10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' uitsluitend voor een school;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – medisch kinderdagverblijf' uitsluitend voor een medisch kinderdagverblijf;
met daaraan ondergeschikt:
-
c. wegen en paden;
-
d. parkeervoorzieningen;
-
e. groenvoorzieningen;
-
f. waterlopen en waterpartijen;
-
g. restauratieve voorzieningen ten dienste van de bestemming tot een maximum van 15% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte;
-
h. nutsvoorzieningen;
-
i. kunstwerken;
met de daarbij behorende:
-
j. bouwwerken;
-
k. tuinen, erven en terreinen.
10.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
10.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen.
10.2.2 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden tevens de volgende regels:
-
a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
b. het aantal bedrijfswoningen mag per bouwperceel ten hoogste één bedragen;
-
c. de goothoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 6 meter bedragen.
10.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op het achtererfgebied behorende bij de bedrijfswoning worden gebouwd;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte mag ten hoogste 65 m2 bedragen, met dien verstande dat op ten hoogste 50% van het achtererfgebied mag worden gebouwd;
-
c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning;
-
d. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 6 meter bedragen;
-
e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 meter bedragen, tenzij op de perceelsgrens wordt gebouwd;
-
f. de bouwhoogte van een (aangebouwde) overkapping mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, of ten hoogste de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping indien deze hoger is.
10.2.4 Overige bouwwerken
Voor het bouwen van overige bouwwerken, gelden de volgende regels:
-
1. de bouwhoogte van (vrijstaande) overkappingen mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, of ten hoogste de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping indien deze hoger is;
-
2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 meter mag bedragen;
-
3. de bouwhoogte van de andere overige bouwwerken mag ten hoogste 6 meter bedragen.