Plan: | Verblijfsrecreatieterreinen Sluis |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1714.bprecreatieterrein-ON01 |
Beleid
Verdrag van Valetta (Malta)
In 1992 heeft Nederland het Verdrag van Valetta (Malta) ondertekend. Dit verdrag bepaalt, dat er op verantwoorde wijze dient te worden omgegaan met het archeologisch erfgoed, onder andere in ruimtelijke planontwikkelingen. Dit verdrag heeft inmiddels zijn weerslag verkregen in een wijziging van de Monumentenwet 1988, die op 1 september 2007 in werking is getreden, de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ). Een belangrijk uitgangspunt, is dat het behoud in situ (op de oorspronkelijke plaats) voorgaat op het behoud ex situ (opgraven en bewaren in depot). Van belang is dat door middel van vooronderzoek tijdig inzicht wordt verkregen in de archeologische waarden van een gebied, zodat deze bij beoogde planontwikkelingen kunnen worden betrokken. Voor de ruimtelijke ordening is een belangrijke bepaling, dat de wet niet van toepassing is op projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m²; de gemeenteraad kan een hiervan afwijkende andere oppervlakte vaststellen.
Totdat de gemeente een eigen beleid heeft vastgesteld, geldt het provinciale beleid. Het uitgangspunt van het provinciale beleid is het behoud van bekende archeologische waarden in situ (op de plaats waar het is aangetroffen). Behoud kan gerealiseerd worden door planinpassing en planaanpassing. Prevaleren andere belangen dan wordt gestreefd naar behoud ex situ (dit houdt meestal in dat er een archeologische opgraving plaatsvindt en dat de waarden verloren gaan).
Voor een terrein met een vastgestelde archeologische waarde op de archeologische monumentenkaart (AMK) geldt in principe altijd behoud in situ. Deze terreinen moeten op gemeentelijk niveau een afdoende planologische bescherming krijgen.
Voor gebieden met een verwachtingswaarde - op grond van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) of het nationaal informatiesysteem (ARCHIS) - is afweging van archeologische waarden noodzakelijk door middel van archeologisch onderzoek:
Archeologisch onderzoek is niet noodzakelijk wanneer:
herbouw plaatsvindt met dezelfde afmetingen en dezelfde maat funderingen (horizontaal en verticaal) als het oorspronkelijke bouwwerk.
De Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (VZG) heeft door middel van een Europese aanbesteding opdracht gegeven aan Vestigia BV te Amersfoort voor het opstellen van archeologiebeleid voor negen gemeenten in Zeeland, waaronder de gemeente Sluis. Dit beleid is tot op heden niet vastgesteld.
Vooruitlopend op de vaststelling van een eigen gemeentelijk beleid vindt de gemeente het wenselijk om een interim - beleid te voeren. De directe aanleiding hiertoe vormt de planologische procedure tot herziening van de bestaande bestemmingsplannen voor het buitengebied tot één integraal bestemmingsplan. Daarnaast leidt de huidige praktijk tot vertraging bij de realisering van plannen en tot extra financiële lasten bij de burger, welke vaak niet in verhouding staan tot de te realiseren plannen en de te behouden archeologische waarden. Bovendien is de handhaafbaarheid van een dieptebepaling van 30 cm (één spade diep) en een oppervlakte van 100 m2 zeer gering omdat veelvoorkomende werkzaamheden ook meteen in overeenstemming zijn met normaal beheer en onderhoud. Gezocht is naar een regeling die rekening houdt met economische, maatschappelijke én archeologische belangen en die praktisch uitvoerbaar is.
De gemeente heeft dit interimbeleid geformuleerd in de Verordening interimbeleid archeologie Sluis. Deze verordening zal gelden totdat het archeologiebeleid dat op dit moment wordt voorbereid door de gemeenteraad is vastgesteld en kan worden geïmplementeerd.
Het interimbeleid van de gemeente geeft de volgende vrijstellingen:
Voor het bestemmingsplan is daarbij het volgende van belang.
In het plangebied is sprake van sprake van drie AMK-terreinen. Namelijk bij de kern Breskens (gebied Roompot Breskens), bij de kern Sluis (camping De Meidoorn) en bij Hof Het Zuiden. Voor AMK-terreinen mag de bodem ten hoogste voor een oppervlakte van 50 m² worden verstoord. Wordt er meer oppervlakte verstoord dan geldt altijd een onderzoeksplicht naar de archeologische waarden. Het betreft de niet-wettelijk beschermde AMK-terreinen.
Bij IKAW-terreinen wordt onderscheid gemaakt tussen: