Plan: | Rijnekehaven 2013 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00009UW001-ONT1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het uitwerkingsplan 'Rijnekehaven 2013' met identificatienummer
NL.IMRO.0638.BP00009UW001-ONT1 van de gemeente Zoeterwoude.
de geometrische bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een aan een (hoofd-)gebouw aangebouwd gebouw dat een functionele eenheid vormt met dat (hoofd-)gebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het terrein dat op grond van het bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt. Dat kan een op de kaart van het bestemmingsplan aangegeven begrensd bouwvlak zijn, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten of een begrensd bouwperceel waarop zelfstandige bij elkaar horende bebouwing is toegestaan;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van een bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
de totale oppervlakte van de voor bedrijsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvestig daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
een terrein dat is bestemd voor de uitoefening van één of meerdere bedrijven.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
detailhandel in voedings- en genotmiddelen.
detailhandel in goederen die niet als volumineuze goederen als bedoeld in artikel 1.26 worden aangemerkt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of (af-)leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, nader te onderscheiden in:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of (af-)leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
ijssalons, broodjeszaken, tearooms, cafetaria en restaurants voor zover ondergeschikt aan de ter plaatse uitgeoefende detailhandel;
zelfstandige horecavestigingen binnen de volgende categorieën: automatiek, broodjeszaak/croissanterie, cafetaria/snackbar, koffiebar/tearoom, lunchroom, ijssalon, traiteur;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de zone zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder (Wgh).
terrein waarvoor een geluidzone geldt, zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder (Wgh);
detailhandel met een minimum bruto-vloeroppervlakte (BVO) van 1.000 m2 per winkel.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, of discotheek.
muur, of een combinatie van muren, bedoeld voor de opslag van grondstoffen, zoals zand en grind.
werkzaamheden die met enige regelmaat noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en/of opstallen;
een gebouwde voorziening voor het algemeen nut.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
bewoning door een of meer personen die niet elders over een hoofdverblijf beschikken.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke, plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een inrichting waarbij volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals als bedoeld in het Bevi.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.
een bedrijf, gericht op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond en de beperkte verkoop van dierenbenodigdheden.
de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf.
de naar de openbare weg gekeerde, en op de openbare weg georiënteerde zijde van een gebouw.
denkbeeldige lijn waarin de voorgevel van een gebouw is geplaatst.
een gebouw of ruimte in een gebouw welke is ingericht en feitelijk wordt gebruikt ten behoeve van één detailhandelsvestiging;
vrijetijdsbesteding, waarbij een grote mate van beleving wordt nagestreefd en de markt verdeeld kan worden in de segmenten cultuur, sport, horeca, recreatie, (fun)shopping en entertainment.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2850.
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de digitale kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Met dien verstande dat:
Onder het strijdig gebruiken of laten gebruiken van gronden wordt in ieder geval de opslag van goederen op onbebouwde gronden verstaan.
de betreffende detailhandel past binnen het thema wonen, sport en leisure, zoals omschreven in artikel 1.50 van de lijst van begrippen;
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Over het gehele bestemmingsvlak gerekend, geldt een gezamenlijke maximale bebouwingsoppervlakte van 35%.
Op of in deze gronden zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan waaronder bruggen en terrassen, met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolleiding met een diameter van ten hoogste 20 cm.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2 voor het bouwen volgens de onderliggende bestemming(en), mits de belangen van de leiding daardoor niet onevenredig worden aangetast.
Het is verboden om op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden):
De in 5.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Het in 5.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterkering.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2 voor het bouwen volgens de onderliggende bestemming(en), mits de belangen van de waterstaat en de waterkering daardoor niet onevenredig worden aangetast en de beheerder van de waterkering daarover op schriftelijke wijze positief heeft geadviseerd.
Het is verboden om op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden):
De in 6.4.1 genoemden vergunning wordt slechts verleend indien:
Het in 6.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een bebouwingspercentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in hoofdstuk 2 van deze regels anders is bepaald.
De maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt - tenzij in hoofdstuk 2 van deze regels anders is bepaald- in het geval van:
Bouwwerken | Maximale bouwhoogte in meter |
Erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van het hoofdgebouw en de openbare weg | 1 |
Erf- en terreinafscheidingen elders | 2 |
Overkappingen met een open constructie | 3 |
Lichtmasten | 9 |
Geluidwerende voorzieningen | 10 |
reclamezuilen | 5 |
overig straatmeubilair | 6 |
Antenne-installaties, ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, en zonder apparatuur | 15 |
Vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie | 5 |
Schotelantenne-installaties | 3 |
Tuinmeubilair | 2 |
Speeltoestellen | 2 |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 |
De aanvullende regels van stedenbouwkundige aard van paragraaf 2.5 van de Bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt het gebruiken en/of laten gebruiken van opstallen en/of bouwwerken:
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Industrie - 1' geldt de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein 'Oosthoek'. Nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, als bedoeld ingevolge de Wet geluidhinder, zijn uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidwaarden volgens de Wet Geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Industrie - 2' geldt de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein 'Barrepolder'. Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, als bedoeld ingevolge de Wet geluidhinder, zijn uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidwaarden volgens de Wet Geluidhinder.
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen waarbij de zonegrens van de aanduiding Geluidzone - Industrie - 1 en/of Geluidzone - Industrie - 2 wordt verlegd of verwijderd.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Lid 13.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 13.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 13.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Rijnekehaven'.