direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: GEMEENTE ASSEN Norgerbrug en omgeving
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001

2.4 Gemeentelijk beleid

De gemeente is de overheid die het dichtst bij de inwoners staat en gaat onder meer over de ruimtelijke inrichting van haar eigen grondgebied. Vanuit die verantwoordelijkheid is het bestemmingsplan Norgerbrug opgesteld. Omdat de gebiedsontwikkeling Norgerbrug zowel in de gemeente Assen als Midden-Drenthe ligt, is bij het opstellen van het bestemmingsplan met het beleid van beide gemeenten rekening gehouden. De essentie hiervan is hieronder samengevat.

2.4.1 Gemeente Assen

Ruimtelijke ordening

Het Structuurplan Stadsrandzone (vastgesteld oktober 2008) geeft richting aan het faciliteren van toekomstige ruimteclaims rond het bestaand stedelijk gebied van Assen, zonder dat de bijzondere natuur- cultuur- en landschappelijke waarden van het gebied wezenlijk worden aangetast. Stedelijke en landschappelijke ontwikkeling moeten elkaar daarbij versterken.

Met dit bestemmingsplan wordt invulling gegeven aan de aanleg van Kloosterveen III Zuid en West, één van de voorkeurslocaties voor uitbreiding. Specifieke aandachtspunten hierbij zijn:

  • Op basis van onderzoek naar de effecten op het Fochteloërveen dient te worden beoordeeld of en hoe, dan wel onder welke voorwaarden dit gebied voor een woonfunctie kan worden ontwikkeld.
  • Dit woongebied kan door de directe aansluiting op het bestaande woongebied Kloosterveen gebruik maken van de voorzieningen in Kloosterveen zoals het wijkcentrum Kloosterveste, scholen en andere maatschappelijke voorzieningen.
  • Omdat met deze locatie de rand van Kloosterveen vorm krijgt moet de overgang naar het landelijk gebied goed worden ingericht. Door het bouwen in lage dichtheden en inrichting van een natte zone kan ingespeeld worden op deze omstandigheden.
  • In verband met de hydrologische beperkingen zijn aanvullende maatregelen nodig in de vorm van drainage en waterpartijen en/of ophogen van het maaiveld.
  • Ontsluiting voor autoverkeer van het woongebied is mogelijk via een aansluiting op de weg langs de Norgervaart zodat de wegenstructuur van Kloosterveen niet extra wordt belast.
  • De fietsverbindingen kunnen goed aansluiten op het bestaande fietspadenstelsel van Kloosterveen waardoor alle voorzieningen binnen de wijk goed bereikbaar zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0002.png"

Plankaart Structuurplan Stadsrandzone

Volgens de Integrale Structuurvisie Assen 2030 groeit Assen naar verwachting tot circa 80.000 inwoners in 2030. Assen wil adequaat inspelen die demografische ontwikkeling en economisch groeien. Binnen de Regio Assen-Groningen is afgesproken dat Assen tot 2030 11.000 woningen bouwt. Om Assen bereikbaar te houden, wordt gekozen voor het optimaal benutten van de bestaande infrastructuur en het wegnemen van knelpunten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0003.png"

Plankaart Structuurvisie Assen 2030

Wonen

Volgens het Woonplan Assen 2010-2030 wil Assen zich inspannen om een prettige woongemeente te blijven. Assen heeft zich uitgesproken voor groei naar 80.000 inwoners.

Assen wil een duurzame CO2-neutrale stad zijn, dat zich ten doel stelt in 2015 minimaal 50% van de bestaande woningen minimaal energielabel C heeft en minimaal 50% van de nieuwe woningen CO2-neutraal is. Om dit te bereiken wordt - in projecten waar de gemeente de regie voert - een volledige CO2-neutrale gebiedsontwikkeling nagestreefd. Zoals ook voor Kloosterveen III. Daarbij wordt gebouwd volgens de principes van 'Duurzaam bouwen' en 'Stedelijke ecologie'. Nabije en bereikbare voorzieningen moeten bijdragen aan gebruik van duurzame manieren van vervoer. Deze uitgangspunten worden bestendigd in de Structuurvisie.

Rekening houdend met de vernieuwingsopgave omvat het bouwprogramma 2009-2020 in totaal 4.650 woningen, 420 per jaar. Het plan Kloosterveen III voorziet met 1.200 woningen in 13% van de uitbreidingsbehoefte tot 2030.

