direct naar inhoud van 4.9 Archeologie
Plan: Zoeterwoude, Dorp-West
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00001-0001

4.9 Archeologie

In 1998 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Ter uitvloeisel van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.

De provincie Zuid-Holland hanteert in de Nota Regels voor Ruimte 2007 het uitgangspunt dat op terreinen die voorkomen op de Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland en in gebieden die op de kaart archeologische waarden van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS-kaart) ten minste een redelijke tot grote kans op archeologische sporen hebben, archeologisch vooronderzoek in het kader van de planvoorbereiding dient plaats te vinden.

Voor zover er onzekerheid bestaat over de precieze aanwezigheid van archeologische waarden, dient in het bestemmingsplan voor werkzaamheden dieper dan 30 cm een aanlegvergunningstelsel te worden gehanteerd. Het verlenen van een aanlegvergunning wordt daarbij afhankelijk gesteld van de uitkomsten van nader archeologisch onderzoek en de belangenafweging op grond daarvan.

De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW, via www.kich.nl) en de Cultuurhistorische Waardenkaart van Zuid-Holland (www.chs.zuid-holland.nl) geven aan dat het plangebied deels (de noordoostzijde) is gelegen in een gebied met een redelijke tot grote kans en een grote tot zeer grote kans op archeologische sporen (zie figuur 4.2). Het zuidwestelijk deel van het plangebied ligt in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. De archeologische waarde van het gebied bestaat uit de reeds aangetroffen of te verwachten aanwezigheid, boven of onder de grond, van bouwhistorische resten en archeologische sporen. Samen bevatten zij een hoeveelheid aan historische informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling. Nabij het gebied zijn geen terreinen gelegen waarvan bekend is dat er archeologische waarden aanwezig zijn (archeologische monumenten). Vanwege de redelijk tot zeer hoge archeologische verwachtingswaarde in het noordoostelijk deel van het plangebied, dient hier voorafgaand aan grond- en bouwwerkzaamheden een verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.