Artikel 8 Detailhandel - uit te werken
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor `Detailhandel - uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. grootschalige detailhandel in branches passend binnen het thema wonen, sport en leisure, zoals omschreven in artikel 1.49 van de lijst van begrippen;
-
b. detailhandel in volumineuze goederen;
-
c. detailhandelverwante horeca, zoals omschreven in artikel 1.28 van de lijst van begrippen;
-
d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, wegen, paden, nutsvoorzieningen en water;
met dien verstande dat:
-
e. het bepaalde in artikel 9 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Riool';
-
f. het bepaalde in artikel 10 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat - Waterkering'.
8.2 Uitwerkingsregels
Met toepassing van het in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bepaalde werken burgemeester en wethouders de in artikel 8.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
-
1. De invulling van het gebied is voornamelijk gericht op detailhandel in volumineuze goederen, waarbij tevens grootschalige detailhandel binnen het thema wonen, sport en leisure is toegestaan.
-
2. Binnen het gebied wordt ruimte geboden aan ten hoogste 1 horecavestiging.
-
3. De ontsluiting moet plaatsvinden via de Hoge Rijndijk.
-
4. De benodigde parkeervoorzieningen dienen te worden gerealiseerd op of onder de gronden gelegen binnen deze bestemming; hiervoor geldt een parkeernorm van 1,65 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak met uitzondering van detailhandel in niet-volumineuze goederen, waarvoor een parkeernorm van 6,5 per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak geldt.
-
5. De gronden en opstallen moeten duurzaam worden ingericht en moeten voldoen aan het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw.
8.3 Bouwregels
Bouwen is slechts toegestaan overeenkomstig een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan dat in werking is getreden.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.3 voor het bouwen van bouwwerken vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het in 8.2 bedoelde uitwerkingsplan, mits het bouwplan in overeenstemming is met het (voor)ontwerp van het uitwerkingsplan.