direct naar inhoud van 2.2 Natuurbeleid
Plan: Inpassingsplan Millingerwaard (uitplaatsing De Beijer)
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1

2.2 Natuurbeleid

Natura 2000

Via de Natuurbeschermingswet zijn de Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. De beschermde VR- en HR-gebieden worden sindsdien Natura 2000-gebieden genoemd. Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op Europees niveau. Dit netwerk heeft als hoofddoel het waarborgen van de biodiversiteit in Europa. Projecten die effecten kunnen hebben op instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied moeten getoetst worden aan deze wet. Voor plannen die een negatief effect hebben op deze gebieden dient een ontheffing aangevraagd te worden.

De Millingerwaard maakt deel uit van het Natura2000-gebied Gelderse Poort, welke is vastgelegd in het concept-aanwijzingsbesluit van november 2008.

De Gelderse Poort is van groot belang voor diverse soorten broedvogels en is van grote betekenis als tijdelijk foerageer- en rustgebied voor vele vogels. Belangrijk is de aanwezigheid van open water, moerassen en graslanden in de uiterwaarden en in binnendijksgebied. Voor de broedvogelsoorten Roerdomp, Woudaap, Porseleinhoen, Kwartelkoning, Zwarte stern en Grote karekiet bestaat de doelstelling tot vergroting van de populatie en het leefgebied binnen de Gelderse Poort. Voor de overige broedvogelsoorten in het gebied is de doelstelling om het leefgebied en de populatie gelijk te houden.

Voor de habitattypen die voorkomen binnen de Gelderse Poort gelden de volgende doelstellingen:

Doelstellingen Natura 2000 Habitattypen Gelderse Poort

Habitattype   Doelstelling oppervlakte   Doelstelling kwaliteit  
Meren met krabbescheer en fonteinkruiden   =   >  
Slikkige rivieroevers   >   >  
Stroomdalgraslanden   >   >  
Ruigten en zomen   =   =  
Glanshaver- en vossenstaarthooilanden   >   >  
Vochtige alluviale bossen   >   >  
Droge hardhoutooibossen   >   >  

(= behoud, > verbetering)

Voor de vissoorten Zeeprik, Rivierprik en de Grote modderkruiper bestaat de doelstelling tot uitbreiding van zowel het leefgebied als de populatie binnen de Gelderse Poort. De doelstelling tot uitbreiding van de populatie bestaat tevens voor de soorten Elft, Zalm en Bever.

Flora en faunawet

In de Flora- en faunawet zijn de van nature in Nederland voorkomende planten- en diersoorten aangewezen die beschermd moeten worden. De wet bepaalt dat bij een ruimtelijke ingreep geen schade mag worden toegebracht aan beschermde planten- en diersoorten. Duidelijk moet worden gemaakt dat er geen beschermde diersoorten worden verontrust, dat de nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen niet worden vernield, beschadigd of verstoord en dat planten niet worden verwijderd van hun groeiplaats.

Indien in een gebied beschermde soorten voorkomen, is toetsing aan de Flora- en Faunawet noodzakelijk. Activiteiten die een bedreiging voor beschermde soorten inhouden zijn zonder ontheffing niet toegestaan. In de wet wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën soorten:

  • Algemene soorten: hiervoor geldt een algemene vrijstelling voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud, bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen. Hiervoor wordt getoetst aan het criterium 'doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort';
  • Overige soorten: hiervoor geldt eenzelfde vrijstelling voor de genoemde activiteiten, mits er wordt gewerkt conform een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode.
  • Streng beschermde soorten: hiervoor geldt geen vrijstelling voor ruimtelijke ontwikkelingen. Er is altijd een ontheffing noodzakelijk. Onder dit regiem vallen alle vogels.

Streekplan Gelderland 2005 en Ecologische Hoofdstructuur

Het Streekplan Gelderland is op 29 juni 2005 door Provinciale Staten van Gelderland vastgesteld. Met de invoering van de nieuwe Wro per 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie.

In het streekplan is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vastgelegd, een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen.

De doelstellingen ten aanzien van natuurontwikkeling en realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn vervolgens vormgegeven in de streekplanuitwerking “Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur” (2006). Hierin staat het volgende:

“In de Millingerwaard moet een inrichting tot stand gebracht worden, die ook bij verdergaande natuurlijke ontwikkeling voldoende veiligheid biedt. Daartoe moet de oppervlakte open water uitgebreid worden en de toegangsdam naar De Beijer verlaagd worden. Uitplaatsing van zand- en grindbedrijf De Beijer is dan ook noodzakelijk. Uitbreiding hardhoutooibos (A-locatie Colenbrandersbos) op natuurlijke wijze uit begraasd struweel laten plaatsvinden.”

Gestreefd wordt naar de realisatie van één groot natuurgebied, met droge- en natte zachthoutooibossen, stroomdalgrasland, rietmoeras en plassen. Het beheer kan bestaan uit zeer extensieve jaarrondbegrazing, aangevuld met een intensiever beheer waar het rivierbeheer of het behoud van bijzondere levensgemeenschappen dat vraagt. Er wordt gestreefd naar veel ruimte voor het verloop van natuurlijke processen in grote eenheden.

EHS: toevoeging en compensatie

De bedrijfsbestemming (van het bedrijf De Beijer) in de Millingerwaard wordt gewijzigd in een natuurbestemming. In de eerstvolgende herziening van de structuurvisie over de EHS zullen wij deze 12 hectare opnemen als nieuwe EHS, waarbij tevens de kaart van de Ruimtelijke verordening wordt aangepast. Deze hectares dienen als compensatie voor aantasting van EHS elders met ecologisch vergelijkbare kwaliteiten door toekomstige ontwikkelingen. Dit zal in ieder geval worden ingezet voor het verlies aan EHS in de Waalwaard. De procedures voor de verplaatsing van De Beijer naar deze locatie zijn in voorbereiding. De bestemming van deze locatie wijzigt, waarbij ook een deel van de EHS in gebruik genomen gaat worden door het bedrijf. Ook als het bedrijf De Beijer zich niet op deze locatie vestigt, dan zal de locatie de Waalwaard toch een nieuwe bestemming krijgen om  vestiging van watergebonden bedrijvigheid mogelijk te maken. Dit volgt uit de uitgangspunten van de structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties, waarin behoud van watergebonden bedrijfslocaties als uitgangspunt is geformuleerd.

Op de locatie Waalwaard zal 3,5 ha aan de EHS worden onttrokken. Om dit mogelijk te maken, zal er minimaal 3,5 hectare aan nieuwe EHS in het plangebied in de Millingerwaard worden gecompenseerd. Dit zal in het toekomstige inpassingsplan voor de Waalwaard worden vastgelegd en onderbouwd, waarbij de spelregels EHS, zoals opgenomen in de streekplanherziening herbegrenzing EHS, toegepast zullen worden. De resterende hectares kunnen eventueel worden ingezet als een compensatiemogelijkheid voor andere projecten waarvoor door aantasting van de EHS met een vergelijkbare kwaliteit moet worden gecompenseerd.

Gebiedsplan natuur en landschap

In het Gebiedsplan natuur en landschap (Provincie Gelderland, 2008) zijn de doelen voor het natuur- en landschapbeleid vastgesteld in de vorm van natuurdoeltypen. Deze doelen komen voor een groot deel overeen met de doelen uit de Streekplanuitwerking. Grote eenheden van bloemrijk grasland, droog- en vochtig kleibos, moeras, plassen en nevengeulen zijn gewenst.