Plan: | N309 't Harde - Reconstructie |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9925.IPN309tHardeRecon-von1 |
De resultaten van het milieuonderzoek dat is uitgevoerd ten behoeve van dit inpassingsplan zijn weergegeven in het MER en de bijbehorende onderzoeksrapporten. Het MER vormt een separaat document naast dit inpassingsplan.
Alternatieven en varianten
In het MER zijn diverse alternatieven en varianten onderzocht. Deze alternatieven zijn ontwikkeld in een voortraject op basis van onder andere een pré-verkenning, een verkenning en een consultatieronde en zijn in het MER nader gedetailleerd. Het MER bestaat uit twee delen, waarbij diverse alternatieven voor de kernen 't Harde en Oostendorp apart zijn behandeld. Alle alternatieven en varianten hebben in potentie een bepaald oplossend vermogen. Onderhavig inpassingsplan gaat in op de verkeersproblematiek in 't Harde. De alternatieven en varianten zijn in het MER met elkaar vergeleken. Om tot een goed alternatief voor de huidige problematiek te komen, zijn de volgende alternatieven vergeleken:
Verder bevalt alternatief 2 nog een variant, waarbij een verdiepte ligging is onderzocht.
In figuur 6.1 zijn de alternatieven voor Oostendorp en 't Harde afzonderlijk weergegeven. Onderhavig inpassingsplan heeft betrekking op alternatief 0+ in 't Harde.
Figuur 6.1 Alternatieven in het MER
Voorkeursalternatief
Het voorkeursalternatief (VKA) is het alternatief zoals dat is opgenomen in het tracékeuzebesluit. Het tracékeuzebesluit is door GS vastgesteld en wordt in onderhavig inpassingsplan juridisch-planologisch mogelijk gemaakt. Voor de realisatie van het alternatief zoals opgenomen in het tracékeuzebesluit stelt de provincie onderhavig inpassingsplan op. Aan het besluit over het provinciale inpassingsplan voor een voorkeursalternatief is een mogelijke plan-m.e.r.-licht (milieueffectrapportage) gekoppeld vanwege mogelijke significante gevolgen van een eventuele rondweg bij 't Harde op Natura 2000-gebieden. Los van de plan-m.e.r.-plicht heeft Provinciale Staten begin 2011 ook besloten tot het opstellen van een MER (milieueffectrapport) om daarmee te zorgen voor een zorgvuldige afweging van de alternatieven. Omdat een mogelijk m.e.r.-plichtige activiteit (het voorkeursalternatief) rechtstreeks wordt bestemd (met het inpassingsplan), gaat het hierbij om een projectMER. Uiteindelijk is gekozen voor het VKA 0+. Formeel geldt voor dit alternatief geen plan-m.e.r.-plicht. Omdat gekozen is voor een zorgvuldige afweging van alle alternatieven, is ook alternatief 0+ opgenomen in het MER. Het MER biedt de informatie die nodig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen in de besluitvorming over de tracékeuze en de uitwerking van de voorkeursoplossing in het inpassingsplan. Het MER wordt samen met het ontwerpinpassingsplan ter inzage gelegd voor inspraak en raadpleging van de betrokken bestuursorganen. Daarnaast wordt het rapport voor advies voorgelegd aan de commissie m.e.r.
Voor het VKA (alternatief 0+) zijn diverse uitvoeringspakketten opgesteld, afhankelijk van het hoge en lage groeiscenario. In het inpassingsplan wordt alternatief 0+ mogelijk gemaakt, waarbij gekozen is voor uitvoeringspakket C. Door rekening te houden met dit uitvoeringspakket, wordt geanticipeerd op het hoge groeiscenario uit het verkeersmodel. Daardoor wordt een robuust pakket aan verkeersmaatregelen doorgevoerd, waardoor de verkeersafwikkeling tot minimaal 2030 gewaarborgd is, uitgaande van het hoge groeiscenario uit het verkeersmodel.