Plan: | Oosthoek 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00009-VAS1 |
In een structuurvisie wordt het gemeentelijke ruimtelijke beleid vastgelegd. Het bevat hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen van een gebied en de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. Ook gaat een structuurvisie in op de manier waarop de gemeente denkt de voorgenomen ontwikkelingen te verwezenlijken.
Voor het gebied, waarvan het plangebied Oosthoek 2012 onderdeel uitmaakt, is nog geen structuurvisie vastgesteld door de gemeenteraad, maar wel in voorbereiding. De uitgangspunten voor de structuurvisie Zoeterwoude-Rijndijk zijn vastgesteld. Voor wat betreft het plangebied van dit bestemmingsplan betreft sluiten deze uitgangspunten volledig aan bij het Masterplan Werklandschap aan de Oude Rijn.
Op 1 juli 2004 is de welstandsnota Zoeterwoude vastgesteld. Het welstandsbeleid voor Zoeterwoude is opgesteld vanuit de overtuiging dat de gemeente, ondernemers en inwoners het belang van een aantrekkelijke gebouwde omgeving dienen te behartigen. Het doel van het welstandsbeleid is: 'Een effectief, controleerbaar en klantvriendelijk welstandstoezicht in te richten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium te informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen'.
De welstandsnota bevat een samenhangend stelsel van criteria waaraan bouwplannen in de gemeente worden getoetst. Deze zijn onderverdeeld in een viertal hoofdgroepen:
De algemene beoordelingskaders en de beoordelingskaders voor specifieke objecten en voor de sneltoets zijn niet gebiedsgebonden. De gebiedsgerichte beoordelingskaders zijn gekoppeld aan specifieke gebiedseigen kenmerken en eigenschappen.
Gebiedsgerichte beoordelingskaders
Het gebied Oosthoek en Rijneke Boulevard is in de welstandnota gekarakteriseerd als aandachtsgebied. De eenheid en samenhang langs dit deel van de Hoge Rijndijk is door de verspringende rooilijnen, de uiteenlopende bebouwingskarakteristieken en de enorme variatie in reclames ver te zoeken. Het beeld vanaf de Hoge Rijndijk is daardoor erg onrustig. Het rommelige karakter kan worden verbeterd door meer eenheid in gevelkarakteristieken na te streven. Dit betekent onder meer dat reclames minimaal van gelijke grootte moeten zijn.
Vanaf de Oude Rijn wordt het beeld gevormd door achterzijden. De gesloten gevelwanden en opslag van goederen aan het water geven een armoedig aanzicht. In overleg met de aangrenzende gemeentes langs de Oude Rijn is besloten dit beeld in de toekomst te verbeteren. Bij toekomstige bouwaanvragen zal daarom meer aandacht worden gevraagd voor de vormgeving van bebouwing aan de Rijnzijde. Voor de welstandcriteria wordt verwezen naar de welstandsnota.
Duurzaamheidsagenda 2011-2014
Het algemene kader voor het milieubeleid van de gemeente Zoeterwoude is vastgelegd in de Duurzaamheidsagenda "Samenwerken en Verbinden". Dit beleid kent een directe relatie met de ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld met betrekking tot de doelstellingen voor duurzame inrichting, voor duurzame (steden-)bouw, voor het klimaat en voor energiebesparing.
Duurzame stedelijke ontwikkeling
De gemeente Zoeterwoude vindt het duurzaam ontwikkelen van het stedelijke gebied belangrijk. Zoeterwoude streeft er naar dat elke ruimtelijke ontwikkeling bijdraagt aan het verbeteren van de kwaliteit van economie, maatschappij en milieu, zowel op de korte als de lange termijn. Zij wil daarmee de kwaliteit en duurzaamheid van de stedelijke ontwikkeling op een zo hoog mogelijk niveau brengen.
Duurzame stedenbouw/gebiedsontwikkeling
Duurzame stedenbouw/gebiedsontwikkeling is vooral het inspelen op de kansen van de nieuwe bouwlocatie. Juist door in een vroegtijdig stadium aandacht te besteden aan de specifieke kenmerken en mogelijkheden van de bouwlocatie kan er voor gezorgd worden dat er een aantrekkelijke woon- en voorzieningenomgeving ontstaat. De gemeente Zoeterwoude hanteert hiertoe het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw (RBDS). In het RBDS staat het beleid van de gemeente Zoeterwoude voor duurzame stedenbouw. Het Beleidskader wordt toegepast bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen voor gebieden groter dan 1 hectare en koppelt de projectfasering aan een communicatietraject en inhoudelijke duurzaamheidambities.
