N309 't Harde - Reconstructie

1.5 Planvorm

Dit inpassingsplan biedt de juridisch-planologische basis voor de reconstructie van de N309/Eperweg in 't Harde. Op grond van dit inpassingsplan kan het plan tot uitvoering worden gebracht. Aan het inpassingsplan heeft een verkeerstechnisch wegontwerp ten grondslag gelegen. Tevens is een onderzoek naar de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving uitgevoerd. De kwaliteitsaspecten van deze plannen zijn -voor zover juridisch-planologisch relevant- in dit inpassingsplan geborgd.

Het inpassingsplan is onlosmakelijk verbonden met de onderzoeken die zijn verricht voor dit plan. In de milieueffectrapportage (MER) is een effectenstudie uitgevoerd naar diverse alternatieven voor de huidige problematiek op de N309/Eperweg. Daarbij zijn diverse rondwegalternatieven en enkele alternatieven door de kern onderzocht. Op basis daarvan is het voorkeursalternatief (VKA) vastgesteld. Dit VKA moet bijdragen aan het halen van de doelstellingen uit het provinciale beleid.

Op grond van artikel 3.26 van de Wet ruimtelijke ordening hebben Provinciale Staten de mogelijkheid om zelf een bestemmingsplan te maken, het zogenaamde inpassingsplan. Op 19 maart 2008 hebben de Staten van Gelderland de Wro-agenda vastgesteld. In deze agenda is aangegeven voor welke projecten de Staten bereid zijn een inpassingsplan te maken c.q. vast te stellen. Daartoe zijn een drietal criteria benoemd:

• 1. Er moet sprake zijn van een provinciaal belang;
• 2. Gelderland maakt het verschil (doordat de provincie het inpassingsplan maakt kan het project efficiënter en/of sneller worden uitgevoerd);
• 3. Weinig ruimte voor lokale afweging (d.w.z. de ligging en de invulling worden voornamelijk door de provincie bepaald)

De N309 betreft een provinciale weg. Gelet op de samenhang tussen planvorming, uitvoering en onderhoud is de inzet van het instrument inpassingsplan passend binnen de vastgestelde criteria. De beoogde reconstructie is onderdeel van het provinciaal beleid, zoals beschreven in paragraaf 4.3. Hiermee is sprake van provinciale belangen. Provinciale Staten zijn daarom bevoegd om van deze bevoegdheid gebruik te maken.

Provinciale Staten zullen bij het vaststellingsbesluit tevens een besluit nemen over de toedeling van de bevoegdheid ten aanzien van de toepassing van afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in dit inpassingsplan en ten aanzien van de bevoegdheid om omgevingsvergunningen te verlenen.