direct naar inhoud van 3.14 Duurzaamheid
Plan: GEMEENTE ASSEN Norgerbrug en omgeving
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001

3.14 Duurzaamheid

De gemeente Assen heeft onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijkheden voor een CO2-neutrale ontwikkeling van de woonwijk Kloosterveen III. (DEC, duurzame CO2-neutrale ontwikkeling woonwijk Kloosterveen III, augustus 2010). De gemeente Assen beschouwt duurzaamheid als één van de leidende principes bij de uitwerking van haar beleid in gebiedsontwikkelingen. De gemeente ziet de noodzaak van transitie van een lineaire, uitputtende economie naar een meer cyclische economie, waarbij afvalstoffen terugkomen in een kringloop als grondstof. De urgentie dringt zich langzaam op: grond- en brandstoffen worden schaarser en duurder en de aarde warmt gestaag op. Toch is nog lang niet iedereen zich hiervan voldoende van bewust. Mede gevoed door de huidige economische crisis zijn de maatschappij en haar burgers in eerste instantie bezorgd om de situatie van vandaag, waarbij minder ruimte is voor een strategie op lange termijn.

Duurzame gebiedsontwikkelingen zijn echter bij uitstek gericht op de lange termijn: de gebieden die vandaag ontwikkeld worden zijn immers de gebieden waar de komende decennia gewoond en gewerkt gaat worden. Willen we de duurzame gebieden van morgen ontwikkelen dan zullen we nu de juiste combinatie van visie en daadkracht moeten aanwenden. Hierin ligt een voorname rol voor de gemeente. Zij dient zich ervan bewust te zijn dat duurzame gebiedsontwikkeling uiteindelijk een economische, sociale en maatschappelijke verrijking oplevert.

De gemeente Assen heeft heldere ambities voor woonwijk Kloosterveen III neergelegd. Ruimtelijkheid, comfort zijn de belangrijkste uitgangspunten: het dient een wijk te worden waar toekomstige bewoners trots op zijn. Waar niet alleen geleefd wordt, maar ook beleefd wordt. Duurzaamheid vormt daarbij een sleutelbegrip: er wordt gestreefd naar CO2-neutraliteit en invoering van integrale verduurzamingsmaatregelen, onder meer op het gebied ruimte, materiaal, water en afval. In onderhavige studie ligt de focus met name op een CO2-neutrale energievoorziening.

Hoewel de CO2 -ambitie zelf niet op korte termijn volledig ingevuld hoeft te zijn, heeft zij wel degelijk gevolgen voor de huidige ontwikkeling van het plangebied. Een woonwijk heeft immers een levensduur van meer dan 50 jaar. Wanneer in het ontwikkelstadium onvoldoende gezorgd wordt voor maatregelen die CO2 -emissies reduceren, dan zal de uiteindelijke CO2 -uitstoot vervolgens op een andere wijze dienen te worden gecompenseerd. Hetzij door aanvullende maatregelen in het plangebied zèlf of door elders in de gemeente bijvoorbeeld een surplus aan duurzame energie op te bouwen. De uitdaging is om een juiste balans te vinden tussen maatregelen ‘nu’ en maatregelen ‘straks’:

  • Zoveel mogelijk op ‘nu’ realiseren levert (vermarktbare) kennis en een grote CO2 -winst op, maar vergt mogelijk additionele investeringen op korte termijn.
  • Met geleidelijke implementatie kan zoveel mogelijk worden geprofiteerd van voortschrijdende technologische ontwikkelingen. Anderzijds betekent het teveel uitstellen van CO2 -reductiemaatregelen dat op termijn veel geüpgrade dient te worden. Dat resulteert juist in hogere kosten.
  • In een wereld van toenemende schaarste en stijgende prijzen betaalt duurzaamheid zich uiteindelijk zonder meer terug. Maar tegelijkertijd dient rekening te worden houden met de wensen en (financiële) voorwaarden van burgers op korte termijn.

Energiehuishouding gebouwen

de gemeente Assen heeft beleidsmatig de ambitie om van Kloosterveen III een zeer duurzame en CO2-neutrale woonwijk te maken. In bovengenoemd onderzoek zijn drie varianten doorberekend op kosten en baten en afgezet ten opzichte van een referentiewoning, zoals die standaard wordt verwarmd met aardgas en gebouwd wordt conform het Bouwbesluit. Deze varianten zijn:

  • Passief huis + aardgas;
  • Standaard huis (conform bouwbesluit) + geothermie;
  • Standaard huis (conform bouwbesluit) + warmte/koude opslag (WKO).

Uit een onderlinge vergelijking blijkt dat het standaardhuis met geothermie als warmtevoorziening tot de grootste reductie van CO2-uitstoot leidt (45% reductie). De variant met het passief huis met aardgas leidt tot een CO2-reductie van circa 21%. Het standaard huis met een WKO-installatie leidt tot een reductie van circa 13% (zie onderstaande afbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0041.png"

CO2-reductie duurzaamheidsmaatregelen

Opgemerkt wordt dat zelfs bij de meest gunstige warmtevariant nog lang geen 100% reductie wordt bereikt, zodat aanvullend nog andere maatregelen moeten worden getroffen om de wijk geheel CO2-neutraal te maken. Om tot een CO2 -neutrale wijk te komen kan de overgebleven energievraag bijvoorbeeld worden opgewekt met zonnepanelen (tot aan 35 m2 per huis) en/ of met windenergie. Op dit moment lijkt de CO2 -neutrale woonwijk met standaard huizen, WKOinstallaties en zo veel mogelijk PV op de daken economische de meest reële variant. Navolgende onderzoeken moeten uitwijzen op welke wijze de CO2 -neutrale woonwijk gefinancierd kan worden en welke rol de gemeente moet vervullen, opdat de markt deze ontwikkeling oppakt.

Verlichting openbare ruimte

Zowel de provincie Drenthe als de gemeente Assen hebben concrete beleidsdoelstellingen ten aanzien van openbare verlichting. De provincie heeft beleid geformuleerd voor de verlichting van provinciale wegen. Dit beleid wijkt af van landelijke richtlijnen: in Drenthe zal het verlichtingsniveau circa 70% bedragen van de landelijke aanbeveling. Dit is mede vanwege de kernkwaliteit duisternis die de provincie zoveel mogelijk wil behouden.

De gemeente Assen heeft ook verlichtingsbeleid. Dit is primair ingegeven door de wens om energie te besparen en de CO2-uitstoot te verminderen. Bij openbare verlichting wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van energiezuinige armaturen. In ecologische zones wordt geëxperimenteerd met groene LED-verlichting om effecten op ecologie te verminderen.

Bij uitvoering van de Gebiedsontwikkeling Norgerbrug wordt het aantal lantaarnpalen beperkt. Alleen kruispunten en rotondes worden verlicht en dan op duurzame wijze door middel van LED-verlichting. In groenzones wordt waar verlichting nodig is groene LED-verlichting toegepast. Ook sportvelden zullen met LED's worden verlicht. Gebouwen mogen niet worden aangelicht door middel van grondspots.