Natuur

Het groenbeleid van Assen is te vinden in de Groenstructuurvisie uit 2006. Het groen maakt Assen aantrekkelijk om te wonen, te werken te winkelen en te recreëren. Assen wil een stad in het groen blijven. Assen betrekt de 'groene belangen' vroegtijdig in de ruimtelijke planvorming en zorgt voor een evenwichtige afweging.

Assen heeft als kenmerk “stad in het groen”. Veel groen is monumentaal. Voortbouwend op het Asserbos, heeft Assen altijd ingezet op groot, robuust groen in en direct bij de stad. Zo kent Assen inmiddels parels als het Amelterbos, landgoed Overcingel en de Gouverneurstuin. Ook heeft Assen bij aanleg van woonwijken ervoor gezorgd dat bestaande groenelementen intact zijn gebleven. De ontstane hoofdstructuur is in de loop der tijd aangevuld en verfijnd met representatief groen, wijk- en buurtgroen en nieuw natuurlijk groen. Dit heeft geleid tot een stevig netwerk van groen met een hoge gebruiks- en belevingswaarde.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat groen een grote bijdrage levert aan het welzijn en welbevinden van mensen in een verstedelijkte omgeving. De Assenaren zelf vinden het groen heel belangrijk voor de beleving en de leefbaarheid van de stad. Het groen maakt Assen aantrekkelijk om te wonen, te werken, te winkelen en te recreëren.

Groen vervult veel functies in stedelijk gebied. Het biedt de voorwaarden voor:

  • Structuur: groene elementen zorgen voor herkenning en oriëntatie;
  • Ecologie: het bevordert een goed leefklimaat voor mens, plant en dier, het biedt mogelijkheden voor vestiging en voeding en levert een positieve bijdrage aan het microklimaat;
  • Verfraaien: groen is het decor waartegen het leven in de stad zich afspeelt, het geeft sfeer en biedt geborgenheid;
  • Recreëren: het biedt ruimte voor ontmoeten, in- en ontspannen in de directe woonomgeving ('10 minuten afstand') en levert zo een positieve bijdrage aan welzijn en gezondheid van de inwoners. Ruimte voor (natuur)spelen.

De ruimtelijke opbouw en samenhang van het groen in Assen worden bepaald door stadsranden, groene lobben, lijnvormige elementen, specifieke groene gebieden en het wijkgroen. De structuur is herkenbaar en opgebouwd uit de landschappelijke basisstructuur, verkeersstructuren, grote groengebieden en woonwijken. De meeste groenstructuren zijn aanwezig, enkele behoeven verbetering en enkele nieuwe zijn gewenst. De aanduiding van het bovengenoemde samenhangende stelsel van groene structuurelementen is “het Groene Frame” (zie onderstaande afbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0004.png"

Groene Frame van Assen

Op de Kansenkaart van Het Groene Frame (zie onderstaande afbeelding) worden de volgende elementen onderscheiden:

  • Zoekgebied groen en natuur;
  • Aandacht voor overgang stad naar landschap;
  • Te ontwikkelen natte ecologische groenverbinding langs Norgervaart; dit betreft een verbinding tussen het Tonckensbos in het noorden en het Pelinckbos in het zuiden;
  • Te ontwikkelen ecologische groenverbinding vanuit het Pelinckbos over de Balkenweg naar Kloosterveen;
  • Diverse recreatieve fiets- en wandelverbindingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0005.png"

Kansenkaart Groene Frame

Voor Kloosterveen III zijn de hierna volgende uitgangspunten voortvloeiend uit de Groenstructuurvisie van belang:

  • Kloosterveen betrekt de 'groene belangen' vroegtijdig in de ruimtelijke planvorming en zorgt voor een evenwichtige afweging;
  • Kloosterveen bouwt waar nodig onvolledige groenstructuren uit en rondt deze af;
  • De oorspronkelijke landschappelijke gegevenheden zijn door accentueren en herstellen herkenbaar gemaakt in de verschijningsvorm van het groen;
  • Het groen speelt een hoofdrol bij het structureren, het is hierbij afwisselend leidend en volgend;
  • Grote groenelementen maken onderdeel uit van een groen netwerk;
  • De verschijningsvorm van het groen sluit aan bij de functie en kenmerken van de plek waar het voorkomt;
  • Assen streeft naar multifunctioneel groen. Per structuurelement of per gebied wordt aangegeven welke functies prioriteit hebben. Voor Kloosterveen III heeft natuurlijk groen prioriteit;
  • Natuurwaarden worden behouden en ontwikkeld, ecologische principes gelden als basis voor inrichting en beheer. De groene gebieden in Assen (en Kloosterveen) vormen een raamwerk voor natuurontwikkeling en zijn een verbinding met het omliggende landschap;
  • In Kloosterveen wordt minimaal 1 natuurspeelplaats aangelegd;
  • De entrees worden herkenbaar en representatief ingericht.

