direct naar inhoud van 5.1 Planregels
Plan: Stadsboerderij Voorweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00036-0004

5.1 Planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • Inleidende regels;
  • Bestemmingsregels;
  • Algemene regels;
  • Overgangsregels en slotregel.

5.1.1 Inleidende regels

Begrippen

In artikel 1 worden de begrippen die in de regels worden gebruikt omschreven. Sommige begrippen zijn voor meerdere uitleg vatbaar, daarom is het nodig om ze planologisch-juridisch af te bakenen en te preciseren, ten opzichte van het algemeen spraakgebruik. Zonder definitie zou een begrip tot verwarring kunnen leiden.

Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de bouw- en goothoogte, inhoud, oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

5.1.2 Bestemmingsregels

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren.

5.1.3 Flexibiliteitsregels

In het bestemmingsplan is in sommige gevallen een bevoegdheid opgenomen zodat het bevoegd gezag kan afwijken van de regels door middel van een omgevingsvergunning. De regels zijn bedoeld om in concrete situaties een beperkte afwijking van de regels toe te staan. Hierdoor mag geen ruimtelijk ongewenste situatie ontstaan.

Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend wordt een nadere planologische afweging gemaakt. Deze afweging vindt plaats aan de hand van de volgende ruimtelijk relevante aspecten:

  • Straat- en bebouwingsbeeld

Bepaalde buurten en straten ontlenen hun kwaliteit aan het ruimtelijk beeld, een ruimtelijke samenhang, bijvoorbeeld verspringende rooilijnen, dwarskappen. Nieuwe bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing mogen geen aantasting vormen van dit karakteristieke straat- en bebouwingsbeeld, maar moet daarin passen.

  • Sociale veiligheid

Het betreft hier het voorkomen van sociaal onveilige plekken, zoals smalle onoverzichtelijke plekken in het (semi) openbaar gebied. Ook het voorkomen van bijvoorbeeld situaties waarbij de (semi) openbare ruimte aan beide zijden wordt begrensd c.q. begeleid door lange blinde gevels of muren.

  • Verkeersveiligheid

Gedacht wordt hier bijvoorbeeld aan de noodzaak tot het vrijhouden van zichthoeken.

  • Aantal parkeervoorzieningen

Het bouwen van een parkeervoorziening op eigen erf kan tot gevolg hebben dat hierdoor (vanwege de noodzakelijke op-/inrit) openbare parkeerplaatsen zouden komen te vervallen. Zeker in gebieden waar nu reeds een grote parkeerdruk aanwezig is, moet dit worden voorkomen. Anderzijds kan een bouwinitiatief door zijn situering op het erf tot gevolg hebben dat de parkeervoorziening op eigen erf niet meer bereikbaar is. Ook dat moet worden voorkomen.

  • Gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken

Het gaat hier om het criterium dat een uitbreiding van bebouwing geen onevenredige aantasting mag vormen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen en bouwwerken. Hier spelen bijvoorbeeld aspecten als uitzicht, lichttoetreding en bezonning van tuinen een rol.

Gemengd
De bestemming 'Gemengd' is toegekend aan het perceel van de Stadsboerderij en het VrijeTijdsCentrum. Deze gronden zijn naast een kinderboerderij met een bedrijfswoning tevens bestemd voor ondergeschikte detailhandel, wijk- en schooltuinen, jeugdopvang, en natuur- en milieueducatie. Verder is toegestaan horeca tot ten hoogste categorie 1 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten met een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 220 m2. Ook zijn sociale - en vrijetijdsvoorzieningen toegestaan, opdat buurt- en wijkverenigingen ook gebruik kunnen maken van de faciliteiten.

Op gronden met deze bestemmingen moeten de gebouwen in principe binnen het bouwvlak worden gebouwd. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd. Binnen de bestemming 'Gemengd' mag daarnaast maximaal 300 m2 aan bijgebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met een maximum van 50 m2 per bijgebouw.

Water
De bestemming 'Water' geldt voor de gronden die zijn aangewezen voor waterberging, en waterhuishouding. Er mogen uitsluitend andere bouwwerken van geringe omvang worden gebouwd.

Dubbelbestemmingen

In het plan zijn drie verschillende dubbelbestemmingen opgenomen. Indien de betreffende dubbelbestemming samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn. Bebouwing is slechts via afwijking toegestaan als dit niet ten koste gaat van de belangen van de leidingbeheerder. Voor een aantal genoemde werkzaamheden die een risico zouden kunnen inhouden voor de leiding, geldt het vereiste van een door het bevoegd gezag te verlenen omgevingsvergunning.

Leiding - Water
Aan de rand van het plangebied ligt de belemmeringenstrook van een waterleiding. Om die reden is er de dubbelbestemming 'Leiding-Water' opgenomen. Het hart van de waterleiding ligt buiten het plangebied.

Waarde - Archeologie
De gronden met deze dubbelbestemming zijn primair aangewezen voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Waar de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de archeologische bestemming. Dit betekent dat bebouwing ten behoeve van deze samenvallende bestemming groter dan een bepaald oppervlak en vanaf een bepaalde diepte slechts is toegestaan via een omgevingsvergunning. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de archeologische waarden en dat hierover advies is ingewonnen bij een archeologische deskundige. Voor een aantal nader genoemde werkzaamheden die een risico zouden kunnen inhouden voor de archeologische waarden geldt het vereiste van een omgevingsvergunning.

Binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie' is een omgevingsvergunning vereist bij bouwplannen die een oppervlakte hebben die groter is dan 100 m² en waarbij dieper wordt gegraven of gebouwd dan 50 cm onder maaiveld.

Waterstaat - Waterkering
De in het gebied gelegen waterkeringen zijn gelegen in de bestemming 'Waterstaat –Waterkering'. Het betreft hierbij een dubbelbestemming die in het geval van belangenafweging voorrang heeft boven de eveneens van toepassing zijnde bestemming(en). Op de gronden van deze bestemming mag slechts worden gebouwd voor zover de waterstaatkundige belangen dit gedogen en nadat hierover advies is gevraagd bij de beheerder van de waterkering.

Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden wordt verwezen naar de keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland.