direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Stadsboerderij Voorweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00036-0004

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • i. groenvoorzieningen;
  • j. kunstwerken;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. objecten van beeldende kunst;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. speelvoorzieningen;
  • o. terrassen;
  • p. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • q. water;
  • r. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

3.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 3.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.2 en artikel 7.2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven, alsmede mag de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak bedragen;
  • c. in afwijking van sub a mogen buiten het bouwvlak bijgebouwen worden gebouwd, met een oppervlakte van maximaal 50 m2 per bijgebouw en een maximale bouwhoogte van 4 m. De totale oppervlakte van de bijgebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 300 m2.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. hooibergen en voedersilo's mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. binnen een bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder hooibergen en voedersilo's maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van duiventillen, nestpalen en objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
3.2.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder a, voor het bouwen van een terreinafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichting;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.