direct naar inhoud van Artikel 5 Waarde - Archeologie
Plan: Inpassingsplan Filipsberg Wapenveld
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPFilipsberg-vst1

Artikel 5 Waarde - Archeologie

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.

5.2 Bouwregels

Op de tot 'Waarde - Archeologie' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat dit niet van toepassing is op:

  • a. bouwprojecten met een grondbeslag van minder dan 100 m2;
  • b. activiteiten waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste en conform de basisbestemming.

5.3.2 Afwegingskader

De in lid 5.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien daartegen met het oog op de bescherming van de archeologische waarden geen bezwaren bestaan.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • 2. verlagen van de bodem, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • 3. aanleggen en dempen van watergangen en poelen;
  • 4. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen (nutsvoorzieningen) breder dan 80 cm en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur
  • 5. diepploegen, zijnde het extra diep - meer dan circa 0,4 m - omploegen;
  • 6. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;

5.4.2 Uitzonderingen omgevingsvergunnningsplicht

Het in lid 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • 1. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, onderhoud en exploitatie;
  • 2. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • 3. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
  • 4. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1, onder 2, voorzover het betreft het aanleggen van poelen;
  • 5. voor werken of werkzaamheden binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk;
  • 6. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1, onder 4, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  • 7. voor zover het werkzaamheden in de bodem betreft tot een diepte van 0,4 m onder het bestaande maaiveld met een maximale oppervlakte van 10.000 m2.  

5.4.3 Voorwaarden voor de omgevingsvergunning

De in lid 5.4.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien door de aanvrager door middel van een archeologisch onderzoek wordt aangetoond dat het archeologisch bodemarchief in voldoende mate wordt beschermd.