direct naar inhoud van 4.5 Bodem
Plan: Zoeterwoude, Dorp-West
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00001-0001

4.5 Bodem

Beleid en normstelling

Volgens artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dienen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer een onderzoek te verrichten naar de bodemgesteldheid in het plangebied. De provincie Zuid-Holland hanteert bij de beoordeling van bestemmingsplannen de richtlijn dat voorafgaand aan de vaststelling van een bestemmingsplan ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, wordt verricht op alle bestemmingen waar een herinrichting wordt voorzien.

Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Onderzoek en conclusie

Het voorliggend bestemmingsplan is overwegend consoliderend van aard. Er is op één locatie sprake van een nieuwe ontwikkeling. Dit betreft de locatie aan de Miening 39/40. Aangezien op deze locatie sprake is van een functiewijziging dient hier een verkennend bodemonderzoek te worden verricht. Zodra de resultaten uit het verkennende bodemonderzoek bekend zijn, zullen deze worden opgenomen in deze paragraaf.

Voor de overige gronden binnen het plangebied geldt dat er geen sprake is van functiewijzigingen, waarmee bodemonderzoek niet noodzakelijk is. Ten aanzien van deze gronden wordt zodoende geconcludeerd dat het aspect bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de uitvoering van dit bestemmingsplan.