Plan: | Compensatiegronden zandwinning Gasselterveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1680.BUICOMPENSGASSVELD-VB01 |
Artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat in het bestemmingsplan rekening gehouden moet worden met de bodemkwaliteit ter plaatse. De reden hiervoor is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot belang kan zijn voor de keuze van bepaalde bestemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
Daarom is historisch bodemonderzoek uitgevoerd naar van bodemverontreiniging verdachte locaties. Dit gebeurt door het nagaan of bodemonderzoeken zijn uitgevoerd en/of er sprake is van, ten aanzien van bodemverontreiniging, verdachte historische activiteiten ter plaatse van de compensatiegronden. Hierbij is gebruik gemaakt van de bodeminformatiekaart van de provincie Drenthe.
Het plangebied betreft een landelijk gelegen locatie ten westen van Gasselte. Op basis van de bodeminformatiekaart is circa 200 meter ten westen van één van de compensatiegronden (RDE00T 01925G) een stortplaats aanwezig (stortplaats Grolloo). Mogelijk zou deze stortplaats invloed kunnen hebben op de grondwaterkwaliteit van het genoemde perceel. Voor de beoogde bestemming van de compensatiegronden is de grondwaterkwaliteit niet van belang.
Rondom de overige locaties zijn op wisselende afstanden (minimaal 65 m) dempingen of erfverhardingen aanwezig. De invloed van deze dempingen op de grond- en grondwaterkwaliteit ter plaatse van de demping is onbekend. In de meeste gevallen handelt het bij dempingen om gebiedseigen materiaal of puinachtige materialen en dit zal geen invloed hebben op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem van de compensatiegronden. Dit kan niet 100% uitgesloten worden. De kans op negatieve effecten als gevolg van de dempingen is door de afstand tussen de percelen en de dempingen zeer gering. Bij erfverhardingen is geen sprake van beïnvloeding van de bodemkwaliteit ter plaatse van de compensatiegronden.
Op basis van het historisch bodemonderzoek worden de compensatiegronden beschouwd als onverdachte locaties. Bodemonderzoek in het kader van de compensatie is niet nodig. De bodemkwaliteit zal niet afwijken van overige landbouwgronden en natuur- en bospercelen in de omgeving en is daarmee geschikt voor het beoogde gebruik als natuur en bosgebied.