direct naar inhoud van Regels
Plan: Rijnekehaven 2013
Status: ontwerp
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00009UW001-ONT1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het uitwerkingsplan 'Rijnekehaven 2013' met identificatienummer

NL.IMRO.0638.BP00009UW001-ONT1 van de gemeente Zoeterwoude.

1.2 uitwerkingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan- en uitbouw

een aan een (hoofd-)gebouw aangebouwd gebouw dat een functionele eenheid vormt met dat (hoofd-)gebouw;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aansluitend terrein

het terrein dat op grond van het bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt. Dat kan een op de kaart van het bestemmingsplan aangegeven begrensd bouwvlak zijn, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten of een begrensd bouwperceel waarop zelfstandige bij elkaar horende bebouwing is toegestaan;

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van een bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.9 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.

1.10 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo)

de totale oppervlakte van de voor bedrijsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.11 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvestig daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.12 bedrijventerrein

een terrein dat is bestemd voor de uitoefening van één of meerdere bedrijven.

1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

 

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

 

1.18 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.

 

1.19 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

1.20 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

 

1.21 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

 

1.22 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

 

1.23 detailhandel in food sector

detailhandel in voedings- en genotmiddelen.

1.24 detailhandel in niet-volumineuze goederen

detailhandel in goederen die niet als volumineuze goederen als bedoeld in artikel 1.26 worden aangemerkt;

1.25 detailhandel in volumineuze goederen

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of (af-)leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, nader te onderscheiden in:

  • a. detailhandelsbedrijf in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  • b. detailhandel in zeer volumineuze goederen zoals auto's keukens, badkamers, boten, motoren, caravans en landbouwwerktuigen;
  • c. grootschalig meubelbedrijf, inclusief in ondergeschikte mate: woninginrichting en -stoffering;

1.26 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of (af-)leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.27 detailhandelondersteunende horeca

ijssalons, broodjeszaken, tearooms, cafetaria en restaurants voor zover ondergeschikt aan de ter plaatse uitgeoefende detailhandel;

1.28 detailhandelverwante horeca

zelfstandige horecavestigingen binnen de volgende categorieën: automatiek, broodjeszaak/croissanterie, cafetaria/snackbar, koffiebar/tearoom, lunchroom, ijssalon, traiteur;

1.29 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.30 geluidzone

de zone zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder (Wgh).

1.31 gezoneerd industrieterrein

terrein waarvoor een geluidzone geldt, zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder (Wgh);

1.32 grootschalige detailhandel

detailhandel met een minimum bruto-vloeroppervlakte (BVO) van 1.000 m2 per winkel.

1.33 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.34 horeca

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, of discotheek.

1.35 keermuur

muur, of een combinatie van muren, bedoeld voor de opslag van grondstoffen, zoals zand en grind.

1.36 normaal onderhoud

werkzaamheden die met enige regelmaat noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en/of opstallen;

1.37 nutsvoorziening

een gebouwde voorziening voor het algemeen nut.

1.38 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.39 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.40 permanente bewoning

bewoning door een of meer personen die niet elders over een hoofdverblijf beschikken.

1.41 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.42 raamprostitutie

een seksinrichting in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere, voor het publiek toegankelijke, plaats zichtbaar beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.43 risicovolle inrichting

een inrichting waarbij volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals als bedoeld in het Bevi.

1.44 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.

1.45 tuincentrum

een bedrijf, gericht op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond en de beperkte verkoop van dierenbenodigdheden.

1.46 verkoopvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf.

1.47 voorgevel

de naar de openbare weg gekeerde, en op de openbare weg georiënteerde zijde van een gebouw.

1.48 voorgevelrooilijn

denkbeeldige lijn waarin de voorgevel van een gebouw is geplaatst.

1.49 winkel

een gebouw of ruimte in een gebouw welke is ingericht en feitelijk wordt gebruikt ten behoeve van één detailhandelsvestiging;

1.50 wonen, sport en leisure

vrijetijdsbesteding, waarbij een grote mate van beleving wordt nagestreefd en de markt verdeeld kan worden in de segmenten cultuur, sport, horeca, recreatie, (fun)shopping en entertainment.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 vloeroppervlakte

de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2850.