Specifiek voor de westelijke stadsrand is in 2008 de Groenvisie Stadsrandzone vastgesteld. Om de balans tussen rood en groen in de westelijke stadsrandzone te bewaren, is er een opgave van 200 hectare nieuw groen in de periode tot 2020. Het bestemmingsplan Norgerbrug voorziet hierin ten dele. Het gebied ten zuiden van het Tonckensbos en de Drentse Golf & Countryclub wordt ingericht als recreatief uitloopgebied van Kloosterveen. Langs de Norgervaart wordt een natte ecologische zone aangelegd. Het gebied in de omgeving van het Pelinckbos is sterk gericht op recreatie.

Verkeer en vervoer

Het Convenant Duurzame en Stedelijke bereikbaarheid is een beleidsafspraak tussen de gemeente Assen en de provincie Drenthe. De provincie Drenthe en de gemeente Assen streven vanuit de strategische agenda van het SNN en de Regiovisie Groningen-Assen naar een concentratie van wonen en werken in stedelijke centra. Een goede bereikbaarheid wordt verzekerd door een combinatie van auto, fiets en ov-maatregelen.

Het gemeentelijk verkeer- en vervoerbeleid van Assen is vastgelegd in de Strategienota Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) 2005. In de strategienota zijn de hoofdlijnen van het verkeersbeleid voor de komende tien jaren vastgelegd. De verkeersvraagstukken kunnen niet los worden gezien van ruimtelijke en economische vraagstukken. Dat vraagt om een samenhangend beleid. De grootste groei van het autoverkeer doet zich voor in woongebieden als Kloosterveen. De inrichting van het hoofdwegennet moet aangepast worden ten behoeve van een veilige en vlotte verkeersafwikkeling. Ontsluitingswegen en invalswegen moeten voldoende op elkaar aansluiten. De gemeente streeft er naar om de leefbaarheid in de woonwijken te behouden door de geluidsoverlast terug te dringen, bijvoorbeeld door het toepassen van geluidsreducerende wegverharding, het bundelen van autoverkeer op hoofdroutes of het aanleggen van geluidswallen.

Het fietsbeleid van de gemeente Assen is te vinden in de Nota Fietsverkeer Assen uit 2005. Het beleid streeft naar het beheersen van de groei van de automobiliteit kan alleen wanneer alternatieven echt aantrekkelijk zijn. De fiets moet het logische transport zijn/worden voor de korte afstand. Door te investeren in een veilig en goed fietsnetwerk blijft de stad in de toekomst goed bereikbaar. Voor nieuwe wijken als Kloosterveen wordt gestreefd naar een maaswijdte van de fietsroutes van 300 meter. De landschappelijke fietsroute Kloosterveen en de fietsroutes langs de Norgervaart zijn recreatieve routes. De route Bovensmilde-Assen is een primaire route.

Water

De gemeente heeft in 2006 het Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft een strategische visie van het gemeentelijk beleid omtrent het aspect water. In het plan zijn beleidskaders aangegeven waarbinnen het gemeentelijk rioleringsplan (GRP), baggerplannen, bestemmingsplannen, groenplannen, herstructureringsplannen nader kunnen worden uitgewerkt.

De gemeente streeft naar een situatie waarin het watersysteem onder normale omstandigheden geen overlast veroorzaakt. Water in woonruimten en in tuinen wordt onder normale omstandigheden niet geaccepteerd. Tevens moet water weer een duidelijke en zichtbare plaats krijgen in en rond Assen. Water moet meer het beeld van de wijken bepalen, waarbij bestaande waterstructuren de basis vormen voor nieuwe ontwikkelingen. Daarbij wordt getracht de huidige situatie te verbeteren.

Het gemeentelijk waterplan is niet alleen voor de gemeente een belangrijk hulpmiddel, maar ook voor de waterschappen. Vooral vanuit de waterschappen is er sterke aandacht voor het stedelijk waterbeleid van de gemeente. Overleg met de waterschappen (waterkwaliteit / -kwantiteit beheerders) over het te voeren beleid en uit te voeren maatregelen is gewenst om afstemming te bevorderen, effectiviteit van maatregelen te vergroten en kosten te beheersen.

