direct naar inhoud van 4.2 Stedenbouwkundige principes
Plan: GEMEENTE ASSEN Norgerbrug en omgeving
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001

4.2 Stedenbouwkundige principes

In deze paragraaf wordt de stedenbouwkundige visie voor de gebiedsontwikkeling en specifiek voor de uitbreiding van de woonwijk Kloosterveen toegelicht. De visie leidt tot een samenhangende hoofdstructuur die aansluit in z'n omgeving en op de eerste twee fasen van Kloosterveen I en II. Daarbij ontstaat een vervolg op het reeds aanwezige raamwerk van kloosterveen I en II. Hierbinnen is een aantrekkelijke woonmilieu ontstaan met gevarieerde woonbuurten en woonvormen. Het karakter van de woonbuurten wordt mede bepaald door de ligging aan bijvoorbeeld een stadsrand of nabij een school. De aanwezigheid van diverse woonmilieus zorgt voor meer keuzevrijheid en levendigheid in de woonwijk. Door middel van foto's worden de diverse woonmilieus vertaald.

In navolging van de stedenbouwkundige schets die voor de eerste fasen is gemaakt is dat ook voor Kloosterveen als geheel gedaan, zodat inzichtelijk is hoe de gebiedsontwikkeling zich toont (zie onderstaande afbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0046.jpg"

Stedenbouwkundige structuurschets

De samenhangende hoofdstructuur van Kloosterveen is opgebouwd uit een aantal stedenbouwkundige hoofdprincipes. Daarnaast zijn stedenbouwkundige uitwerkingsprincipes geformuleerd die een leidraad vormen bij de verdere verdeling, uitwerking en beeldvorming van de wijk.

De ruimtelijke kwaliteit is essentieel voor de wijze van functioneren van het gebied. Daarbij geeft het het gebied een duurzaamheid die door een combinatie van een hoge gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde wordt versterkt. De ruimtelijke kwaliteit komt in de principes terug. Enkele begrippen die het gebied zullen karakteriseren zijn: herkenbaarheid, oriëntatie, overzicht, bereikbaarheid, veiligheid, duurzaamheid, afwisseling en identiteit.

4.2.1 Stedenbouwkundige hoofdprincipes

De hoofdprincipes zijn (zie onderstaande afbeelding):

  • Aansluiting op Kloosterveen I en II;
  • Ontsluiting N371 en N373;
  • Upgrading buurtschap Norgerburg;
  • Recreatieve verbindingszones.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0047.png"

Stedenbouwkundige hoofdprincipes

Aansluiting op Kloosterveen I en II

De stedenbouwkundige opzet van de wijk gaat uit van een nagenoeg centraal gelegen centrum, in Kloosterveen I, met daar omheen de verschillende woonbuurten. De wijk wordt voor het gemotoriseerde verkeer via drie hoofdontsluitingswegen ontsloten. Daarnaast wordt er ontworpen vanuit de gedachte dat de fietser en de voetganger de eerste prioriteit hebben en het gemotoriseerd verkeer aansluitend. Afstanden voor fietsers en voetgangers zijn dan ook rechtstreeks en heel frequent, terwijl die voor het gemotoriseerde verkeer langer en minder frequent zijn. Hiermee wordt voor de derde fase hetzelfde principe toegepast als in de eerst twee fasen van de woonwijk. Voor het gemotoriseerde verkeer is er intern een verbinding met het wijkvoorzieningencentrum.

Ontsluiting N371-N373

Ten behoeve van een goede ontsluiting van het platteland met het rijkswegennet is een nieuwe verbinding tussen de provinciale wegen N371 en N373 nodig. De wegen komen nu samen rondom het buurtschap Norgerbrug. Dit geeft nu reeds overlast. Met een toename van de verkeersintensiteit in het vooruitzicht door autonome groei en de ontwikkeling van Kloosterveen, zou de huidige ontsluiting meer overlast voor de buurt veroorzaken. Daarbij is het voor grotere vrachtwagens niet goed mogelijk de huidige Norgerbrug eenvoudig te passeren.