2.7 Afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens

Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.8 breedte en diepte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren.

2.9 oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.10 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang nabij een weg of pad ligt: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang.

2.11 ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt.

2.12 uitvoering van meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de digitale kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grootschalige detailhandel in branches passend binnen het thema wonen, sport en leisure, zoals omschreven in artikel 1.50 van de lijst van begrippen;
  • b. indoor-sport, met dien verstande dat ten hoogste 1 indoor-sportgelegenheid, met een bruto vloeroppervlakte van maximaal 3.000 m2 is toegestaan en waarbij geldt dat het gebruik ten behoeve van indoor-sport uitsluitend is toegestaan op de verdieping(en);
  • c. detailhandel in volumineuze goederen;
  • d. maximaal 1 detailhandelverwante horecavestiging, zoals omschreven in artikel 1.28 van de lijst van begrippen, inclusief bijbehorende terrassen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, wegen, paden, nutsvoorzieningen en water;

Met dien verstande dat:

  • f. het bepaalde in artikel 5 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding-Riool';
  • g. het bepaalde in artikel 6 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.
3.2 Bouwregels
3.2.1 toegestane bouwwerken
  • 1. Op de voor 'Gemengd' bestemde gronden mogen de volgende bouwwerken uitsluitend ten dienste van de bestemmingsomschrijving in 3.1 worden gebouwd:
  • a. hoofdgebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. bouwwerken als bedoeld in lid 1 onder a en b mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder sub d is buiten het bouwvlak maximaal 1 gebouw ten dienste van de detailhandelverwante horeca toegestaan met een maximale oppervlakte van 150 m² en maximale bouwhoogte van 6 meter.

3.2.2 maatvoering bouwwerken
  • a. De maximale bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte'.
  • b. De maximale goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt 3 m.
  • c. De maximale bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen met een open constructie, bedraagt 4,5 m.
  • d. De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt de hoogte zoals bepaald in artikel 8.2.

3.3 Nadere eisen
  • 1. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de inrichting van onbebouwde terreinen voor zover deze eisen zien op:
    • a. de aan- en afvoer van goederen;
    • b. parkeerruimte voor (vracht)verkeer;
    • c. groenvoorzieningen.
  • 2. De nadere eisen als bedoeld in lid 1 mogen alleen worden gesteld wanneer daardoor de gebruikswaarde van het terrein niet onevenredig wordt geschaad.

3.4 Afwijken van de bouwregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van 3.2.1 lid b om gebouwen toe te laten ten behoeve van de op de aangrenzende gronden gevestigde bedrijven, mits:
    • a. na de realisering van de gebouwen voldoende parkeergelegenheid aanwezig is op de bij het bedrijf behorende gronden; hiervoor geldt ten aanzien van detailhandel in volumineuze goederen een parkeernorm van 1,65 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak en ten aanzien van detailhandel in niet-volumineuze goederen 6,5 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak;
    • b. de afstand tussen gebouwen en de Oude Rijn niet wordt verkleind;
    • c. de bouwhoogte maximaal 12 m bedraagt;
    • d. de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de nabijgelegen gronden en/of nabijgelegen bedrijven hierdoor niet onevenredig kunnen worden geschaad.
  • 2. Voor het overige blijven de planregels, voor zover deze al van toepassing waren, op de betreffende gronden van toepassing.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Onder het strijdig gebruiken of laten gebruiken van gronden wordt in ieder geval de opslag van goederen op onbebouwde gronden verstaan.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsdoeleinden zoals omschreven in artikel 3.1 ten behoeve van de uitoefening van detailhandel in niet volumineuze goederen, mits:
    • a. het bruto-vloeroppervlak (BVO) kleiner is dan 1.500 m2 per winkel;
    • b. de betreffende winkel niet op de begane grond is gevestigd;

de betreffende detailhandel past binnen het thema wonen, sport en leisure, zoals omschreven in artikel 1.50 van de lijst van begrippen;

    • a. vooraf advies is gevraagd aan het Regionaal Economisch Overleg of een daarmee gelijk te stellen instantie.

