direct naar inhoud van 2.3 Landschapsbeleid
Plan: Inpassingsplan Millingerwaard (uitplaatsing De Beijer)
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1

2.3 Landschapsbeleid

Nationale landschappen

De Millingerwaard ligt binnen het Nationaal Landschap Gelderse Poort, dat zich kenmerkt door zijn uiterwaarden, enkele oude rivierlopen, de oeverwallen met daarop de oudste bewoningskernen en wielen die herinneren aan dijkdoorbraken. Net als op veel plaatsen langs de Waal, hebben ook in de Millingerwaard steenfabrieken gestaan. Kleiputten zijn hier dan ook alom te vinden. De provincie heeft de verantwoordelijkheid om de nationale landschappen verder uit te werken en vast te leggen in de vorm van een streekplanuitwerking. Dit heeft zij gedaan in de Streekplanuitwerking Nationale Landschappen (vastgesteld 3 juli 2007). Als kernkwaliteiten van de Gelderse Poort zijn benoemd:

  • de kleinschalige openheid;
  • het groene karakter;
  • het reliëf door oeverwallen en dijken.

Nota Belvedère

Het uitgangspunt uit de Nota Belvédère (1999) is om de cultuurhistorische identiteit van een gebied als een sterk richtinggevend aspect voor de inrichting van de ruimte te beschouwen. Dit uiteraard in samenhang met het beleid ten aanzien van de kwaliteit van het landschap. Het uitgangspunt van de Nota Belvédère is vertaald in onder meer de volgende doelen:

  • het erkennen en herkenbaar houden van cultuurhistorische identiteit in zowel het stedelijke als landelijke gebied, als kwaliteit en uitgangspunt voor verdere ontwikkeling;
  • het stimuleren van de kansen van cultuurhistorie als inspiratiebron voor ruimtelijke inrichting en ontwerp.

Het gehele plangebied Ooijpolder-Millingerwaard is begrensd als Belvedèregebied. Dit houdt in dat bij ontwikkelingen in het plangebied rekening gehouden moet worden met de cultuurhistorische waarden.

Ten aanzien van cultuurhistorie hanteert de provincie het hoofduitgangspunt 'behoud door ontwikkeling', wat ook het motto is van de provinciale cultuurhistorische Nota Belvoir 2000-2004. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat omgang met cultuurhistorische kwaliteiten (waaronder ook archeologie) niet het bevriezen van ontwikkelingen inhoudt, maar het juist omgaan met ontwikkelingen zodat cultuurhistorische gegevenheden worden ingepast.