Riolering is nodig uit oogpunt van bescherming van de volksgezondheid, het tegengaan van wateroverlast en bescherming van het milieu. In het kader van de wet Milieubeheer is de gemeente verplicht een rioleringsplan op te stellen. In het GRP staat een overzicht van het rioolsysteem, hoe het riool beheerd wordt en welke invloed het rioolsysteem op het milieu heeft. Het GRP omvat zowel de aanleg van nieuwe riolering als het beheer van de bestaande riolering. Het is uitvoeringsgericht en wordt gebruikt als een technisch, financieel en organisatorisch planningsinstrument.

Ten gevolge van de klimaatsveranderingen wordt in het kader van Waterbeheer 21e eeuw onderzoek gedaan naar herziening van de ontwerpnormen voor het watersysteem. Door toename van de temperatuur, bodemdalingen, neerslaghoeveelheden en intensiteiten zal het watersysteem op basis van inundatierisico's moeten worden getoetst. Voor stedelijk gebied is in het kader van WB21 sprake van een ontwerpnorm met een inundatierisico van 1 maal in de 100 jaar. Bij revitaliseringplannen zal bij de aanleg van gescheiden watersystemen, het aanwezige regenwaterstelsel moeten worden vergroot met betrekking tot de bergingscapaciteit (“veerkrachtig systeem”). Derhalve wordt als beleidsuitgangspunt genomen voor de gehele gemeente Assen dat in ieder geval het huidige oppervlaktewatersysteem gehandhaafd dient te blijven (Stand-still beginsel) en zo mogelijk in geval van herstructurering en revitalisering met bergingscapaciteit wordt uitgebreid.

Milieu en duurzaamheid

Bodem

In de Nota Bodembeheer Gemeente Assen (2010) wordt invulling gegeven aan de bodemambities van de gemeente Assen met betrekking tot hergebruik van grond en baggerspecie. De gemeente Assen heeft voor gebiedsspecifiek beleid gekozen. Het plangebied Norgerbrug valt onder het bestemde gebruik “wonen met tuin”. De gemiddelde bodemkwaliteit voldoet blijkens onderzoek aan de achtergrondwaarde.

Duurzaamheid

Centrale ambitie in het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Assen, neergelegd in de Duurzaamheidsvisie uit 2009, is dat Assen CO2-neutraal wil zijn. Er mag niet meer energie worden gebruikt dan er vanuit duurzame bronnen aan het systeem wordt geleverd. De belangrijkste uitdaging ligt bij woningen en bij transport. CO2-neutraal betekent voor Assen: geen fossiel energieverbruik, geen electriciteit op basis van fossiele bronnen, zo min mogelijk compensatie en het zoveel mogelijk lokaal opwekken van energie.

Externe veiligheid

De Beleidsvisie Externe Veiligheid van de gemeente Assen (2009) bevat het externe veiligheidsbeleid van Assen. Om zowel ruimte te bieden aan de ruimtelijke ontwikkeling van de stad als ervoor te zorgen dat er geen onnodige of onacceptabele veiligheidsrisico’s worden gelopen is het wenselijk om sturing te geven aan de situering van bedrijven met een risicocontour en aan ruimtelijke ontwikkelingen binnen bestaande risicocontouren. Assen kiest daarom voor gebiedsgerichte ambitieniveau's. Door onderscheid te maken in verschillende gebieden met verschillende ruimtelijke functies en daaraan gebiedsgerichte ambities te koppelen, combineert de gemeente Assen de gewenste veiligheidsniveaus optimaal met de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen.

Voor woonwijken kiest de gemeente voor een maximaal veiligheidsniveau. In woonwijken bevinden mensen zich gedurende het grootste deel van de dag en de week. Daar bevinden zich vaak ook de kwetsbare objecten als scholen, winkelcentra, bejaardentehuizen, etc. Deze ambitie is vertaald in onderstaande randvoorwaarden met betrekking tot plaatsgebonden risico en groepsrisico:

  • Overschrijding grenswaarde PR (10-6) voor kwetsbare objecten: Niet acceptabel;
  • Overschrijding grenswaarde PR (10-5) voor beperkt kwetsbare objecten:
    • 1. Bestaande objecten: Risico’s zoveel mogelijk beperken;
    • 2. Nieuwe objecten: Niet acceptabel;
  • Overschrijding oriëntatiewaarde groepsrisico: Niet acceptabel;
  • Toename Groepsrisico: Niet wenselijk.

