direct naar inhoud van 3.3 Nut en noodzaak maatregelen
Plan: N320 Culemborg
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN320Culemborg-vst1

3.3 Nut en noodzaak maatregelen

3.3.1 Aanleiding

In het Gelders coalitieakkoord 2007-2011 'Gelderland maakt het verschil' is opgenomen dat de problematiek en oplossingsrichtingen van vijf knelpunten in het provinciale wegennet worden onderzocht op nut en noodzaak. De N320 bij Culemborg is één van die vijf knelpunten. In de huidige situatie doet zich op de N320 een dagelijks terugkerend bereikbaarheidsprobleem voor in zowel de ochtend- als avondspits. De route naar de A2 loopt steeds verder vast en levert in Culemborg zelf ook doorstromingsproblemen op. De capaciteit van de infrastructuur is onvoldoende om de elkaar kruisende in-, uit- en doorgaande verkeersstromen op de N320 te verwerken. Tevens is de bereikbaarheid van het treinstation niet optimaal. Indien geen maatregelen worden genomen, zal de doorstromingsproblematiek in de toekomst verder toenemen.

Vooral voor Culemborg zelf en het bedrijventerrein Pavijen bij Culemborg is de N320 van essentieel belang voor een goede bereikbaarheid vanwege het ontbreken van alternatieve aansluitingen op het hoofdwegennet. De reconstructie van de N320 is geen losstaand project, maar maakt in groter verband onderdeel uit van een pakket maatregelen, gericht op een duurzaam gebruik van de A2.

3.3.2 Verkenning

Om tot een goede selectie van oplossingsrichtingen te komen, en uiteindelijk tot een voorkeursalternatief voor de N320, zijn op basis van Rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid en regelgeving een aantal randvoorwaarden geformuleerd die de scope vormen van de verkenning.

De oplossingsrichting zal binnen die randvoorwaarden:

  • bijdragen aan het verkeers- en vervoersysteem ten dienste van bereikbaarheid;
  • de bereikbaarheid van de stedelijke gebieden, bedrijventerreinen en voorzieningen waarborgen;
  • zorgen voor een duurzame mobiliteit met een goede kwaliteit van de leefomgeving van mensen;
  • zorgen voor een veilige mobiliteit.

Op basis van de laatste twee aandachtspunten betekent dit onder andere dat binnen het project (zo nodig) maatregelen getroffen moeten worden om voor 2015 de luchtkwaliteit te verbeteren en het geluidsniveau op omliggende woningen te verminderen. Daar waar met geringe inspanning of meerkosten een hoger kwaliteitsniveau realiseerbaar is, dient dat te geschieden. Daar waar nu al sprake is van een betere kwaliteit dan basiskwaliteit, richt het beleid zich op behoud van deze betere kwaliteit. De oplossingsrichting moet in zijn totaliteit bijdragen aan de verbetering van de verkeersveiligheid of in elk geval niet leiden tot een afname van de verkeersveiligheid. In aanvulling daarop hebben provincie en gemeente een viertal uitgangspunten gedefinieerd:

  • er worden geen aansluitingen van Culemborg op de N320 afgesloten; ook de Wethouder Schoutenweg blijft een belangrijke ontsluitingsweg;
  • terugdringen van autogebruik gaat boven verbreding; extra asfalt trekt namelijk ook meer ongewenst verkeer van elders aan;
  • het station wordt beter ontsloten; onderzoek richt zich met name op een extra, rechtstreekse aansluiting van het station vanaf de N320;
  • de provincie voert op de N320 alleen duurzame ‘no-regret’-maatregelen uit. Dat zijn (beperkte) ingrepen die hoe dan ook waardevol zijn, ook op de lange termijn, en niet tot kapitaalvernietiging leiden.

Op grond van de verkenning zijn drie alternatieve oplossingsrichtingen voorgesteld die nader onderzocht zijn.

  • het opwaarderingsalternatief (nul-plus);
  • het spreidingsalternatief (stedelijke randweg);
  • het bundelingsalternatief (regionale rondweg).

Alle drie bevatten voldoende oplossend vermogen om Culemborg ook tot na 2020 bereikbaar te houden. Onderkend is dat bij het formuleren van deze drie alternatieven te weinig rekening is gehouden met de effecten op de verkeersdruk en verkeersstructuur in Culemborg. Als belangrijke tussenstap in het proces is daarom op 13 januari 2010 een workshop georganiseerd om de opdracht voor de verkenningsfase aan te scherpen. Een belangrijke conclusie is dat de deelnemers aan de workshop het erover eens zijn dat niet uitsluitend de drie in de pré-verkenning benoemde alternatieven onderzocht moeten worden. Nader verkeerskundig onderzoek moet zich met name richten op combinaties van maatregelen die tot een voorkeursoplossing kunnen leiden.

Via een eerste objectieve analyse van de alternatieven is snel duidelijk geworden dat de doorstroming het meeste baat heeft bij het spreiden van het verkeer op de N320 in plaats van het bundelen op twee aansluitingen. Uitgaande van dat spreidingsalternatief is ten behoeve van deze verkeersstudie een aantal inrichtingsvarianten naast elkaar gezet en onderzocht. De varianten maken verschillen zichtbaar in een aansluiting van het station op de N320 en een nieuwe oostelijke aansluiting van Culemborg. Voor alle varianten geldt dat de N320 vanaf de A2 tot de kruising met de Wethouder Schoutenweg wordt opgewaardeerd naar een 2x2 wegprofiel.

3.3.3 Voorkeursalternatief

De verkenning heeft uiteindelijk geleid tot één voorkeursalternatief waarbij de volgende maatregelen worden voorgesteld:

  • 1. De N320 krijgt er vanaf de A2 tot aan de Wethouder Schoutenweg twee rijstroken bij;
  • 2. De kruising met de Wethouder Schoutenweg wordt verruimd en er worden extra opstelstroken gerealiseerd;
  • 3. De kruising bij de Erasmusweg wordt vervangen door een turborotonde;
  • 4. Er komt een nieuwe afslag van de N320 naar de Beesdseweg om makkelijk bij het station te komen;
  • 5. De kruisingen bij de Rijksstraatweg en de Van Limburg Stirumstraat worden aangepakt door de te kleine rotondes te vervangen door verkeerslichten.