direct naar inhoud van Artikel 4 Tuin
Plan: Irislaan 8
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00147-0301

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. parkeervoorzieningen voor eigen gebruik;
  • c. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. archeologische waarden.
4.2 Bouwregels

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 1 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Een omgevingsvergunning kan verleend worden voor het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen van:

  • a. ondergeschikte uitbouwen aan gevels, zoals erkers, toegangsportalen en luifels, met in achtneming van de volgende regels:
  • 1. maximaal 1 bouwlaag;
  • 2. de uitbouw mag niet meer dan 40% van de breedte van het gevelvlak bedragen waarin de uitbouw geplaatst wordt, danwel niet breder dan 3,50 m zijn;
  • 3. een maximale diepte van 1,50 m;
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verplichting omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in het artikel 4.1bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden, wanneer dit een hoogte cq. diepte van meer dan 30 cm betreft;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • f. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
4.4.2 Weigeringsgronden

De andere werken als bedoeld in artikel 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. aangetoond is dat het boskarakter niet wordt bedreigd;
  • b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
4.4.3 Uitzondering omgevingsvergunning

Het verbod als bedoeld in 4.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.