Plan: | N320 Culemborg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9925.IPN320Culemborg-vst1 |
Dit inpassingsplan richt zich op de maatregelen zoals genoemd in 3.3.3 met uitzondering van de turborotonde bij de Erasmusweg. Deze turborotonde kan op grond van het vigerende bestemmingsplan gerealiseerd worden en behoeft dus geen planologische wijziging.
In deze paragraaf worden de maatregelen nader toegelicht. Hierbij wordt niet alleen de technische oplossing benoemd maar wordt tevens ingegaan op de ambitie om de N320 landschappelijk in te passen. Zoals in paragraaf 2.3 reeds is beschreven, bevindt de N320 zich in een landschappelijk waardevol gebied. Het plangebied is aangewezen als Nationaal Landschap en Waardevol landschap. Met name de openheid van het gebied vraagt om een uitgekiende balans tussen het beperken van de ingreep en het inpassen van de weg. Onderzocht is op welke wijze het nieuwe wegontwerp de bestaande kernkwaliteiten van het Nationaal landschap en het Waardevol open landschap, zoals omschreven in het provinciaal beleid, kan versterken. In deze paragraaf wordt toegelicht op welke wijze de mogelijke inrichting bij kan dragen aan de versterking van de aanwezige landschapskwaliteiten.
Voor de landschappelijke inpassing wordt er van uit gegaan dat het gehele tracé zich als vanzelfsprekend voegt naar het landschap. De weg ligt op gelijk niveau of iets verhoogd in het landschap. Zowel vanuit de omgeving als vanaf de weg zijn de karakteristieke eigenschappen van het landschap daardoor goed waarneembaar, zonder dat de weg zelf als barrière ervaren wordt. Delen van de weg kunnen zich voegen naar de ontginningslijnen van het landschap. Een klein deel van de N320 doorkruist de open komgronden, dwars over de ontginningsstructuur heen. Daar waar de weg zich voegt naar de ontginningsstructuur kan zij voorzien worden van een duidelijke landschappelijke begeleiding. Deze begeleiding zou niet mogen conflicteren met de kenmerkende openheid en weidsheid in de omgeving.
Waar de weg de open komgronden doorkruist, blijven de bermen naar verwachting vrij van opgaande beplanting. Hier staat de openheid van het omliggende landschap centraal. De brede bermen kunnen voorzien worden van gras- en bermsloten en mogelijk met natuurvriendelijke oevers. In de directe omgeving van de weg is wel opgaande beplanting aanwezig in de vorm van de karakteristieke grienden, populieren bosjes en eendenkooien. In de volgende subparagrafen worden per maatregel/ruimtelijke ingreep de belangrijkste ambities ten aanzien van de landschappelijke inpassing toegelicht.
Tussen de A2 en de aansluiting met de Wethouder Schoutenweg wordt de N320 verdubbeld van twee naar vier rijstroken. Eveneens wordt de thans aanwezige watergang verlegd in zuidoostelijke richting. De carpoolplaats aan de noordwestzijde van de N320 blijft gehandhaafd.
Ontwerp verdubbeling rijstroken en verlegging watergang
Om de verdubbeling in te passen voegt de weg zich net als in de huidige situatie naar de landschappelijke ontginningslijnen. De bermen kunnen daarbij ruimte bieden voor de handhaving van de bestaande bomenrij in de tussenberm tussen hoofdrijbaan en parallelweg. De bermen kunnen verder worden voorzien van gras met mogelijke uitzondering van de kruisvlakken, waar de middenberm lokaal verhard uitgevoerd kan worden.
Om de kwaliteit van de bomenrij langs de weg te versterken, kunnen de platanen vervangen worden door populieren. De nieuwe watergang in de zuidelijke wegberm zou een natuurvriendelijke oever kunnen krijgen inclusief voldoende ruimte voor beheer en onderhoud.
Langs dit deel van de weg wordt geen verlichting toegepast, met uitzondering van de kruisingen. De verlichting wordt daarbij geconcentreerd rond het kruisvlak en dusdanig uitgevoerd dat de lichthinder voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt.
Overzicht mogelijke landschappelijke maatregelen inpassing (indicatief)
Bij de aansluiting met de Wethouder Schoutenweg zelf worden extra opstelstroken gerealiseerd.
Ontwerp kruising N320 en de Wethouder Schoutenweg
De kruising tussen de N320 en de Wethouder Schoutenweg vormt de overgang tussen de historische weg naar Culemborg en het huidige tracé van de N320. De driehoekige overhoek bij de kruising biedt ruimte aan een groep elzen samen met de bestaande rij knotwilgen. Binnen het plangebied wordt geprobeerd om zoveel mogelijk bomen te compenseren. Eventueel kunnen extra bomen bij Westendorp worden aangeplant.