Artikel 4 Water

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. verkeer over water;
  • c. oevers;
  • d. met de daarbij behorende bruggen, duikers, dammen, taluds en andere kunstwerken, (oever)beschoeiing, alsook verkeersregeling en verkeersgeleiding, wegaanduiding en verlichting, nutsvoorzieningen;
  • e. bij de direct aangrenzende bestemming 'Gemengd' behorende voorzieningen, zoals overkragende bouwdelen, groen, parkeervoorzieningen, wegen, terrassen, paden, nutsvoorzieningen en water.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemeen

Over het gehele bestemmingsvlak gerekend, geldt een gezamenlijke maximale bebouwingsoppervlakte van 35%.

4.2.2 Gebouwen
  • a. Op, in of boven deze gronden zijn uitsluitend ondergeschikte bouwdelen in de vorm van overkluizingen/overkragende bouwdelen van gebouwen van de direct aangrenzende bestemming 'Gemengd' toegestaan;
  • b. De minimale hoogte van overkluizingen/overkragende bouwdelen bedraagt 6 meter, gemeten vanaf peil.
  • c. De maximale hoogte van overkluizingen/overkragende bouwdelen bedraagt 16 meter, gemeten vanaf peil.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in deze gronden zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan waaronder bruggen en terrassen, met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 5 Leiding - Riool

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolleiding met een diameter van ten hoogste 20 cm.

5.2 Bouwregels

    • 1. Op de gronden mogen ten behoeve van de bestemming Leiding - Riool uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
    • 2. Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2 voor het bouwen volgens de onderliggende bestemming(en), mits de belangen van de leiding daardoor niet onevenredig worden aangetast.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Uitvoeringsverbod zonder vergunning

Het is verboden om op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden):

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

5.4.2 Vergunningsvoorwaarden

De in 5.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. de werken en/of werkzaamheden nodig zijn voor de realisering of handhaving van de aan de gronden gegeven bestemming, functies of waarden;
  • b. de belangen van de leiding daardoor niet onevenredig worden aangetast.

5.4.3 Uitzonderingen op het verbod

Het in 5.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 5.3;
  • c. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding dit plan.

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterkering.

6.2 Bouwregels

    • 1. Op de gronden mogen ten behoeve van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 5 meter.
    • 2. Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2 voor het bouwen volgens de onderliggende bestemming(en), mits de belangen van de waterstaat en de waterkering daardoor niet onevenredig worden aangetast en de beheerder van de waterkering daarover op schriftelijke wijze positief heeft geadviseerd.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Uitvoergingsverbod zonder vergunning

Het is verboden om op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden):

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het egaliseren van gronden;
  • c. het beplanten met diepwortelende beplanting;
  • d. het vellen, rooien van bomen en andere houtopstanden;
  • e. het aanleggen van onder- en/of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en de daarmee verband houdende constructies en/of installaties.

6.4.2 Vergunningvoorwaarden

De in 6.4.1 genoemden vergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. de werken en/of werkzaamheden nodig zijn voor de realisering of handhaving van de aan de gronden gegeven bestemming, functies of waarden;
  • b. de belangen van de waterstaat en de waterkering daardoor niet onevenredig worden aangetast en de beheerder van de waterkering daar op schriftelijke wijze positief over heeft geadviseerd.

6.4.3 Uitzonderingen op het verbod

Het in 6.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 6.3;
  • c. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding dit plan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene bouwregels

8.1 Bebouwingspercentages

Een bebouwingspercentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in hoofdstuk 2 van deze regels anders is bepaald.

8.2 Hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt - tenzij in hoofdstuk 2 van deze regels anders is bepaald- in het geval van:

Bouwwerken   Maximale bouwhoogte in meter  
Erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van het hoofdgebouw en de openbare weg   1  
Erf- en terreinafscheidingen elders   2  
Overkappingen met een open constructie   3  
Lichtmasten   9  
Geluidwerende voorzieningen   10  
reclamezuilen   5  
overig straatmeubilair   6  
Antenne-installaties, ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, en zonder apparatuur   15  
Vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie   5  
Schotelantenne-installaties   3  
Tuinmeubilair   2  
Speeltoestellen   2  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3  

8.3 Bestaande afstanden en maten
  • a. De op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen, die meer bedragen dan in het plan is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden.
  • b. De op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die minder bedragen dan in het plan is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  • c. In geval van herbouw is het bepaalde in de leden 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats geschiedt.

