direct naar inhoud van 1.2 Voorgeschiedenis
Plan: Inpassingsplan N348
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN348Zutphen-vst1

1.2 Voorgeschiedenis

Het initiatief voor de verlegging van de N348 is genomen door Provinciale Staten van Gelderland, in combinatie met een initiatief van de gemeente Zutphen om voor het bedrijventerrein De Mars een nieuwe ontsluiting te realiseren. Bij het planontwikkelingsproces zijn de gemeenten Zutphen en Lochem nauw betrokken.

Milieu Effect Rapportage (MER) / SMB

Het initiatief heeft vorm gekregen in de Startnotitie m.e.r. uit oktober 2003. In de Startnotitie zijn de aanleiding voor het project, de huidige situatie, de afbakening van het m.e.r.-onderzoek en de te onderzoeken kansrijke oplossingen beschreven.

Op basis van de richtlijnen (augustus 2004) is een MER/SMB opgesteld ten behoeve van de streekplanherziening (met concrete beleidsbeslissing) voor dit project. Dit traject is in september 2007 stopgezet na kritiek op het verkeersonderzoek in het MER. Bovendien veranderde door invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening de status van het streekplan en werd provincies de mogelijkheid geboden om zelf inpassingsplannen te maken.

Verkeersstudies

Vervolgens is een aantal nadere verkeersstudies uitgevoerd. In december 2007 heeft de provincie Gelderland in samenwerking met de Regio Stedendriehoek een verkeersstudie uitgevoerd naar het onderliggend wegennet in de stedendriehoek Apeldoorn - Deventer - Zutphen ('Verkenning van het onderliggend wegennet Stedendriehoek'). Hierin is onderzocht hoe het verkeer zich in deze regio ontwikkelt en wat dat betekent voor de situatie in Zutphen/Eefde. De belangrijkste conclusie was dat de problemen tussen Zutphen en Deventer in "de corridor" moeten worden opgelost, dus lokaal en niet via maatregelen op andere routes.
Dit is nader onderzocht in de 'Corridorstudie N348 Zutphen - Deventer' (juni 2008). Het doel van de corridorstudie was om inzicht te geven in alle mogelijke goede oplossingen ter verbetering van de leefbaarheid in de corridor Zutphen-Deventer en de bereikbaarheid van Zutphen (met name het bedrijventerrein De Mars) tegen zo weinig mogelijk schade aan natuur en landschap en acceptabele kosten. Er zijn tien tracéalternatieven onderzocht op hun effecten.

In de Trechternotitie (september 2008) zijn vervolgens de beste opties 'getrechterd'. De Trechternotitie geeft de onderbouwing van de meest kansrijke tracés die uiteindelijk in de geactualiseerde versie van het MER zijn onderzocht.


In het MER zijn de twee meest kansrijke tracéalternatieven en het Meest Milieuvriendelijke Alternatief (MMA) onderzocht. Op basis van het MER hebben Gedeputeerde Staten het voorkeurstracé benoemd, zoals dat nu in het inpassingsplan is opgenomen. Het MER heeft gelijktijdig met het ontwerp-inpassingsplan ter inzage gelegen. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft op 1 februari 2010 een positief advies gegeven over het MER (art. 7.26 Wet milieubeheer).

Inpassingsplan

Het voorkeurstracé is opgenomen in het inpassingsplan. Een inpassingsplan is een bestemmingsplan dat opgesteld wordt door het Rijk of de Provincie, in dit geval dus de provincie Gelderland. Met het inpassingsplan wordt de nieuwe weg juridisch vastgelegd op een kaart en in regels.

Besluitvormingsproces

In de volgende figuur is het besluitvormingsproces om te komen tot het ontwerp-inpassingsplan

schematisch weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPN348Zutphen-vst1_0001.png"

Figuur 1: Schematische weergave van het besluitvormingsproces N348, inclusief de data van vaststelling door GS.