direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Hoogspanningsstation Gasselte Kraanlanden
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.TAMkraangpp-0301

Regels

Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a hoogspanningsstation Gasselte, Kraanlanden. Dit TAM- omgevingsplan vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) van het omgevingsplan van de gemeente Aa en Hunze. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.

De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Aa en Hunze. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22a.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22a.' gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Toepassingsbereik

1.1 Onderdeel omgevingsplan Aa en Hunze

Dit TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a hoogspanningsstation Gasselte, Kraanlanden is onderdeel van het omgevingsplan Aa en Hunze.

1.2 Tijdelijk omgevingsplan - bestemmingsplan

De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn op de locatie, bedoeld in eerste lid, van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet.

1.3 Tijdelijk omgevingsplan - bruidsschat

De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.

1.4 Verwijzing naar verbeelding

De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a hoogspanningsstation Gasselte, Kraanlanden, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1680.TAMkraangpp-0301.

Artikel 2 Begripsbepalingen

2.1 Van toepassing verklaring

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij artikel 2.2 een afwijkende of aanvullende begripsomschrijving bevat.

2.2 Afwijkende en aanvullende begrippen

In aanvulling en in afwijking op het bepaalde in artikel 2.1 worden voor de toepassing van de regels in dit hoofdstuk de begrippen uit bijlage I gehanteerd.

Artikel 3 Meet- en rekenbepalingen

3.1 Algemeen

De meet- en rekenbepalingen bedoeld in artikel 22.24 van het omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt.

Hoofdstuk 2 Gebruiksactiviteiten

Artikel 4 Gebruiksactiviteiten algemeen - verbod

4.1 Toepassingsbereik

De regels van dit artikel zijn van toepassing op het gebruik van gronden en bouwwerken.

4.2 Gebruiksactiviteiten algemeen - verbod
  • a. Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet in overeenstemming is met een in hoofdstuk 2 aan een locatie gegeven gebruiksdoel en de daarop betrekking hebbende regels, of op een wijze die in strijd is met de regels over gebruik, bedoeld in hoofdstuk 3.
  • b. De regels in dit hoofdstuk hebben betrekking op het gebruiksdoel van locaties en het gebruik van gronden en bouwwerken.

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening

5.1 Toepassingsbereik
  • a. De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locatie ‘Bedrijf – Nutsvoorziening’.
  • b. De gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor:
    • 1. een hoogspanningsstation voor het transporteren, verdelen en transformeren van elektrische energie

met daarbij behorende:

    • 1. gebouwen, niet zijnde bedrijfswoning;
    • 2. beplanting en bebossing;
    • 3. overige ondergrondse en/of bovengrondse nutsvoorzieningen;
    • 4. wegen en paden, parkeervoorzieningen en ontsluitingsstructuren;
    • 5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Hoofdstuk 3 Waarden

Artikel 6 Overig - Industrieterrein met gpp

6.1 Begrenzing industrieterrein

De in dit artikel vastgestelde geluidproductieplafonds gelden voor het gebied met de aanduiding ‘Waarde – overige zone - Industrieterrein met gpp’.

6.2 Omgevingswaarden

Als omgevingswaarde geluidproductieplafonds hoogspanningsstation gelden de geluidswaarden afkomstig van het in artikel 6.1 bedoelde begrenzing van het industrieterrein, uitgedrukt in Lden en Lnight, ter plaatse van het geluidreferentiepunt zoals, tezamen met het geluidaandachtsgebied is vastgelegd in de Centrale Voorziening Geluidgegevens.

6.3 Geluidreferentiepunten

De geluidreferentiepunten zoals bedoeld in artikel 6.2 zijn vastgelegd op de coördinaten zoals opgenomen in de hierna weergegeven tabel 1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1680.TAMkraangpp-0301_0001.png"

6.4 Geluidproductieplafonds (GPP)

Ter plaatse van de geluidreferentiepunten zoals bedoeld in artikel 6.3 gelden de omgevingswaarden in Lden en Lnight zoals opgenomen in de hierna weergegeven tabel 2 als geluidproductieplafonds.

afbeelding "i_NL.IMRO.1680.TAMkraangpp-0301_0002.png"

Artikel 7 Overig - geluidaandachtsgebied

7.1 Toepassingsbereik

De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locaties die liggen binnen het geluidaandachtsgebied zoals aangewezen in de Centrale Voorziening Geluidgegevens.

7.2 Voorrangsbepaling

De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels die, op grond van de besluiten van artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, reeds voor de inwerkingtreding van dit hoofdstuk van toepassing waren, op de gronden binnen het geluidaandachtsgebied, zoals bedoeld in artikel 7.1.

7.3 Beoordelingsregels bouwen binnen het geluidaandachtsgebied

In het geluidaandachtsgebied, zoals bedoeld in artikel 7.1, geldt aanvullend op de regels die van toepassing zijn op die gronden, zoals bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, dat het realiseren of toevoegen van geluidgevoelige gebouwen niet is toegestaan.

Hoofdstuk 4 Algemene regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 5 Overgangsbepalingen

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met de regels die op grond van dit omgevingsplan golden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit hoofdstuk, daaronder begrepen de op dat moment geldende overgangsbepalingen.
9.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de regels die op grond van dit omgevingsplan golden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit hoofdstuk, daaronder begrepen de op dat moment geldende overgangsbepalingen.