Plan: | Rondweg Voorthuizen N303 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9925.IPN303Voorthuizen-VST1 |
het inpassingsplan Rondweg Voorthuizen N303 met identificatienummer NL.IMRO.9925.IPN303Voorthuizen-VST1 van de Provincie Gelderland;
de geometrisch bepaalde planobjecten in het GML bestand NL.IMRO.9925.IPN303Voorthuizen-VST1 met de bijbehorende regels, toelichting en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
aanwezig ten tijde van het van kracht worden van dit inpassingsplan, voor zover niet in strijd met het toen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan, en bebouwing waarvoor ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds een bouwvergunning c.q. omgevingsvergunning was verleend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een voorziening die getroffen wordt om de diersoorten te voorzien van een passeermogelijkheid van wegen en/of water;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een in bouwkundige zin, (civiel technisch) bouwwerk, zoals onder andere aquaducten, bruggen, dijken, tunnels en viaducten;
maatregelen ter inpassing van de Rondweg Voorthuizen N303 in het landschap, zoals beschreven in Hoofdstuk 8 van het Landschapsplan Rondweg Voorthuizen N303, d.d. mei 2014 (bijlage 9 bij de Toelichting van dit plan);
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalverzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
bestemmingsplannen die van toepassing zijn op de bij dit plan betrokken gronden op het moment van vaststelling van dit plan;
werken en/of bouwwerken ten dienste van de waterhuishouding, zoals grondlichamen, beschoeiingen, drainage, duikers, stuwen en sluizen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
het jaarlijks gemiddelde van de 3 hoogste grondwaterstanden gemiddeld over de periode van 1 april tot en met 31 maart (hydrolisch jaar). Waarbij het gemiddelde van deze jaarlijkse waarden over een periode van tenminste 8 jaar, voorafgaand aan het jaar van realisatie van de N303 Rondweg Voorthuizen, waarin geen ingrepen hebben plaatsgevonden, wordt gebruikt als GHG.
vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geldt dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke gebruiksregels, zoals weergegeven in artikel 5.4, eerste lid, met dien verstande dat de situering van de as van een weg slechts mag afwijken van de op de verbeelding weergegeven figuur 'as van de weg', indien en voor zover uit onderzoek blijkt dat daar vanuit milieutechnisch oogpunt geen bezwaar tegen bestaat.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomendebestemming(en), bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden. In afwijking van het overige in het plan ten aanzien van deze gronden bepaalde, zijn op en in deze gronden toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van instandhouding en bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 7.2.2, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) op en in de in artikel 7.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:
Het in artikel 7.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in artikel 7.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(-en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2 voor het oprichten van enig bouwwerk, ten behoeve van de waterfunctie, na schriftelijke instemming van de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder gebruik in strijd met dit bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval verstaan het laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming(en).
Aanvullend op het bepaalde in het onderliggende plan, is op de gronden aangeduid als 'overige zone - erfontsluitingsweg' een (half)verharde erfontsluitingsweg toegelaten. De voor 'Erfontsluitingsweg' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor de aanleg en instandhouding van erfontsluitingswegen, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen, duikers en/of overkluizingen alsmede erf- en terreinafscheidingen.
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels voor de afwijkingen van maten met ten hoogste 10%, met dien verstande dat de afwijking niet mag worden verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
Bij de voorbereiding van een besluit omtrent wijzigen wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van artikel 15.1 een omgevingsvergunnng verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 15.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in artikel 15.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd zijn met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het bepaalde in artikel 15.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
De onderliggende bestemmingsplannen worden als volgt gewijzigd:
De gemeenteraden van de gemeente Barneveld en de gemeente Nijkerk zijn gedurende 10 jaar na vaststelling van het inpassingsplan niet bevoegd tot vaststelling van een bestemmingsplan voor de gronden waarop dat inpassingsplan betrekking heeft, tenzij deze bestemmingsplannen de uitvoering en het gebruik van de N303 rondweg Voorthuizen niet in de weg staan.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het inpassingsplan Rondweg Voorthuizen N303'.