direct naar inhoud van 2.1 Beleid grote rivieren
Plan: Inpassingsplan Millingerwaard (uitplaatsing De Beijer)
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1

2.1 Beleid grote rivieren

Beleidslijn Grote rivieren

Na de hoogwaters in 1993 en 1995 heeft de Nederlandse regering besloten om de rivieren meer ruimte te geven. In 1996 is de beleidslijn Ruimte voor de Rivier gepubliceerd. De beleidslijn had als doel de bestaande ruimte voor de rivier te handhaven, mens en dier duurzaam tegen overstromingen te beschermen en materiële schade bij hoog water te beperken. Inmiddels is deze beleidslijn vervangen door de “Beleidsregels Grote Rivieren” (2006).

De nieuwe beleidslijn blijft gericht op:

  • a. het tegengaan van ontwikkelingen die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging nu en in de toekomst feitelijk onmogelijk maken;
  • b. het waarborgen van een veilige afvoer en berging van rivierwater, maar biedt onder strikte voorwaarden meer mogelijkheden voor wonen, werken en recreëren in het rivierbed.

De voorwaarden hebben betrekking op de afvoercapaciteit van de rivier ter plaatse: nieuwe activiteiten mogen de afvoer niet hinderen en geen belemmering vormen voor toekomstige verruiming van het rivierbed.

Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier

De doelstelling van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier is gericht op het voldoen aan de geldende wettelijke waterveiligheidsnormen. Die veiligheidsnormen schrijven voor dat een afvoer, die statistisch gezien eens per 1250 jaar kan voorkomen, veilig door het Nederlandse riviersysteem moet kunnen worden verwerkt. Deze maatgevende afvoer is in 2001 voor de Rijn vastgesteld op 16.000 m3/s bij Lobith. Om te voldoen aan deze maatgevende afvoer krijgen de grote rivieren op 39 plaatsen meer ruimte. Deze 39 maatregelen vormen samen het programma Ruimte voor de Rivier.

Ingrepen in de Millingerwaard maken onderdeel uit van dit maatregelenpakket dat eind 2015 moet zijn uitgevoerd. De taakstelling voor dit gebied is een verlaging van de maatgevende hoogwaterstand (MHW) met in totaal 9 cm.

Het programma Ruimte voor de Rivier vormt een onderdeel van het Deltaprogramma. In het Deltaprogramma wordt tevens gekeken naar de lange termijnopgave: rivieren moeten in het jaar 2100 18.000 m3/s kunnen afvoeren. Dit heeft tot gevolg dat voor de langere termijn in de Millingerwaard rekening moet worden gehouden met een aanvullende verlaging van de MHW. Hoewel deze doelstelling pas op de langere termijn moeten worden gehaald (na 2050), wordt de robuustheid van de nu voorgestelde oplossing getoetst. Er kunnen nu al maatregelen worden getroffen die invulling geven aan de lange termijnopgave. De maatregel moet dan voldoen aan de volgende criteria:

  • De maatregel moet noodzakelijk zijn voor een afvoer van 18.000 m3/s;
  • Er is sprake van een koppeling tussen de wateropgave en een urgente ruimtelijke ontwikkeling ('nu of nooit' maatregel);
  • Versneld uitvoeren van de maatregel is financieel aantrekkelijk (vanwege synergievoordelen en bijdragen van andere partijen);
  • De maatregel moet financieel inpasbaar zijn.

Het uitplaatsen van De Beijer is noodzakelijk om te voldoen aan de taakstellende verlaging van de maatgevende hoogwaterstand. Een bijkomend voordeel is dat door de uitplaatsing en het verwijderen van de toegangsdam naar het bedrijf ook voor de lange termijn ruimte ontstaat om, op relatief eenvoudige wijze, aanvullende maatregelen te nemen.

Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG)

In 1993 is het NURG-convenant afgesloten tussen de ministeries van LNV en V&W. In dit convenant zijn Rijkswaterstaat (RWS) en Dienst Landelijk Gebied (DLG) verantwoordelijk voor de uitvoering van de natuurontwikkelingdoelstellingen in de begrensde NURG-gebieden zoals deze door de Rijksoverheid zijn vastgesteld. Voor de Millingerwaard bestaat de opgave uit het realiseren van 265 ha nieuwe natuur. De gewenste ontwikkeling is overgenomen in de provinciale Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur (zie volgende paragraaf).