Een nieuw tracé ligt voor de hand. De keuze is gevallen om deze ten westen van het buurtschap te plaatsen. Dit biedt de mogelijkheid een volwaardig kruispunt te creëren tussen Bovensmilde en Norg bij Norgerbrug naar de A28. Bijkomend voordeel is dat er voor de derde fase van Kloosterveen een derde toegang kan worden gecreëerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0048.png"

Foto's N371 en N373

Upgrading buurtschap Norgerbrug

Door de nieuwe ontsluiting tussen de twee provinciale wegen, komt er binnen het buurtschap “lucht” voor herinrichting van de openbare ruimte. Een straatprofiel dat meer is ingericht als een verblijfsgebied, bijpassend meubilair en straatverlichting zijn daarbij elementen die nader bekeken moeten worden. De bestaande Norgerbrug zal minder intensief door gemotoriseerd verkeer worden gebruikt, maar moet uiteraard als verbindend element binnen het buurtschap behouden blijven. Met name voor voetgangers en fietsers zal de brug van groot belang blijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0049.png"

Foto's Norgerbrug

Recreatieve routes

Voor Kloosterveen I en II is een netwerk aan “landschappelijke routes” opgezet. Uitgangspunt is dit netwerk verder uit te werken en door te zetten in de derde fase en de omgeving. Hiermee wordt een aantal rechtstreekse groene verbindingen gecreëerd, welke alleen voor het langzame verkeer zijn en daarmee als groene longen de woonwijk doorkruisen. De landschappelijke routes variëren in breedte, uitstraling en opzet. Dit hele groene en blauwe netwerk sluit aan op het enorme wandel- en fietsnetwerk in de bossen en parken die aan en om Kloosterveen heen liggen. Naast de recreatieve functie hebben de zones ook een belangrijke functie voor de waterberging in de wijk. Hiermee ontstaat een kans om variatie in de beleving van de zones te brengen.

De routes vormen circuits door de wijk en naar de omliggende voorzieningen. Hierdoor kan een afwisselende groene/ blauwe wandel- of fietstocht door of langs de wijk/ woonbuurt worden gemaakt. De landschappelijke routes vormen enerzijds het bindend element in de wijk, anderzijds het overgangsgebied tussen de qua karakter verschillende woonbuurten. De paden worden in verschillende materialen aangelegd om een variatie in de beleving te krijgen en het pad aan te kunnen laten sluiten op de plek waar de route langs/ doorloopt. Binnen de landschappelijke routes worden ruimtes gemaakt voor trapvelden, speelplekken en open ruimtes voor bv vliegeren, waterspelen, bbq-en en dergelijke en worden diverse zitelementen geplaatst.

Door de landschappelijke routes in en buiten de wijk ontstaat er een sterke relatie tussen de woonbebouwing, de randen langs de bebouwing, het landbouwgebied en de omliggende natuur - en recreatiegebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0050.jpg"

Recreatieve verbindingen

4.2.2 Stedebouwkundige uitwerkingsprincipes

De uitwerkingsprincipes zijn:

  • Fijnmazig wandel en fietsnetwerk;
  • Beeldvorming langs hoofdstructuren en de openbare ruimte;
  • Eigen karakter per woonbuurt;
  • Nieuwe stadsrand;
  • Natuurlijk groen en ecologie;
  • Duurzaamheid en groene energie.

Een fijnmazig wandel- en fietsnetwerk

In de wijk wordt het reeds ingezette fijnmazige fietsnetwerk doorgezet. Goede, korte verbindingen tussen de voorzieningen en de woonbuurten enerzijds en naar het centrum van Assen anderzijds zijn van groot belang. Tussen woonbuurten onderling worden verschillende verbindingen gemaakt om omrijden te voorkomen. Bij de uitwerking van de plannen zal aandacht worden besteed aan de sociale veiligheid van de hoofdfietsroutes. In sommige gevallen zullen daarom vrij liggende fietspaden worden aangelegd, langs bv hoofdontsluitingswegen. Daarnaast moeten fietsers in de woonbuurten en in de woonstraten kunnen fietsen. Hiermee ontstaat een differentiatie in secundaire en recreatieve fiets routes, waarbij de recreatieve fietspaden in sommige situaties ook in een halfverharde vorm aangelegd kunnen worden.

In de woonbuurten worden diverse trottoirs aangelegd voor veilige wandelroutes. Binnen de landschappelijke routes worden wandelroutes aangelegd die overwegend in een halfverharding worden uitgevoerd. Nabij het water zullen ook stapsteenroutes worden aangelegd ten behoeve van spel en ontwikkelroutes voor kinderen. Daarnaast zal er een educatieve route worden opgezet ten behoeve van onderwijs.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0051.jpg"

Fijnmazig fiets- en wandelnetwerk

Beeldvorming langs hoofdstructuren en de openbare ruimte

De hoofdontsluitingswegen, de landschappelijke routes en buurtontsluitingswegen vormen de hoofdstructuur voor Kloosterveen. Zij vormen een raamwerk van groen, water en steen voor de openbare ruimte waarin de wijk zich presenteert. Het beeld kan versterkt worden door een weloverwogen vormgeving. Belangrijk is een goede afstemming tussen de profilering van de ruimte, de groen- en waterstructuur en de wijze van begrenzing van de ruimte door bebouwing. De invloed van bebouwing op dit beeld is groot. Belangrijk zijn de keuzes voor een aaneengesloten wand of losse elementen, situering van de woning, de bouwhoogte, de dakvormen en de toegepaste architectuur. De (hoofd)structuren groen worden ecologisch aangelegd.

