Inpassingsplan Filipsberg Wapenveld

4.4 Waterparagraaf

Voor de uitvoering van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met het aspect water. Om dit te kunnen waarborgen is een watertoets verplicht voor diverse ruimtelijke plannen, waaronder het bestemmingsplan en inpassingsplan. In onderhavige waterparagraaf worden de waterhuishoudkundige situatie en de effecten van de ruimtelijke veranderingen op de waterhuishouding beschreven.

Het waterschap Veluwe is verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en kwaliteitsbeheer in het plangebied. Ten behoeve van onderhavig project is overleg gevoerd met het waterschap. Het waterschap heeft op 3 februari 2011 aangeven dat de waterbelangen in dit plan goed zijn verwoord.

Algemeen

Het plangebied ligt in de bossen tussen Wapenveld en Wezep, op enige afstand van de Molenweg. In de nabijheid van het plangebied zijn geen watergangen of ander oppervlaktewater aanwezig. Het plangebied bevindt zich ook niet binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan.

Grondwater

Het plangebied ligt in een infiltratiegebied met een diepe grondwaterstand. Zowel de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) als de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) liggen, volgens de Wateratlas van de provincie Gelderland, op een diepte van meer dan 300 cm beneden maaiveld.

Het gebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd.

Oppervlaktewater

In of nabij het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.

Het plan is gericht op een extensivering van het gebruik. Het recreatieve gebruik, waaronder dat als kampeerterrein wordt beëindigt. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor het (grond)water in de omgeving.

DWA en RWA

Het recreatieterrein is aangesloten op het rioleringsstelsel (persriool) van de gemeente Heerde. De lozing gaat richting kruising Molenweg – Groteweg – Klapperdijk. Het hemelwater dat op de daken valt wordt geïnfiltreerd in de bodem. Voor de te handhaven woning verandert er niets aan de situatie.

De nieuwe ontwikkeling verandert niets aan de hoeveelheid water die in de bodem terecht komt. De afvoer via het riool vermindert door de beëindiging van de recreatieve functie.