WaalWeelde

WaalWeelde is een samenwerking tussen 15 gemeenten langs de Waal, de provincie Gelderland, waterschap Rivierenland, Rijkswaterstaat, DLG, het ministerie van Infrastructuur & Milieu en belangenorganisaties, bedrijven en omwonenden. Zij hebben de Visie WaalWeelde opgesteld. Deze visie is vastgesteld door de stuurgroep WaalWeelde. Op 16 december 2010 hebben Provinciale Staten kennis genomen van de visie WaalWeelde en het ruimtelijk investeringsprogramma. De visie WaalWeelde wordt gebruikt als uitgangspunt voor verdere uitwerking van meer formele planfiguren.

Het doel van WaalWeelde is om de Waal duurzaam veilig en mooier te maken en ook de economie te stimuleren door het ontwikkelen van woningen, bedrijvigheid en/of recreatie. Dit doel wordt onder meer bereikt via het opstellen van een ruimtelijk investeringsagenda voor de Waal en haar oevers, gebaseerd op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in combinatie met rivierveiligheid, natuurontwikkeling en economische groei. Hierbij zijn ook de aspecten wonen, toerisme en recreatie, cultuurhistorie en energie en klimaat verbonden. De ambitie van WaalWeelde is om de benodigde lange termijn maatregelen voor de Waal te benoemen en vorm te geven op een breed maatschappelijk gedragen, integrale manier. Dit kan dan gecombineerd worden met de landelijke uitwerking van de lange termijn opgave.

In de Visie WaalWeelde is de Millingerwaard ingedeeld bij de ruimtelijke ambitie 'wilde Waal'. Deze ambitie staat voor het maken van goede geulen, de rivier verbinden met oeverzones en de uiterwaard, robuuste natuur en zorgen voor variatie in oevers, afgestemd op de lokale dynamiek voor de lange termijn. In een supplement is de ruimtelijke kwaliteit voor de verschillende deelgebieden in het project WaalWeelde nader beschreven. Daarin zijn verschillende gebruikswaarden beschreven voor de Waalbochten, waar de Millingerwaard deel van uit maakt. Bijvoorbeeld over natuurlijke dynamiek, grootschalige natuur en beheer, ecologische relaties maar ook het ontwikkelen van historische assen, cultuurhistorie, recreatie en toerisme.

Naast de noodzaak om te voldoen aan de hoogwaterveiligheid, heeft uitplaatsing van het bedrijf een aanmerkelijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (en de natuurwaarden, zie volgende paragraaf) tot gevolg.

Waterwet

De Waterwet bepaalt dat een projectplan (besluit) vereist ingeval door de uitvoering van een werk het waterstaatswerk, de rivier de Waal, wordt gewijzigd. Dit vereiste vervalt indien de provincie een inpassingsplan opstelt. Het voorliggende inpassingsplan geldt in dat geval ook als projectplan in de zin van de Waterwet. De wijziging van het waterstaatswerk moet worden opgenomen in het inpassingplan. Dit dient tot uiting te komen door een beschrijving van het betrokken werk, de wijzen van uitvoering en de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk.

In dat kader dient tevens een toetsing plaats te vinden aan de in artikel 2.1 van de Waterwet vermelde doelstellingen welke zijn gericht op voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met

  • bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en
  • vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Het inpassingssplan is gericht op natuurontwikkeling en de verbetering van (de omgeving van) het waterstaatswerk, de rivier de Waal, om in de toekomst overstromingen en wateroverlast te voorkomen. In combinatie met natuurontwikkeling wordt tevens een bijdrage geleverd aan de bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van de watersystemen en de vervulling van maatschappelijk functies door watersystemen. In hoofdstuk 3 een beschrijving gegeven van de uit te voeren werk(en), de wijze van uitvoering en de te treffen voorzieningen om nadelige effecten hiervan te beperken of te voorkomen.