Plan: | GEMEENTE ASSEN Norgerbrug en omgeving |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001 |
Dit bestemmingsplan heeft tot doel om de integrale gebiedsontwikkeling van Norgerbrug en omgeving mogelijk te maken. Deze ontwikkeling heeft de volgende 4 doelstellingen:
De eerste drie doelstellingen worden planologisch uitgewerkt in dit bestemmingsplan. In onderstaande afbeelding is de gehele gebiedsontwikkeling gevisualiseerd. Het betreft een vogelvluchtimpressie vanuit het westen richting Assen.
Vogelvluchtimpressie Gebiedsontwikkeling (bron: provincie Drenthe)
Kloosterveen bestaat uit drie delen. Hiervan zijn de eerste twee delen grotendeels gerealiseerd (Kloosterveen I en II). Dit bestemmingsplan legt een uit te werken woonbestemming op het gebied dat als Kloosterveen III ontwikkeld zal worden. De opzet van Kloosterveen is weergegeven in onderstaande afbeelding.
Deelgebieden en ontsluitingswegen Kloosterveen
Kloosterveen III is onderverdeeld in twee deelgebieden, te weten West en Zuid. Voor beide deelgebieden geldt dat er een logische aanhechting aan het bestaande Kloosterveen wordt gerealiseerd. De nieuwe huishoudens in Kloosterveen III kunnen gebruik maken van de voorzieningen in de bestaande wijk Kloosterveen, zoals het wijkcentrum Kloosterveste, scholen en andere maatschappelijke voorzieningen. De fietsverbindingen zullen goed aansluiten op het bestaande fietspadenstelsel van Kloosterveen waardoor alle voorzieningen binnen de wijk goed bereikbaar zijn.
De doelstelling is om in Kloosterveen III ten hoogste 1200 woningen te bouwen. Vanwege de ligging aan de buitenrand van Kloosterveen (en van Assen als geheel) wordt in Kloosterveen III een relatief lage dichtheid van <16 woningen per hectare gerealiseerd. Hierdoor ontstaat een relatieve 'zachte' overgang naar het landelijke gebied (zie onderstaande afbeelding).
Dichtheden Kloosterveen (bron: gemeente Assen)
Kloosterveen III Zuid
Dit deelgebied ligt ten zuiden van de Drentse Hoofdvaart en wordt ontwikkeld als voortzetting van de bestaande woningbouw in het gebied Sterrenbeeldenbuurt/Planetenbuurt (onderdeel van Kloosterveen I). In Kloosterveen III Zuid zijn 300-350 woningen voorzien.
Het deelgebied krijgt een eigen 'flankontsluiting' op de N371 voor extern verkeer. Er komt geen interne autoverbinding via de aangrenzende Sterrenbeeldenbuurt naar de andere delen van Kloosterveen.
De rand wordt zo ontwikkeld dat het kan functioneren als uitloopgebied vanuit de wijk naar het landschap. Ten zuiden van Kloosterveen III Zuid ligt een aantrekkelijk gebied bestaande uit landbouwgronden met bomenlanen, het Pelinckbos (EHS) en het recreatiegebied Baggelhuizerplas.
Kloosterveen III West
Dit deelgebied ligt ten noorden van de Drentse Hoofdvaart en ten oosten van de Norgervaart. Het deelgebied sluit aan bij de nog te ontwikkelen woningbouw van Kloosterveen II. In Kloosterveen III West zijn circa 700-800 woningen voorzien. In dit deelgebied komt een nieuw scholencluster (met circa 40 lokalen, een sporthal, BSO, kinderopvang) en een nieuwe sportvoorziening.
Het deelgebied krijgt ook een eigen 'flankontsluiting' op de N373 voor extern verkeer. Om intern verkeer in de wijk mogelijk te maken, blijft de Aletta Jacobsweg open voor autoverkeer.
De oostzijde van de Norgervaart wordt ingericht als natte ecologische zone. Deze zone kan worden ingericht als plas-dras gebied met plassen, riet en boomgroepen. De breedte van de strook kan variëren. Het geheel zal een vrij ruig karakter krijgen. Dit gebied wordt ten oosten van de huidige kade gelegd, waardoor het cultuurhistorische beeld van de vaart behouden blijft. Door of langs het gebied zal een wandel- en/of fietspad worden aangelegd. De ecologische zone is een gemeentelijk project, en krijgt geen EHS-status.
Kloosterveen III West is relatief laaggelegen. In verband met de hydrologische beperkingen zijn aanvullende maatregelen nodig in de vorm van drainage en waterpartijen en/of ophogen van het maaiveld.
Het knooppunt Norgerbrug (waar de N371 en de N373 samenkomen) wordt aangepast. De beide provinciale wegen worden buiten de buurtschap om gelegd, zodat het woon- en leefklimaat in de buurtschap niet meer negatief wordt beïnvloed door doorgaand verkeer.
Waar de N371 en 373 samenkomen, wordt een turborotonde gerealiseerd. Ook wordt de bestaande rotonde bij de eerste hoofdontsluiting van Kloosterveen (de “Kloosterveenrotonde”) aangepast. Het wegvak tussen beide rotondes wordt verdubbeld.
Verdubbelde N371 ten zuiden van Kloosterveen
De maximale snelheid op de nieuwe wegen zal binnen de bebouwde kom naar verwachting 70 km/uur bedragen, en buiten de bebouwde kom 80 km/uur. Waar nodig worden geluidwerende voorzieningen aangebracht. De Drentse Hoofdvaart wordt (om cultuurhistorische redenen) in beginsel gekruist met een beweegbare brug.
Doordat het doorgaande verkeer niet meer door de buurtschap Norgerbrug rijdt, zal de leefbaarheid en veiligheid aanzienlijk worden verbeterd en ontstaan er mogelijkheden voor opwaardering van de buurtschap. De inrichting van de openbare ruimte zal worden afgestemd op de functie van verblijfsgebied. Doordat de geluidbelasting afneemt, ontstaan er mogelijkheden om de cultuurhistorisch waardevolle lintbebouwing te versterken door toevoeging van nieuwe (goed ingepaste) woningen. Met genoemde maatregelen wordt de leefbaarheid van de buurtschap verbeterd. Voor bestaande bedrijven die in de knel komen worden nieuwe locaties eveneens goed ingepast.
In het omliggende landschap van Assen is er veel waardevolle natuur, met bijzondere planten- en diersoorten. Voor dit landschap zijn beeld en ecologische ambities neergelegd in de structuur van de Ecologische hoofdstructuur (EHS, landelijk en provinciaal) en gebiedsgerichte visies (bijvoorbeeld Nationaal park Drentse Aa,Witterveld). ´
De gebiedsontwikkeling zal vorm geven aan een tweetal verbindingszones van de provinciale EHS. Het betreft de verbinding tussen Tonkensbosch (en verderop Het Fochteloërveen) en Pelinckbos (en verderop het Witterveld) en in het zuidelijke deel de verbinding tussen het Esmeer en het Witterveld. Het betreft in beide gevallen natte verbindingen, met name gericht op amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren en (dag)vlinders. Het betreffen natte zones met riet en poelen, maar ook schraalland, bossages en heidevegetatie.