8.4 Aanvullende werking bouwverordening

De aanvullende regels van stedenbouwkundige aard van paragraaf 2.5 van de Bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:

  • a. bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
  • b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  • c. de ruimte tussen bouwwerken;
  • d. bouwen nabij bovengrondse hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  • e. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt het gebruiken en/of laten gebruiken van opstallen en/of bouwwerken:

  • a. op een wijze en/of voor doeleinden die niet in overeenstemming zijn met de doeleinden zoals opgenomen in de bestemmingsomschrijving;
  • b. als stort- of opslagplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering;
  • c. als opslagplaats voor bouwmaterialen, bagger of specie, tenzij dit geschiedt in het kader van een normale bedrijfsvoering die past binnen de doeleinden van de bestemming;
  • d. als uitstalling-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- of verblijfmiddelen;
  • e. voor bewoning, tenzij het de bewoning van een bedrijfswoning betreft en deze bewoning niet met meer dan één jaar onderbroken is geweest;
  • f. als een seksinrichting;
  • g. voor (raam)prostitutie;
  • h. voor detailhandel, tenzij:
      • dit is toegestaan op grond van de bestemmingsregels; of
      • dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening zoals deze op grond van dit plan is toegestaan.

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels

10.1 Geluidszone - industrie 1

Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Industrie - 1' geldt de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein 'Oosthoek'. Nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, als bedoeld ingevolge de Wet geluidhinder, zijn uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidwaarden volgens de Wet Geluidhinder.

10.2 Geluidszone - industrie 2

Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Industrie - 2' geldt de geluidzone van het gezoneerde industrieterrein 'Barrepolder'. Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, als bedoeld ingevolge de Wet geluidhinder, zijn uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidwaarden volgens de Wet Geluidhinder.

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels

  • a. het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels uit dit plan ten behoeve van:
    • 1. het toestaan van een bedrijf dat niet is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten of daarin is genoemd in een naast hogere categorie, maar naar zijn aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met de rechtstreeks toegelaten bedrijven;
    • 2. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10% voor zover dit vanuit stedenbouwkundig en/of bouwkundig oogpunt noodzakelijk en/of wenselijk is;
    • 3. de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen voor zover dit van belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bouwwerken of bestemmingen danwel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
    • 4. de overschrijdingen als bedoeld onder b mogen niet meer bedragen dan 3 m en mogen geen vergroting van bouw- of bestemmingsvlakken inhouden anders dan bedoeld in onderdeel 1;
    • 5. de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van nutsvoorzieningen, mits deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn; de maximale bouwhoogte van voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie bedraagt niet meer dan 15 m.
  • b. Een omgevingsvergunning ten behoeve van een afwijking als bedoeld in lid a. wordt niet verleend, wanneer daardoor onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

Artikel 12 Algemene wijzigingsregels

12.1 Wijziging Geluidszone - industrie

Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen waarbij de zonegrens van de aanduiding Geluidzone - Industrie - 1 en/of Geluidzone - Industrie - 2 wordt verlegd of verwijderd.

12.2 Wijziging Staat van bedrijfsactiviteiten
  • a. Het bevoegd gezag is bevoegd de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen wanneer een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende type bedrijven als gevolg van technologische ontwikkelingen evident is afgenomen.
  • b. Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden de mate waarin de uitvoerbaarheid (waaronder begrepen de milieutechnische toelaatbaarheid) is aangetoond, de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aangrenzende gronden en/of nabij gelegen agrarische bedrijven alsmede de waarden en functies van de gronden welke het plan beoogt te beschermen door de gebruiksverandering worden geschaad.
  • c. Indien de waarden, functies en/of belangen als genoemd in lid 1 onevenredig worden geschaad vindt de in lid 1 genoemde wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

13.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

13.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 13.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

13.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

13.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 13.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

13.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 13.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Artikel 14 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Rijnekehaven'.