2.4.2 Gemeente Midden-Drenthe

Verkeer en vervoer

Het gemeentelijk verkeer- en vervoerbeleid van Midden-Drenthe is vastgelegd in het (in 2006 geactualiseerd) Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP). De basis voor het GVVP is het landelijk verkeersbeleid “Duurzaam Veilig”. Duurzaam Veilig richt zich voornamelijk op drie pijlers:

  • Het voorspelbaar en consequent maken van verkeerssituaties, zodat deze voor de weggebruiker logisch en gemakkelijk te begrijpen zijn;
  • Wegen moeten gebruikt worden waarvoor ze zijn bedoeld;
  • Conflicten tussen weggebruikers met groot verschil in snelheid of massa moeten worden uitgesloten.

In het GVVP komt de gebiedsontwikkeling Norgerbrug en omgeving niet aan de orde.

Water

Het waterbeleid van de gemeente Midden-Drenthe is opgenomen in het Waterplan Midden-Drenthe. Het doel van het plan is het verbeteren van de samenwerking en afstemming tussen verschillende partners en aandacht voor waterwinning en lokale wateroverlast.

Tevens heeft de gemeente een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) opgesteld. Gesproken wordt van een verbreed GRP omdat het invulling geeft aan drie gemeentelijke zorgplichten (afvalwater, hemelwater en grondwater). Terwijl het GRP vroeger alleen betrekking had op de riolering (afvalwater). De drie zorgplichten worden als volgt omschreven:

1. De inzameling en transport van stedelijk afvalwater.

2. De doelmatige inzameling en transport van afvloeiend hemelwater.

3. Het in openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of te beperken voor zover doelmatig.

De gemeente Midden-Drenthe wil haar (riool)voorzieningen met betrekking tot de zorgplichten doelmatig beheren, waarbij overlast voor de burgers en omgeving tot een minimum beperkt wordt. Conform de uitgangspunten opgenomen in het coalitieakkoord wordt hier op basis van een meerjarig kostendekkingsplan uitgegaan van een kostendekkend tarief.

Externe Veiligheid

In het Externe Veiligheidsbeleidsplan 2009-2012 geeft de gemeente Midden-Drenthe haar visie en ambitieniveau weer wat betreft risicobeheersing van bedrijven en het transport van gevaarlijke stoffen. In het buitengebied bevinden zich een aantal risicovolle objecten. Het gaat om een aantal lpg-tankstations, Gasunie meet- en regelstation en tracés voor hogedrukaardgastransportleidingen.

Het streven is het buitengebied zoveel mogelijk tegen nieuwe externe veiligheidsrisico's te beschermen. Voor de vestiging van nieuwe risicovolle bedrijvigheid in het buitengebied zijn alleen lpg-tankstations en Gasunie meet- en regelstations toegestaan onder voorwaarde van een optimaal planontwerp. Voor de A28 en het spoor geldt dat –vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen- binnen 30 m vanaf de kant van de weg of het spoor geen kwetsbare objecten zoals woningen en scholen mogen worden gebouwd. In uitzonderingssituaties zijn beperkt kwetsbare objecten zoals bedrijfsgebouwen toegestaan. Binnen 200 m vindt altijd een verantwoording van risico's plaats. Voor de provinciale en gemeentelijke wegen geldt dat er geen belemmeringen zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen langs deze wegen. Vanwege het relatief gering aantal vervoersbewegingen met gevaarlijke stoffen wordt voor de gemeentelijke wegen geen routering van gevaarlijke stoffen voorgesteld.

Binnen de gemeente Midden-Drenthe lopen drie tracés van hogedrukaardgastransportleidingen (buisleidingen) en drie hoogspanningsverbindingen door het buitengebied. Voor zowel de hoogspanningsleidingen als de buisleidingen geldt dat voor het afstandenbeleid wordt aangesloten bij de landelijke wet- en regelgeving. Bij ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van buisleidingen dient Gasunie een risicoberekening te maken.

Milieu en duurzaamheid

Volgens het Milieubeleidsplan Midden-Drenthe heeft de gemeente tot doel om onder andere de interne en externe afstemming met betrekking tot milieuonderwerpen te verbeteren, om Europees, nationaal en provinciaal milieubeleid in het milieubeleidsplan te implementeren en een meerjarenuitvoeringsprogramma op te stellen voor de milieutaken. Speerpunten in milieubeleid van Midden-Drenthe zijn stimuleren van duurzaam bouwen, behouden en versterken van groen, geur en luchtkwaliteit op maat, stimuleren van milieubewust gedrag, beperken van externe veiligheidsrisico's, duurzaam bodemgebruik, acceptabele geluidskwaliteit en duurzame ruimtelijke ontwikkeling.