De elzen dienen als compensatie voor de drie bomen die langs de wethouder Schoutenweg moeten verdwijnen. De opzet van de nieuwe kruising blijft zo compact mogelijk terwijl de tussenbermen waar mogelijk in gras worden uitgevoerd. Het kruisvlak is voorzien van verlichting. Deze verlichting is puur op het kruisvlak gericht en dusdanig compact uitgevoerd dat lichthinder voor de omgeving wordt beperkt.
Aangezien de verkeerskundige ingreep voor het wegvlak zelf minimaal is, wordt uitgegaan van handhaving van de huidige wegbeplanting. Waar mogelijk wordt gekeken of de aanleg van een natuurvriendelijke oever mogelijk is, inclusief voldoende ruimte voor beheer en onderhoud aan beide zijden van de weg. Omdat de weg hier in zuidoostelijke richting afbuigt worden de bestaande landschappelijke ontginningslijnen doorsneden. Door mogelijk gebruik te maken van een brede grasberm met bermsloot kan gezorgd worden voor een subtiele verankering van de weg in het landschap.
Op termijn is het weids uitzicht op de omgeving en een duidelijke ondergeschiktheid van de weg aan het landschap van belang. Om dit te realiseren zal de huidige wegbeplanting, wanneer deze kaprijp is, waarschijnlijk niet vervangen worden. Verder blijven de windmolens fungeren als belangrijke herkenningspunten.
Overzicht mogelijke landschappelijke maatregelen inpassing (indicatief)
Ten westen van de spoorlijn Utrecht - Den Bosch wordt een nieuwe afslag van de N320 naar de Beesdseweg aangelegd waardoor het station en de daarbij gelegen Park en Ride voorziening beter bereikbaar worden. Op die manier wordt getracht het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren.
Ontwerp afslag richting station Culemborg
De N320 zelf voegt zich in dit deelgebied naar de landschappelijke ontginningslijnen. Het bestaande verloop blijft ongewijzigd. De afslag richting het station zal parallel aan deze ontginningslijnen worden aangelegd. De bermen van de N320 kunnen ruimte bieden aan een in het landschap passende dubbele bomenrij gecombineerd met een watergang. Waar mogelijk wordt gekeken of de aanleg van een natuurvriendelijke oever mogelijk is. Voor de afslag richting het station wordt een zo beperkt mogelijk deel van de bomenrij onderbroken.
Overzicht mogelijke landschappelijke maatregelen inpassing (indicatief)
De bestaande kleine rotondes worden vervangen door kruisingen met verkeerslichten. Ook wordt er een aantal fietspaden aan- en omgelegd.
Ontwerp nieuwe kruisingen Van Limburg Stirumstraat en Rijkstraatweg
De kruising tussen de N320 en de Rijkstraatweg (N833) is een uitgelezen locatie om de verschillende karakters van beide wegen te onderstrepen. De vormgeving van de kruising benadrukt de hiërarchie van de wegen. De structuur en verloop van de oude Rijksstraatweg is daarbij belangrijker dan de structuur van de N320. Het historische karakter van deze weg kunnen versterkt worden door smalle verharde tussenbermen met keien. De brede tussenbermen van gras zijn kenmerkend voor de N320. Voor de oude Rijksstraatweg is de doorgaande rij bomen ook een duidelijk kenmerk. Deze boomstructuur krijgt de voorkeur boven de beplantingsstructuur van de N320 en loopt dus tot vlak aan het kruisvlak. Ook in de kom van Culemborg is het streven de boomstructuur langs de oude Rijksstraatweg waar mogelijk in stand te houden en waar mogelijk aan te vullen. Dit om de boomstructuur en herkenbaarheid van de weg te verbeteren.
De voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied hebben effect op de aanwezige waterhuishouding. Het watersysteem dient op een goede manier hersteld of aangepast te worden. Daarnaast moet de extra hoeveelheid verhard oppervlak en het oppervlak aan te dempen watergangen gecompenseerd worden. Dit bijvoorbeeld door extra waterberging aan te leggen. Voor waterberging is de locatie bij de Meer, rond de kruising tussen de N320 en de Rijkstraatweg een geschikte locatie. Bovendien kan een waterberging hier de zichtbaarheid van het water in het landschap vergroten. De N320 en Rijkstraatweg buiten de bebouwde kom zijn niet voorzien van verlichting, alleen het kruisvlak van beide wegen is verlicht. Hierbij dient de verlichting beperkt te worden tot het voor veiligheid noodzakelijke minimum en dient lichthinder voor de omgeving te worden voorkomen. De oude Rijksstraatweg is binnen de kom van Culemborg wel voorzien van verlichting.
Overzicht mogelijke landschappelijke maatregelen inpassing (indicatief)
Conclusie
Met de boven beschreven maatregelen wordt de doorstromingproblematiek op de N320 opgelost. Eveneens worden indicatieve maatregelen genoemd die bij kunnen dragen aan de instandhouding en verdere versterking van de kernkwaliteiten van het waardevolle landschap. Bij de uitwerking van het wegontwerp zal moeten worden bezien op welke wijze de genoemde indicatieve maatregelen hun plek kunnen krijgen.