaties aangegeven waar in het verleden bedrijfsactiviteiten hebben plaatsgevonden waarbij mogelijk bodemverontreiniging is opgetreden.

Wanneer er in de toekomst nieuwe ontwikkelingen plaats vinden, waarbij afgeweken wordt van het bestemmingsplan, moet een bodemonderzoek plaatsvinden. Daarbij kan wordt voortgeborduurd op de reeds aanwezige informatie uit het bodeminformatiesysteem.

Conclusie

Gezien het feit dat onderliggend bestemmingsplan conserverend van aard is en dus bij recht geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, hoeft er in dit geval geen bodemonderzoek uitgevoerd te worden.