direct naar inhoud van Artikel 6 Detailhandel - Perifeer
Plan: Stadsbedrijvenpark
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.07BP2012121A-A001

Artikel 6 Detailhandel - Perifeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel - Perifeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. perifere detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - handel in abc goederen 1' tevens voor handel in abc-goederen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - handel in abc goederen 2' uitsluitend voor handel in abc-goederen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend het wonen in maximaal één bedrijfswoning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca categorie 3' tevens horecabedrijven categorie 3.

met daaraan ondergeschikt:

  • f. ontsluitingswegen, paden en straten;
  • g. voet- en rijwielpaden;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. restauratieve voorzieningen ten dienste van de bestemming tot een maximum van 15% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte;
  • j. watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. kunstwerken;
  • m. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • n. bebouwing;
  • o. tuinen, erven en terreinen.
6.2 Bouwregels

Op de voor 'Detailhandel - Perifeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.1 Bouwwerken

Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage ten hoogste het aangegeven percentage bedragen.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden tevens de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 5 meter;
  • c. de maximum bouwhoogte bedraagt 15 m tenzij op de verbeelding een andere hoogte is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – bijbehorende bouwwerken' mogen bijbehorende bouwwerken worden opgericht tot een maximum van 300 m2.
6.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden tevens de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. het aantal bedrijfswoningen mag per bouwperceel ten hoogste één bedragen;
  • c. de goothoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 6 meter bedragen.
6.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op het achtererfgebied behorende bij de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte mag ten hoogste 65 m2 bedragen, met dien verstande dat op ten hoogste 50% van het achtererfgebied mag worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning;
  • d. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 6 meter bedragen;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 meter bedragen, tenzij op de perceelsgrens wordt gebouwd;
  • f. de bouwhoogte van een (aangebouwde) overkapping mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, of ten hoogste de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping indien deze hoger is.

6.2.5 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken, gelden de volgende regels:

  • a. vrijstaande overkappingen mogen uitsluitend binnen het achtererfgebied worden gebouwd met een maximum oppervlakte van 25 m2, tenzij anders is aangeduid;
  • b. de bouwhoogte van (vrijstaande) overkappingen mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, of ten hoogste de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping indien deze hoger is;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van de andere overige bouwwerken mag ten hoogste 15 meter bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. externe veiligheid;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 sub b in die zin dat de afstand tussen gebouwen en de bouwperceelgrens wordt verkleind tot 0 meter.

6.4.2 Afwegingskader

Van het bepaalde in lid 6.4.1 kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. externe veiligheid;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. buitenopslag van goederen en uitstalling van voor detailhandel bestemde goederen op gronden gelegen vóór de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen en het verlengde van die gevel(s);
  • b. de uitoefening van detailhandel, anders dan perifere detailhandel;
  • c. de uitoefening van horeca, met uitzondering van restauratieve voorzieningen ten dienste van de bestemming tot een maximum van 15% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte.
  • d. kantoor, anders dan ten dienste van het bedrijf, met dien verstande dat de kantooroppervlakte ten hoogste 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf bedraagt;
  • e. de uitoefening van detailhandelsactiviteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte kleiner dan 1.000 m2.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.6.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 6.1 sub c in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – handel in abc goederen 2' tevens bedrijven worden gevestigd ten behoeve van perifere detailhandel, mits:
    • 1. middels onderzoek is aangetoond dat de toevoeging van perifere detailhandel op deze locatie niet leidt tot een duurzame ontwrichting van de distributieplanologische voorzieningenstructuur;
    • 2. op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid moet worden voorzien;
    • 3. het initiatief leidt niet tot een onevenredige aantasting van de verkeersstructuur;
    • 4. binnen de reguliere pdv zone geen geschikte kavel beschikbaar is.
  • b. lid 6.5 onder a in die zin dat uitstalling van goederen bestemd voor detailhandel wordt toegestaan vóór de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen en het verlengde van die gevel(s), mits:
    • 1. dit niet ten koste gaat van het benodigde aantal parkeerplaatsen;
    • 2. de uitstalling niet leidt tot een aantasting van de verkeersveiligheid;
    • 3. de uitstalling niet leidt tot een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld.
6.6.2 Afwegingskader

Van het bepaalde in lid 6.6.1 kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. externe veiligheid;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.