Langs de hoofdontsluitingsroute is een duidelijke begeleiding en begrenzing van de ruimte nodig. Dit kan worden bereikt door de bebouwing in samenhang met de groenstructuur te ontwerpen. Een dichte soms aaneengesloten bebouwing en een strakke duidelijke groenstructuur vormen hierbij het uitgangspunt. De woningen zijn met de voorzijde naar de routes gericht.

Het totale wegprofiel zal door verschillende verkeersintensiteiten en daarmee gepaard gaande gevolgen voor de geluidhinder variëren in breedte. Een breed profiel zal gebruikt worden door fietspaden, ventwegen en duidelijke, wegbegeleidende groenstructuren.

Op bijzondere plekken in de wijk zoals kruispunten, rotondes en pleinen zal een accent in de bebouwing worden toegevoegd. Een accent kan betekenen, hogere bebouwing, hogere dichtheid, ander kleurgebruik of een afwijkende vormgeving. Deze accenten zijn duidelijk waarneembaar en vergroten de herkenbaarheid en afleesbaarheid van de wijk. Ze vormen oriëntatiepunten in de wijk.

Het beeld in de woonstraten zorgt voor een hoge belevingswaarde, zodat gebruikers in het gebied willen verblijven. Fietsers en wandelaar zijn in de woonstraten even belangrijk als de autogebruiker. Het groen in de wijk vormt een onderdeel van het kijk- en speelgroen.

De woningen die aan de landschappelijke routes grenzen vormen een bijzondere rand. Op sommige plaatsen liggen de woningen dicht bijeen, in sommige situaties vormen ze een verruiming ten behoeve van een speelplek of recreatieruimte. Ook hier zijn de woningen met de voorzijde naar de openbare ruimte gericht, voor een optimale beleving van de groene ruimte. De uitstraling en beleving van het groen variëert per buurt of plek. Dit wordt onder meer door de aangrenzende woningen, type beplanting, wel of geen waterberging en ruimte bepaald.

Het openbaar groen zal op een duurzame en ecologische manier worden aangeplant, onderhouden en beheerd. Dit zal in tegenstelling tot de vaak “cultuurlijk” ingerichte groenstroken een ander beeld geven, welke in de toekomst sterker wordt. Bovendien biedt het kansen aan inheemse planten en dieren om sterker te groeien en te overleven. Daarnaast biedt het mogelijkheden voor natuurlijke speelaanleidingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0052.jpg"

Beeldvorming hoofdstructuren

Eigen karakter per woonbuurt

Binnen de hoofdstructuur van de wijk worden diverse woonbuurten uitgewerkt. De indeling, dichtheid, oppervlakte van de verschillende woonbuurten zijn gekoppeld aan de ligging in de wijk. De ligging kan bijvoorbeeld de aanleiding zijn voor de keuze voor een bepaald thema. Door elke buurt een eigen verkavelingsvorm te geven en op een eigen wijze in te richten, ontstaan buurten met een herkenbaar karakter. Ook de profilering, vormgeving van de openbare ruimte, wijze van parkeren en materiaalkeuze zijn van invloed op het karakter. Daarnaast zijn verschillende woonvormen, architectuur en bouwhoogten mede van invloed op het karakter.

Het groen en de speeltoestellen zullen aan het karakter van de woonbuurt aangepast worden. Tevens zal het groen met voornamelijk inheemse beplanting worden uitgevoerd. Met betrekking tot speeltoestellen kan er ook voor gekozen worden om natuurlijke spelaanleidingen toe te passen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0053.jpg"