Duurzaamheid is hierbij ruim gedefinieerd als 'People, Planet, Profit' (PPP). Dit betekent dat naast ambities op het gebied van milieu ook maatschappelijke/sociale en economische ambities geformuleerd zijn. In een ambitietabel zijn deze ambities overzichtelijk weergegeven. Door alle ambities integraal af te wegen wordt het mogelijk de balans te optimaliseren. De ambities worden vertaald naar maatregelen en in het ontwerp geïntegreerd. Voor nieuwe ontwikkelingen wordt een ambitietabel opgesteld.
Het plangebied omvat voornamelijk bestaande gebouwen en functies, waarop het RBDS niet van toepassing is. Het plangebied omvat echter ook een uit te werken bestemming. Het uitwerkingsplan zal te zijner tijd moeten voldoen aan het RBDS.
DuBoPlus-Richtlijn
De gemeente Zoeterwoude hanteert als uitgangspunt bij bouwprojecten (woningbouw vanaf 10 woningen, utiliteitsbouw vanaf 3000 m2 BVO en de grond-, weg- en waterbouw voor zowel nieuwbouw als renovatie) naast het wettelijk kader zowel de Regionale DuBoPlus Richtlijn 2008 als de duurzaam bouwen-maatlat. Voor de woning- en utiliteitsbouw worden de duurzame prestaties berekend met het instrument de GPR-Gebouw. Voor elk thema geeft het instrument een kwaliteitsoordeel op een schaal van 1 tot 10. Startwaarde hierbij is een 6,0, die bij benadering het Nederlandse Bouwbesluit niveau (nieuwbouw) weergeeft. Een score van 7.0 is de regionale ambitie en een score van 8,0 de ambitie voor gemeentelijke gebouwen. Voor de GPR Energie hanteert Zoeterwoude een ambitieniveaus van 8,5 voor gemeentegebouwen en 7,5 voor externe initiatiefnemers. De ambitie ligt daarmee 0,5 hoger dan de regionale ambitie. Uitgangspunt is om ook in de toekomst, bij aanscherping van het landelijke Bouwbesluit, een hogere ambitie in Zoeterwoude (0,5 boven de regionale ambitie) te blijven hanteren.
De ontwikkelaar informeert de gemeente met een GPR-Gebouw berekening of een gelijkwaardige berekening of aan de regionale ambitie wordt voldaan. Voor de berekening moet gebruik worden gemaakt van de meest recente versie van het rekenprogramma.
Voor kleinere bouwprojecten informeert de gemeente initiatiefnemers over duurzaam bouwen via het Informatieblad Milieuvriendelijk bouwen en verbouwen.
Voor de grond-, weg- en waterbouw geldt het Programma van Eisen Inrichting Openbare Ruimte van de gemeente Zoeterwoude.
Klimaatprogramma
In 2008 heeft de gemeente Zoeterwoude in samenwerking met de Milieudienst het Plan van aanpak regionaal Klimaatprogramma 2008-2012 Holland Rijnland en Rijnstreek vastgesteld.
Voor het Klimaatprogramma Holland Rijnland en Rijnstreek wordt de klimaatambitie van het kabinet als uitgangspunt genomen. In de CO2-kansenkaart is berekend, dat de kabinetsambitie een concrete CO2-reductiedoelstelling van 600 kiloton in 2030 voor onze regio betekent. Dit programma kent onder meer een relatie met ruimtelijke ordening, doordat bij ontwikkelingen vanaf 50 woningen of 5.000 m2 BVO bedrijfsgebouwen de kansen voor CO2-reductie in aanmerking genomen dienen te worden en vanaf 200 woningen of 20.000 m2 BVO bedrijfsgebouwen een energievisie ontwikkeld dient te worden. Doel hierbij is om te komen tot 18 -100 % reductie van de CO2-uitstoot, afhankelijk van de schaal van de ruimtelijke ontwikkeling.