Plan: | Zoeterwoude, Sportcomplex Meerburgerpolder |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00005-0002 |
Toetsingskader
Wet op de archeologische monumentenzorg/ Verdrag van Malta
Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis in Nederland. Het Verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van deze archeologische waarden. Het Verdrag is geïmplementeerd via de Wet op de Archeologische monumentenzorg. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
Op grond van de aangescherpte regelgeving stellen Rijk en Provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
Het Rijk heeft de beleidsuitgangspunten ten aanzien van archeologie neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 - 2008, de Nota Belvedere, de Nota Ruimte, de Wijziging van de Monumentenwet 1988 en diverse publicaties van het Ministerie ven OC&W.
Onderzoek en conclusie
Uit de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Zuid-Holland blijkt dat de kans op archeologische sporen binnen het plangebied redelijk tot groot is. In het kader van het ruimtelijk besluit voor het sportcomplex is voor het plangebied archeologisch onderzoek verricht door RAAP Archeologisch Adviesbureau8. Aanbevolen wordt om bodemingrepen onder archeologische begeleiding te laten plaatsvinden.
In het bestemmingsplan wordt hiertoe een beschermingsregime opgenomen.
Voor het hele plangebied geldt dat eventuele vondsten gedaan tijdens bijvoorbeeld de planuitvoering vallen onder de meldingsplicht zoals vastgelegd in artikel 53 van de Wet op de archeologische monumentenzorg.
Wanneer aan bovenstaande wordt voldaan, kan worden geconcludeerd dat het aspect archeologie de totstandkoming van dit bestemmingsplan niet in de weg staat.