Karakter woonbuurten

Nieuwe stadsrand

De derde fase van Kloosterveen maakt een nieuwe stadsrand voor Assen. De grens met de Norgervaart zal opnieuw ingericht moeten worden. Een harde grens met woningen ligt niet voor de hand. Er is gekozen voor een bufferzone die een onderdeel wordt van de Asser Ecologische Verbindings Zone. De zone wordt gemiddeld bijna 100 meter breed en komt naast de Norgervaart te liggen in de “polder” Kloosterveen. De zone krijgt waterberging als basis met open groen aan de kanaalzijde en een meer gesloten groen aan de woning zijde. Zowel vanbuiten als van binnen uit kan men de “overzijde” ervaren. De grens zal als het ware “ramen” bevatten waardoor van de ene kant naar de andere kant kan worden gekeken. Langs deze ramen komt een fietspad dat Norg en Smilde op een mooie en afwisselende manier verbindt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0054.png"

Landschappelijk concept nieuwe stadsrand

De noordelijk rand zal aansluiten op het landgoed Willemsveen. Dit landgoed bestaat aan de Kloosterveen zijde uit voornamelijk jong bos. Daar waar mogelijk zullen wandel/fiets verbindingen gemaakt worden.

De zuidelijke rand van Kloosterveen sluit deels aan op het Pelinckbos. Waarbij de Verlengde Balkenweg de overgang vormt. Ook hier zal een wandel/fiets- verbinding worden aangelegd. Het overige deel sluit aan op het open akkerland richting Bovensmilde. Door aan de stadszijde een waterbuffer te maken, zal de weg hier in een openruimte worden gelegd, en zal de beleving vanuit zowel Bovensmilde als vanuit Kloosterveen die van een weidse ruimte zijn die aansluiting zoekt. Aandacht voor de inrichting met groen is hier van belang. De ervaring van de stad vanuit het omliggende landschap zal gevarieerd zijn. Op sommige plekken intensiever dan op andere plekken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0055.png"

Nieuwe stadsrand

Natuurlijk groen en ecologie

De randen hebben een belangrijke functie in het versterken van de relatie tussen stad en landschap qua ruimtelijke kwaliteit, samenhang, recreatie en ecologie. Natuur en landschap zijn toegankelijk en zo worden recreatiemogelijkheden dicht bij huis geboden. De natuur wordt tot ver in de stad gebracht; ze 'voeden' als het ware de natuur in de wijken. Groene randen moeten een robuust en natuurlijk karakter hebben.

Ecologische principes gelden als basis voor inrichting (en beheer)van landschappelijk en binnenstedelijk openbaar groen in Kloosterveen. Door aanleg van natuurlijk groen in de wijk wordt gestreefd naar het volmaken van een netwerk van groenvoorzieningen en naar samenhang tussen de stedelijke groenstructuur en het omringende landschap. Openbaar groen binnen de wijk brengt een stukje natuur de wijk in. Planten en dieren krijgen de kans zich te vestigen. In binnenstedelijk verband gaat het ook om het zichtbaar maken van de alledaagse natuur in de woonomgeving. De ecologische waarde van het groen in Kloosterveen III ligt in:

  • het scheppen van leefomstandigheden voor een zo rijk en divers mogelijke planten- en dierenwereld;
  • het leggen van verbindingen voor de migratie van soorten binnen de stad en tussen stad en omliggend landschap (knelpunt is de barrière van Verkeersweg en Dr. Hoofdvaart);
  • het in contact brengen van inwoners met de natuur en bijbehorende natuurlijke processen in de woonomgeving.

Duurzaamheid en groene energie

Ecologisch of duurzaam bouwen is een belangrijk onderdeel geworden van de ontwikkeling van de woonwijk. Een duurzame stedenbouwkundige hoofdstructuur is hierbij een gunstig uitgangspunt. Bij het ontwerpen van de woonwijk zijn drie waarden van belang voor een goede ruimtelijke kwaliteit; de gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde. Bij elke woonbuurt wordt er naar gestreefd om deze waarden optimaal te combineren.

Binnen de eerste twee fasen werd met name aandacht besteed aan de aspecten water, riolering en verkeer. Nu in de derde fase, zal de insteek zijn om aan meer aspecten een hogere duurzaamheidseis te stellen. Hierbij moet gedacht worden aan gebruik van duurzame materialen zowel in de openbare ruimte als in de gebouwen, andere vormen van energiegebruik, toepassing van zonnecellen, gasloos bouwen, decentrale sanitiatie en WKO.

Uitgegaan wordt van toepassing van duurzame ledverlichting, en indien mogelijk, minder verlichtingspalen. Tevens wordt uitgegaan van toepassing van duurzame materialen, waar mogelijk bij civiel technische werken, zoals bestratingen, groen, natuurvriendelijke oevers, water en nutsvoorzieningen. Ook de inrichting van de groenvoorzieningen zal ecologisch en duurzaam zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP20102220-A001_0056.jpg"

LED verlichting Hoofdlaan Asserbos